Verkeer
Verkeerseenheden zijn in de ASVV als volgt in hun onderlinge verhouding gebruikt:
- Vrachtauto's worden soms verdeeld in de volgende typen:
- zware vrachtauto's: totale massa in geladen toestand groter dan 5000 kg;
- lichte vrachtauto's: totale massa in geladen toestand 3500 tot 5000 kg;
- bestelauto's: totale massa in geladen toestand kleiner dan 3500 kg.
In het kader van de Wet geluidhinder wordt een andere dan de bovenstaande verdeling gehanteerd.
- In navolging van het RVV 1990 zijn de bromfiets en de snorfiets hier niet gerekend onder de motorvoertuigen. Het Voertuigreglement rekent hen wel onder de motorvoertuigen. In de Wegenverkeerswet vallen beide onder de 'motorrijtuigen'.
- Waar in deze uitgave sprake is van fiets, fietser enzovoort, kan ook 'snorfiets' worden gelezen.
[ link ]
Figuur 2.1/1. Verkeerseenheden
Als toelichting op het schema in figuur 2.1/1 geldt het volgende:
Verplaatsing
Verandering van plaats van mens of goed; of een reis of een gedeelte van een reis met een motief, waarbij het overgaan op een andere vervoerswijze niet als een nieuwe verplaatsing geldt.
Verplaatsingsduur
De totale reisduur per persoon per dag, gedeeld door het aantal verplaatsingen per persoon per dag.
Verkeer
1. Verzameling van al dan niet in beweging zijnde verkeerseenheden die van de weg gebruikmaken.
2. Gebruik van de weg door de verzameling van de verkeerseenheden voor het maken van verplaatsingen.
Verblijf
Gebruik van de weg door mensen, anders dan voor het maken van verplaatsingen. In de praktijk is de grens tussen verkeer [2] en verblijf moeilijk te trekken.
Vervoer
Gelegenheid tot het verplaatsen van mens of goed over de weg, het water of door de lucht.
Doorgaand verkeer
Verkeer [1] dat geen herkomst en geen bestemming heeft binnen het beschouwde gebied.
Herkomstverkeer
Verkeer [1] dat in een bepaald gebied zijn herkomst heeft.
Bestemmingsverkeer
Verkeer [1] dat in een bepaald gebied zijn bestemming heeft.
Autoluw
Gebied waarin de omvang van het autoverkeer in enige mate wordt teruggedrongen. Doel is veelal het verhogen van de verkeersleefbaarheid. Een voorbeeld is het weren van doorgaand gemotoriseerd verkeer in een gebied en dit gebied zodanig inrichten dat de snelheid laag is (ASVV).
Auto-arm
Gebied waar door de inrichting en maatregelen het gebruik van de auto wordt ontmoedigd en het gebruik van andere vervoermiddelen wordt gestimuleerd. Het doel van auto-arme gebieden reikt verder dan dat van autoluwe gebieden. De maatregelen beperken zich niet alleen tot het weren van doorgaand autoverkeer, maar zijn ook gericht op vermindering van het herkomst- en bestemmingsverkeer per auto (ASVV).
Autovrij
Gebied waarin geen auto's mogen rijden, of waar alleen onder stringente voorwaarden auto's zijn toegestaan. Dit zal niet alleen moeten leiden tot een terugdringing van de automobiliteit, maar ook tot een vermindering van het autobezit (ASVV).
Verblijfsfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan sociale en recreatieve activiteiten van aanwonenden.
Ontsluitingsfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan het gaan naar, en komen van, percelen in de naaste omgeving.
Erffunctie
Combinatie van verblijfsfunctie en ontsluitingsfunctie.
Stroomfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan doorgaand verkeer.
Verkeersfunctie
Combinatie van ontsluitingsfunctie en stroomfunctie.
Verblijfsvoorziening
Voorziening ten behoeve van het verblijf; datgene wat men doet opdat het verblijf kan plaatsvinden, of op bevredigende wijze plaatsheeft.
Verkeersvoorziening
Voorziening ten behoeve van het verkeer [2]; datgene wat men doet opdat verkeer [2] kan plaatsvinden of op bevredigende wijze plaatsheeft.
(Verkeers)intensiteit (I)
Aantal verkeerseenheden dat een punt gedurende een bepaalde tijdsduur passeert (ASVV). Onderscheid kan worden gemaakt in voertuigintensiteit, voetgangersintensiteit, enzovoort. Tenzij anders vermeld heeft de (voertuig)intensiteit betrekking op beide rijrichtingen tezamen. Intensiteiten worden vaak uitgedrukt in pae per tijdseenheid.
Capaciteit (c)
Grootste aantal voertuigen dat volgens berekening per tijdseenheid een bepaald punt van een rijstrook of rijbaan kan passeren onder bepaalde omstandigheden.
Maatgevend spitsuur
Uurintensiteit met een bepaalde overschrijdingskans.
Personenauto-equivalent (pae)
Rekeneenheid waartoe voertuigen worden herleid om een onderlinge vergelijking van de verkeersintensiteit mogelijk te maken.
(Verkeers)categorie
Verzameling verkeerseenheden met overeenkomstige bewegingskenmerken. Gebruikelijke categorieën zijn: autoverkeer, fietsverkeer, voetgangersverkeer en openbaar vervoer.
Gemengd verkeer
Verkeer [1] dat uit meer dan een categorie bestaat. De verschillende hoedanigheden waarin mensen deel kunnen uitmaken van het verkeer, verhouden zich zoals in figuur 2.1/2 is aangegeven:
Verandering van plaats van mens of goed; of een reis of een gedeelte van een reis met een motief, waarbij het overgaan op een andere vervoerswijze niet als een nieuwe verplaatsing geldt.
Verplaatsingsduur
De totale reisduur per persoon per dag, gedeeld door het aantal verplaatsingen per persoon per dag.
Verkeer
1. Verzameling van al dan niet in beweging zijnde verkeerseenheden die van de weg gebruikmaken.
2. Gebruik van de weg door de verzameling van de verkeerseenheden voor het maken van verplaatsingen.
Verblijf
Gebruik van de weg door mensen, anders dan voor het maken van verplaatsingen. In de praktijk is de grens tussen verkeer [2] en verblijf moeilijk te trekken.
Vervoer
Gelegenheid tot het verplaatsen van mens of goed over de weg, het water of door de lucht.
Doorgaand verkeer
Verkeer [1] dat geen herkomst en geen bestemming heeft binnen het beschouwde gebied.
Herkomstverkeer
Verkeer [1] dat in een bepaald gebied zijn herkomst heeft.
Bestemmingsverkeer
Verkeer [1] dat in een bepaald gebied zijn bestemming heeft.
Autoluw
Gebied waarin de omvang van het autoverkeer in enige mate wordt teruggedrongen. Doel is veelal het verhogen van de verkeersleefbaarheid. Een voorbeeld is het weren van doorgaand gemotoriseerd verkeer in een gebied en dit gebied zodanig inrichten dat de snelheid laag is (ASVV).
Auto-arm
Gebied waar door de inrichting en maatregelen het gebruik van de auto wordt ontmoedigd en het gebruik van andere vervoermiddelen wordt gestimuleerd. Het doel van auto-arme gebieden reikt verder dan dat van autoluwe gebieden. De maatregelen beperken zich niet alleen tot het weren van doorgaand autoverkeer, maar zijn ook gericht op vermindering van het herkomst- en bestemmingsverkeer per auto (ASVV).
Autovrij
Gebied waarin geen auto's mogen rijden, of waar alleen onder stringente voorwaarden auto's zijn toegestaan. Dit zal niet alleen moeten leiden tot een terugdringing van de automobiliteit, maar ook tot een vermindering van het autobezit (ASVV).
Verblijfsfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan sociale en recreatieve activiteiten van aanwonenden.
Ontsluitingsfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan het gaan naar, en komen van, percelen in de naaste omgeving.
Erffunctie
Combinatie van verblijfsfunctie en ontsluitingsfunctie.
Stroomfunctie
Dienstbaarheid van de weg aan doorgaand verkeer.
Verkeersfunctie
Combinatie van ontsluitingsfunctie en stroomfunctie.
Verblijfsvoorziening
Voorziening ten behoeve van het verblijf; datgene wat men doet opdat het verblijf kan plaatsvinden, of op bevredigende wijze plaatsheeft.
Verkeersvoorziening
Voorziening ten behoeve van het verkeer [2]; datgene wat men doet opdat verkeer [2] kan plaatsvinden of op bevredigende wijze plaatsheeft.
(Verkeers)intensiteit (I)
Aantal verkeerseenheden dat een punt gedurende een bepaalde tijdsduur passeert (ASVV). Onderscheid kan worden gemaakt in voertuigintensiteit, voetgangersintensiteit, enzovoort. Tenzij anders vermeld heeft de (voertuig)intensiteit betrekking op beide rijrichtingen tezamen. Intensiteiten worden vaak uitgedrukt in pae per tijdseenheid.
Capaciteit (c)
Grootste aantal voertuigen dat volgens berekening per tijdseenheid een bepaald punt van een rijstrook of rijbaan kan passeren onder bepaalde omstandigheden.
Maatgevend spitsuur
Uurintensiteit met een bepaalde overschrijdingskans.
Personenauto-equivalent (pae)
Rekeneenheid waartoe voertuigen worden herleid om een onderlinge vergelijking van de verkeersintensiteit mogelijk te maken.
(Verkeers)categorie
Verzameling verkeerseenheden met overeenkomstige bewegingskenmerken. Gebruikelijke categorieën zijn: autoverkeer, fietsverkeer, voetgangersverkeer en openbaar vervoer.
Gemengd verkeer
Verkeer [1] dat uit meer dan een categorie bestaat. De verschillende hoedanigheden waarin mensen deel kunnen uitmaken van het verkeer, verhouden zich zoals in figuur 2.1/2 is aangegeven:
[ link ]
Figuur 2.1/2. Gemengd verkeer
Vestigingsplaatsfactor
Factor die medebepalend is voor de beslissing van een bedrijf om zich op een plaats te vestigen. Voorbeelden: beschikbare ruimte, ligging en ontsluiting.
Bereikbaarheid
Maat voor de toegankelijkheid van een bestemming, uitgedrukt in tijd en/of kosten en/of moeite.
Verzorgingsniveau
Mate waarin tegen aanvaardbare kosten voor de consument aan diens behoeften ten aanzien van winkels, onderwijs, gezondheid, cultuur, enzovoort wordt voldaan.
Stedelijkheidsgraad
Mate van verstedelijking van een gemeente of gebied gebaseerd op het aantal adressen per km2.
Conflict
Situatie waarin het samenkomen of kruisen van verkeersstromen of deelstromen kan leiden tot wederzijdse hinder of verkeersongevallen.
Conflictbelasting
Aantal voertuigen dat per tijdseenheid een kruisingsvlak of kruispuntvlak in conflicterende richtingen wil passeren. In incidentele gevallen kunnen dat ook voetgangers zijn.
Conflictvlak
Deel van de weg dat door twee of meer samenkomende en/of elkaar snijdende verkeersstromen wordt gebruikt.