Kanalisatiestrepen
Toepassingsgebied
◆ waar behoefte bestaat aan het concentreren van overstekende voetgangers, maar waar het instellen van een voetgangersoversteekplaats op grond van de situatie niet gewenst is
★ (1) bij verkeersregelingen
★ (2) bij geregelde solitaire oversteekplaats
Uitvoering
- oversteekplaats zo situeren dat de oversteeklengte zo klein mogelijk is
- wegenverf, thermoplastisch materiaal, voorgevormd plakmateriaal of bestratingsmateriaal
Maatvoering
- a = strepen 0,10 m breed bij thermoplastisch materiaal, wegenverf en voorgevormd plakmateriaal; bij bestratingsmateriaal afhankelijk van de breedte daarvan
- a1 = 0,30 m of 3 x 0,15 m
- a2 = 0,50 m
- a3 = 0,10 m
- l1 = 3,00 à 6,00 m
- l2 = circa 25 m
- L = (1) 4,00 (2,50) m
Combinatiemogelijkheden
- visuele ondersteuning, zie paragraaf 11.2.16, 11.2.17, 16.2.38, 16.3.11
- snelheidsverlagende voorzieningen, zie paragraaf 10.3.1
- voorzieningen voor mensen met een mobiliteitsbeperking, zie paragraaf 10.7
- verkleinen oversteeklengte, zie paragraaf 10.6.1
- verkeerslichten, zie paragraaf 17.2.23
- A = facultatieve afrit
Positieve aspecten
- enige concentratie van overstekende voetgangers
Negatieve aspecten
- slecht zichtbaar voor het rijverkeer
- er kan ten onrechte de suggestie van voorrang voor het voetgangersverkeer worden gewekt
- voetgangers kunnen geen rechten ontlenen aan kanalisatiestrepen
Opmerkingen
Verwijsbladen
n.v.t.