Regeltechnische aspecten verkeersregelinstallatie
Een verkeerslichtenregeling moet geloofwaardig zijn. Dat is het geval als de weggebruikers niet het gevoel krijgen voor niets te moeten stoppen of wachten, of extreem lang te moeten wachten. Bij een geloofwaardige regeling zal de roodlichtdiscipline goed zijn. Om dit te bereiken moet een verkeersregelinstallatie alleen worden geplaatst, of gehandhaafd, als aan de daarvoor opgestelde criteria wordt voldaan (zie paragraaf 9.4).
Een verkeerslichtenregeling moet ook voldoende veilig zijn. Dit kan worden bereikt door een goede keuze van de regeltechnische voorzieningen en door een goede situering van de verkeerslantaarns. Ten aanzien van de zichtbaarheid voor gemotoriseerd verkeer moet vooral op het volgende worden gelet:
- Het is raadzaam per kruispunttak ten minste twee verkeerslantaarns te plaatsen.
- Het is niet raadzaam om voor de linksafbeweging ook een verkeerslantaarn aan de rechterkant van de rijbaan te plaatsen.
- Een uitlegger wordt toegepast als er drie of meer opstelstroken zijn, of als er voor een verkeersbeweging twee opstelstroken zijn, maar er slechts een lage verkeerslantaarn kan worden geplaatst.
- Achtergrondschilden worden toegepast tenzij daarvoor de ruimte absoluut ontbreekt.
Als een rood licht defect is, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Aanbevolen wordt hiertegen voorzieningen te treffen, bijvoorbeeld twee lampen per rode lens, meer dan een gewone lantaarn per verkeersbeweging of een onderlicht. Tegenwoordig wordt ook vaak een 'rode-lampbewaking' inclusief melding toegepast. Uitval van een rode lamp wordt automatisch gemeld aan de regelcentrale.
In het belang van de veiligheid en het comfort van de fietsers en voetgangers wordt aanbevolen dat zij over kruispunttakken met een of meer verkeerseilanden zo veel mogelijk in een doorgaande beweging kunnen oversteken. Voor links afslaande fietsers geldt hetzelfde voor de twee achtereenvolgens uit te voeren oversteken. Voor rechts afslaande fietsers is een voorziening gewenst die het mogelijk maakt dat zij niet voor rood hoeven te stoppen (zie bijvoorbeeld paragraaf 14.2.16).
Op de volgende voorzieningenbladen zijn aparte regeltechnische voorzieningen vermeld. In de praktijk zal daartussen vaak een verband bestaan (zie paragraaf 17.1). Het is van belang bij het beschouwen van een voorziening ook de andere relevante voorzieningen te bezien. In verband hiermee staat er aan het begin een overzicht van de soorten verkeerslichtenregelingen. De keuze hiervan bepaalt namelijk in grote lijnen welke uitvoeringsvormen mogelijk zijn en welke niet.