Achtergronden
Algemeen
De visie Duurzaam Veilig gaat ervan uit dat uniformiteit per wegcategorie in de verkeersvoorzieningen zal bijdragen aan de veiligheid van het totale verkeers- en vervoerssysteem. Het uitgangspunt daarbij is dat het de verkeersdeelnemers zo eenvoudig en duidelijk mogelijk wordt gemaakt, zodat hun weggedrag des te veiliger wordt. De infrastructuur dient de weggebruikers te vertellen hoe zij zich behoren te gedragen.
Deze visie is onder meer gericht op eenduidigheid in wegen en straten. Dit geldt niet alleen voor de aanpassing aan de categorisering en de opbouw van het dwarsprofiel, maar ook voor de aansluitingsvormen en overige voorzieningen. Rotondes nemen hierbij, op grond van hun bewezen positieve effect op de verkeersveiligheid, een heel belangrijke plaats in.
Bij situering, ontwerp en reconstructie wordt ervan uitgegaan dat er alleen sprake kan zijn van rotondes als het (gemotoriseerde) verkeer dat de rotonde oprijdt, voorrang dient te verlenen aan het verkeer dat zich op de rotonde bevindt. De opvattingen hierover lijken al geruime tijd eensluidend, zowel op beleidsmatig als op verkeerstechnisch niveau. Anders ligt dit bij de voorrangsregelingen voor fietsers op het fietspad rondom de rotonde en voetgangers.
Ten aanzien van veiligheids- en vormgevingsaspecten van de verschillende voorrangsregelingen heeft de SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) hiertoe aanvullende onderzoeken verricht. Daarnaast zijn beleidsmatige en juridische aspecten in de beschouwingen betrokken.
De belangrijkste conclusies uit de SWOV-onderzoeken worden hierna per aspect beknopt uiteengezet.
Verkeersveiligheid
- Situaties waarbij de fiets uit de voorrang wordt gehouden, vertonen in het algemeen een gunstiger ongevallenbeeld, maar indien goede maatregelen worden getroffen, kan het fietsverkeer veilig in de voorrang worden afgewikkeld.
- Het verschil tussen fietsers in en uit de voorrang blijkt voor de weggebruiker onvoldoende uit de vormgeving, de bebakening en de markering van het fietspad.
- Op de onderzochte locaties met vrijliggende fietspaden in de voorrang, zijn geen ongevallen geregistreerd tussen fietsers en afslaande vrachtwagens of bussen.
- In situaties waarbij het fietsverkeer in de voorrang wordt afgewikkeld, is het gedrag van de fietsers van invloed op de ongevalskans. Het rijden in ‘contrarichting’ brengt een verhoogd risico met zich mee.
- Het voorrangsrecht voor fietsers op wegen binnen de bebouwde kom is moeilijker te realiseren dan op wegen daarbuiten, waarop snel en minder geconcentreerd wordt gereden en waar minder fietsers voorkomen.
- Verschillende vormgevingsaspecten van rotondes lijken invloed te hebben op de mate van onveiligheid, maar er bestaat nog niet voldoende inzicht in de zwaarte van die effecten.
Verkeersafwikkeling
- Rotondes met fietsers uit de voorrang hebben een hogere capaciteit voor het autoverkeer, ten koste van een geringe verliestijd voor het fietsverkeer.
- het bevorderen van de verkeersveiligheid;
- het handhaven van de kwaliteit van de bereikbaarheid en berijdbaarheid;
- het hanteren van gelijke rechten voor de verschillende verkeersdeelnemers;
- het bevorderen van de kwaliteit, het comfort en de doorstroming van het fietsverkeer op relaties die concurrerend kunnen zijn met het autoverkeer (binnen de bebouwde kom).
Juridische aspecten
Op grond van artikel 18 van het RVV 1990 dienen afslaande bestuurders het rechtdoorgaande verkeer op dezelfde weg voor te laten gaan. Uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter oordeelt dat het fietspad niet meer tot dezelfde weg behoort, als de afstand tussen de hoofdrijbaan en het fietspad te groot wordt. Of dat het geval is, hangt af van de concrete situatie. Op een rotonde zal daarvan doorgaans sprake zijn als de afstand tussen rijbaan en fietspad ten minste 10 m bedraagt. Is de afstand kleiner, dan moet ervan uit worden gegaan dat het fietspad tot dezelfde weg behoort en zullen de fietsers voorrang hebben op de afbuigende – de rotonde verlatende – bestuurders. Daarin kan noch met borden ‘geef voorrang’ noch met haaientanden verandering worden aangebracht. Daarom dient de fietser ook voorrang te krijgen op het oprijdende verkeer, indien het fietspad tot dezelfde weg behoort en de fietser dus voorgaat op het afslaande verkeer. In dat geval dient een voetgangersoversteekplaats te worden aangelegd teneinde de voetgangers in een vergelijkbare positie te brengen.
Indien fietsers uit de voorrang worden gehouden, is het noodzakelijk de vormgeving van het fietspad zodanig aan te passen dat het fietspad niet meer tot de dezelfde weg behoort als de hoofdrijbaan. Dat betekent dat het fietspad ter plaatse van de oversteek in voldoende mate moet worden ‘uitgebogen’.
Vormgevingsaspecten
- De doorsnee automobilist is niet in staat het verschil in voorrangsregeling af te leiden uit de ronde of afgeplatte vorm van een fietspad.
- Er zijn situaties binnen de bebouwde kom die hetzelfde worden ervaren als buiten de bebouwde kom, en andersom.
- Chauffeurs in bussen en vrachtauto's hebben bij het rond-, op- en afrijden van de rotonde in verschillende situaties (vrijwel) geen zicht op het (brom)fietsverkeer dat de rotonde volgt.
- Binnen de bebouwde kom zijn vooral ruimtelijke beperkingen vaak oorzaak van de diversiteit in rotondes.
- Het is voor de toerijdende automobilist vaak niet duidelijk of de fietsvoorziening een fietspad of een fietsstrook is.
- Bij rotondes met gemengd verkeer of aanliggende fietspaden is de fietser altijd in de voorrang. De situatie voor voetgangers is hierbij niet altijd even duidelijk.
Onderscheidende vormgevingskenmerken bij de voorrangsregeling
TNO Technische Menskunde (TNO-TM) is op zoek gegaan naar die kenmerken van de vormgeving, waarmee fietsoversteken in en uit de voorrang zich van elkaar onderscheiden. Daarnaast is in het onderzoek bekeken in hoeverre kenmerken van een stedelijke of landelijke omgeving een rol spelen bij het beoordelen van een voorrangssituatie.
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn hieronder kort samengevat:
- meer dan 90% van de weggebruikers baseert het oordeel over de voorrangssituatie op de markering (met haaientanden), de rode fietsoversteek en de bijbehorende bebording (voorrangsborden);
- de omgeving waarin de rotonde ligt (stedelijk of landelijk) heeft geen doorslaggevende invloed op de beoordeling van de voorrangsregel;
- de aanwezigheid van voorrangsmarkering (haaientanden) in hun rijpad direct voor de oversteek bewerkstelligt bij zowel automobilisten als bij fietsers een hogere mate van herkenning van de juiste voorrangssituatie;
- de uitvoering van de berm(verhard of onverhard) draagt niet bij aan de herkenning van de voorrangssituatie.
Naast deze conclusies zijn de volgende overwegingen van belang:
- beleidsmatige aspecten ten aanzien van Duurzaam Veilig;
- juridische aspecten;
- de samenhang met vergelijkbare situaties;
- binnen de bebouwde kom rijden bromfietsers op de rijbaan;
- de overtuiging van de werkgroep dat bij een eenduidige uitvoering van rotondes de veiligheid van situaties met fietsers in de voorrang binnen de bebouwde kom nog sterk kan verbeteren.
De bovenstaande argumenten hebben geleid tot één eenduidige aanbeveling voor toepassing en uitvoering van de voorrangsregelingen voor fietsers en voetgangers:
- binnen de bebouwde kom: fietsers in de voorrang, voetgangers bij voorkeur vrije doorgang;
- buiten de bebouwde kom: fietsers uit de voorrang, voetgangers geen vrije doorgang.
Als onderdeel van deze aanbeveling zijn ter wille van de uniformiteit en duidelijkheid voor de weggebruiker(s) ook richtlijnen opgesteld voor de inrichting en vormgeving van de oversteeklocaties. De juridische correctheid en de waarneembaarheid/duidelijkheid voor de weggebruikers hebben hierbij centraal gestaan. Het uitvoeren van rotondes volgens deze richtlijn wordt als randvoorwaarde gezien. De aanbevelingen worden in paragraaf 6.2 Maatvoering ontwerpelementen en paragraaf 6.3 Detaillering nader uiteengezet. In het algemeen komen de aanbevelingen neer op de in tabel 1 aangegeven kenmerken.
Tabel 1. Kenmerken voorrangssituaties
kenmerk | IN voorrang | UIT voorrang |
---|---|---|
verloop fietspadencircuit | rond | afgeplat |
kenmerken oversteek | rode kleur | geen afwijkende kleur |
afstand rotonde - fietspad | 5 m | minimaal 10 m |
plaats bromfiets | rijbaan | fietspad |
Klik [ link ]