Human factors in wegontwerp
Het vakgebied van Human Factors (ook wel ergonomie) betreft de interactie tussen de mens en de ontworpen technische en organisatorische omgeving. Het gaat daarbij om de invloed van de inrichting van het verkeerssysteem op de kenmerken en het gedrag van verkeersdeelnemers en de wijze waarop ze elkaar beïnvloeden in het verkeer.
In Nederland spant vooral Rijkswaterstaat zich in om de kennis uit dit vakgebied toe te passen bij het ontwerp van wegen. Rijkswaterstaat gebruikt daarbij de elementen uit psychologische theorieën die relevant zijn voor de verkeersveiligheid van het ontwerp van auto(snel)wegen. Hierbij is gewerkt vanuit de volgende verkeersveiligheidsprincipes:
- (her)kennen
- Verwachtingspatroon: Is de situatie conform verwachtingen van weggebruikers? Een self-explaining road weet bij nagenoeg alle weggebruikers de juiste verwachtingen op te roepen. Dat maakt situaties en gedrag van anderen beter voorspelbaar, waardoor weggebruikers beter kunnen anticiperen en er minder kans is op onverwachte manoeuvres. Omgekeerd is de kans juist groter dat gebruikers belangrijke informatie missen, zich niet aan de regels houden of misleid worden als de verkeerde verwachtingen worden gewekt. - Waarnemen: Ziet de weggebruiker informatie die van belang is voor de rijtaak? Er is een relatie tussen waarnemen en verwachtingspatroon, omdat weggebruikers verwachtingen hebben van waar informatie te vinden is. Dit gestuurde zoeken of gericht scannen van de omgeving moet worden geleerd. Ervaren verkeersdeelnemers zijn hierin bedrevener dan beginners.
- Begrijpen: Begrijpt de weggebruiker al deze informatie? De weggebruiker moet de waargenomen informatie begrijpen, zodat hij het kan vertalen in (veranderingen in) zijn verkeersgedrag. Bekende en verwachte informatie wordt gemakkelijker begrepen dan onbekende of onverwachte informatie.
- Kunnen: Kan de weggebruiker het verkeerskundig gewenste of noodzakelijke gedrag uitvoeren? Om de rijtaak veilig te kunnen uitvoeren, is van belang dat aan de voorgaande principes is voldaan. Daarnaast moeten over- en onderbelasting worden voorkomen. Overbelasting ontstaat als te veel informatie moet worden verwerkt of te veel handelingen tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd. Bovendien hebben bestuurders voldoende tijd nodig om zich op veranderingen voor te bereiden en te anticiperen als ergens een hogere inspanning nodig is.
- Willen: Is de weggebruiker gemotiveerd om het verkeerskundig gewenste gedrag uit te voeren? Sommige weggebruikers zijn zonder meer gezagsgetrouw, maar voor veel weggebruikers geldt dat deze meer geneigd zijn zich naar de regels te gedragen wanneer ze het belang van een verkeerssituatie of een regel inzien. Er is ook een groep die onverschillig is voor regels.
In de CROW-publicatie [ link ] is de wisselwerking tussen de wensen van de wegbeheerder en de wensen van de weggebruiker verder uitgewerkt.