Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

ASVV 2021
Deze tekst is gepubliceerd op 29-10-12

Standaard vrachtauto

Het RVV 1990 definieert de vrachtauto als een motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3.500 kilogram. Vrachtauto’s behoren tot de bedrijfsauto’s.
Vrachtauto’s zijn er in veel verschillende verschijningsvormen en combinaties. De meest voorkomende zijn:
  • Ongelede vrachtauto/bakwagen (zie figuur 5.2/13 voor de 95-percentielwaarden en maximaal toegestane afmetingen);
  • Gelede vrachtauto/trekker met oplegger (zie figuur 5.2/14 voor de 95-percentielwaarden en maximaal toegestane afmetingen);
  • Vrachtauto met aanhangwagen (zie figuur 5.2/15 voor de 95-percentielwaarden en maximaal toegestane afmetingen).
Voor vrachtauto’s en de hieraan gekoppelde aanhangwagens gelden de volgende wettelijke eisen (hoofdstuk 5, afdeling 3 bedrijfsauto’s, Regeling voertuigen [5.31]):
Afmetingen:
  • Maximumlengte:
      -motorvoertuig 12,00 meter;
      -aanhangwagen 12,00 meter;
      -geleed voertuig (trekker + oplegger) 16,50 meter;
      -samenstel (bakwagen + aanhangwagen) 18,75 meter;
      -oplegger: maximale afstand tussen pen en achterzijde 12,00 meter en maximale afstand kopstraat 2,04 meter;
  • Maximumbreedte (exclusief spiegels):
      -voertuigen voor geconditioneerd vervoer 2,60 meter;
      -alle andere soorten voertuigen 2,55 meter.
  • Maximumhoogte: alle soorten voertuigen 4,00 meter.
Gewichten:
  • Voor geen enkele as mag de aslast meer bedragen dan 12.000 kilogram;
  • Maximale massa 50.000 kilogram.
Verder geldt dat bij het inrijden en vervolgens doorrijden van een cirkel met een straal van 12,50 meter, de mate van uitzwenken van het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen niet meer dan 0,80 meter mag bedragen en de bestreken baan niet meer dan 7,20 meter. Daarnaast is het in Nederland toegestaan om met langere, zwaardere of hogere voertuigen te rijden dan hiervoor staat. Voor ondeelbare lading tot 22 meter is geen ontheffing nodig. Daarboven moet een ontheffing worden aangevraagd.
In figuur 5.2/13, 5.2/14 en 5.2/15 zijn de waarden van de kenmerken van de vrachtauto weergegeven. Doordat ook buitenlandse voertuigen deel uitmaken van het in Nederland rijdende wagenpark, wijken sommige afmetingen af van de in Nederland toegestane waarden.
[ link ]

Figuur 5.2/13. Normvoertuig ongelede vrachtauto [5.1]


[ link ]

Figuur 5.2/14. Normvoertuig trekker, oplegger en trekker met oplegger [5.1]

[ link ]

Figuur 5.2/15. Normvoertuig vrachtauto, aanhangwagen en vrachtauto met aanhangwagen [5.1]

De wettelijke grenswaarden van ongelede vrachtauto’s zijn grotendeels bepalend voor de eigenschappen van deze voertuigen. Ontwerpers wordt aangeraden uit te gaan van deze waarden tenzij er ter plaatse (bijvoorbeeld in een binnenstad) stringentere grenzen zijn gesteld aan de maximale afmetingen, massa’s, enzovoort.
Naast de voertuigmaten en -massa’s zijn voor ontwerpers ook de vetergang, en in aanvulling hierop de sleeplijnen, van belang. De positie van de vrachtauto op de weg en de vetergang hangen niet samen met de rijstrookbreedte. Beide worden wel beïnvloed door de aan- of afwezigheid van een vluchtstrook. Een sleeplijn geeft de benodigde breedte van het voertuig aan bij het nemen van bochten. De sleeplijnen hangen samen met de specifieke combinatie van trekker en oplegger of vrachtauto en aanhangwagen. Er bestaan specifieke computerprogramma’s voor het berekenen van sleeplijnen.
Uitgaande van het ontwerpvoertuig vrachtauto, de vetergang en de gewenste obstakelafstand is het profiel van vrije ruimte te bepalen (zie figuur 5.2/13 en tabel 5.2/1 in paragraaf 5.2.5.1).