Snelheid afremmen van voertuigen
Een lage aanrijsnelheid is erg belangrijk. Bij lage rijsnelheden is de impact bij een botsing significant kleiner, is de zijdelingse uitwerking kleiner - net als de draaicurve - en is de remafstand kort. Deze lage rijsnelheid dient fysiek afgedwongen te worden. Drempels, plateaus of bochtstralen voor chicanes kunnen ontworpen worden op rijsnelheden van 15 tot 20 km/h; puntvernauwingen kunnen zo smal uitgevoerd worden dat een vrachtwagen of brandweerauto hier net doorheen past.
- Plaatsing object(en) in of langs de rijrichting zodanig dat een rechtdoorgaande rijbeweging met hoge snelheid niet mogelijk is.
- De snelheidsremmende maatregel moet circa iedere 35-45 meter herhaald worden.
- Mogelijke snelheidsremmende maatregelen zijn:
- horizontale deflectie (asverspringing, bocht, chicane); - verticale deflectie (drempels, plateaus).
[ link ]
Figuur 17.8/4. Afremmen