Snelheidsbeheersing

Uitgangspunt is een wegprofiel dat uitnodigt tot een lage snelheid. Desondanks zullen sommige automobilisten proberen met een hogere snelheid te rijden. Specifieke snelheidsremmende maatregelen zullen dan ook als aanvulling nodig zijn. Het is verstandig om juist daar de snelheid te beïnvloeden waar belangrijke conflictpunten zijn gelegen, zoals bij schooluitgangen, oversteekpunten en kruispunten. Ook moet bezien worden of op tussenliggende weggedeelten nog voorzieningen nodig zijn. Dit hangt onder andere af van de lengte van de weggedeelten, de gevelafstand, de aankleding van de straat, enzovoort. Bij de situering van snelheidsremmende voorzieningen spelen niet alleen verkeerskundige aspecten een rol, maar ook omgevingskenmerken.

Door de snelheidsverlagende voorzieningen bijvoorbeeld ter hoogte van een winkelcentrum of een brug te situeren en het ontwerp af te stemmen op dit kenmerk, ontstaat een relatie tussen de voorziening en de omgeving. Hiermee wordt bereikt dat de snelheidsverlagende voorziening een logisch onderdeel van de straat vormt en als zodanig door de weggebruiker wordt geaccepteerd.

Het beheersen van de snelheid verdient veel aandacht, zowel op wegvakken als op kruispunten en oversteekpunten. Maatregelen voor snelheidsbeheersing lopen als een rode draad door Langzaam-sneller en dus ook door deze publicatie. In hoofdstuk 4 worden concrete handreikingen gedaan voor het ontwerp van gescheiden rijrichtingen (wegvakken), oversteekvoorzieningen en kruispunten. Bij elk van deze elementen wordt aandacht besteed aan maatregelen voor snelheidsbeheersing.