Beïnvloeding locatiekeuze
Fietsers zijn meestal gewend om zo dicht mogelijk bij de bestemming te parkeren. Parkeren in een inpandige stalling kan lastiger zijn dan een voorziening direct op straat. Om het gewenste gedrag van fietsers te kunnen afdwingen, is het belangrijk de openbare ruimte zo in te richten, dat het plaatsen van fietsen op ongewenste locaties moeilijk is (bijvoorbeeld door geen aanbindmogelijkheden te bieden) en parkeren op gewenste plaatsen zo aantrekkelijk mogelijk is. Goede informatievoorziening en gerichte communicatie is hierin een belangrijk middel.
Fietsers moeten op de hoogte zijn van de regels en de geschikte locaties voor het parkeren van hun fiets. In sommige gevallen weten fietsers niet van het bestaan van een fietsparkeervoorziening af, of zijn ze zich niet bewust van de voordelen (Verkeerskunde, 2017). Het informeren van fietsers over de mogelijkheden en de voordelen van parkeren in bepaalde stallingen, kan hen bewegen om daar te parkeren.
Maak eventueel ook onderscheid tussen verschillende doelgroepen. Verwijs bijvoorbeeld langparkeerders naar een fietsparkeervoorziening waar fietsen voor langere tijd mogen staan. Tabel 4.2 geeft een overzicht van mogelijke maatregelen om (kansrijke) doelgroepen te verleiden (honing) of te dwingen (azijn) hun fiets elders te parkeren. Bij voorkeur worden deze maatregelen samen met belanghebbenden (fietsers, bewoners, winkeliers, ondernemers) geformuleerd. De lokale kennis en creativiteit worden zo optimaal benut. Bovendien kunnen de maatregelen dan rekenen op meer draagvlak.
Tabel 4.2. Overzicht van mogelijke maatregelen per doelgroep, die erop zijn gericht fietsparkeerders in de openbare ruimte elders (inpandig) te laten parkeren
Kansrijke doelgroepen | Honing | Azijn | Gebied |
Weesfietsen (geen eigenaar)* |
|
| Alle |
Uitgaanspubliek/funshoppers met duurdere fietsen |
|
| Opvang/winkelen |
Overnachters (met name OV-forenzen met tweede fiets) |
|
| OV |
Bewoners die hun fiets niet dagelijks gebruiken en/of met dure fietsen |
|
| Wonen Winkelen Werken Centrum |
Werkers (onder andere winkelpersoneel) |
|
| Werken Winkelen |
*) Maatregelen treffen voordat de fiets een weesfiets wordt |
Helaas kan (nog) geen kant-en-klaar overzicht geven worden van mogelijke maatregelen per doelgroep, inclusief de bewezen effectiviteit. Daarvoor ontbreekt de praktijkervaring. In Fietsberaadpublicatie 33 ‘Verkenning doelgroepenaanpak voor het fietsparkeren’( [ link ] ) zijn een aantal maatregelen beschreven om kansrijke doelgroepen (zie tabel 4.2) te verleiden/dwingen hun fiets elders te parkeren.
Informeren
Informeren kan op verschillende manieren; een combinatie van middelen werkt vaak het beste om zo veel mogelijk fietsers te bereiken, zoals:
- bewegwijzering;
- herkenbare (huis)stijl;
- campagnes;
- motiveren (fietscoaches).
Een belangrijke manier om fietsers te informeren over de locatie van een fietsparkeervoorziening, is de bewegwijzering ernaartoe. Voer deze zo veel mogelijk in een herkenbare (huis)stijl uit zodat alle fietsparkeerverwijzingen in de openbare ruimte dezelfde, uniforme uitstraling hebben. Onderweg kunnen fietsers gemakkelijk de weg vinden naar een parkeervoorziening, die door de speciale bewegwijzering ook beter opvalt.
Voorbeeld informeren: P-routes en dynamische stallinginformatie
De gemeente Utrecht gebruikt sinds 2015 op belangrijke aanrijroutes naar het centrum P-routes, vergelijkbaar met de P-routes voor autoparkeren. Op deze routes zijn op belangrijke keuzepunten goed zichtbare borden geplaatst met bewegwijzering naar de stallingen. Deze borden bevatten dynamische stallingsinformatie, die wordt gevoed door optische sensoren in de stalling om het aantal vrije plekken te laten zien. Fietsers kunnen thuis al via een app de dynamische stallingsinformatie raadplegen, en zo een keuze voor een stalling maken voordat de fietsrit begint ( [ link ] ).
[ link ]
Figuur 4.5. Borden met dynamische stallingsinformatie in Utrecht
Ad 2 Herkenbare (huis)stijl
Op plekken waar een fietsparkeerverbod geldt of waar parkeren ongewenst is, kunnen borden in dezelfde herkenbare (huis)stijl verwijzen naar locaties waar wel geparkeerd mag worden. Diverse gemeenten, waaronder Amersfoort en Amsterdam ( [ link ] ), hebben een eigen huisstijl ontwikkeld, die aansluit bij andere gemeentelijke uitingen, en past binnen de vormgeving van nationale verkeersborden. Het is ook mogelijk om de fietsparkeerbebording aan te sluiten bij de ‘city marketing’-stijl van de betreffende stad.
Figuur 4.6. Linkerfoto: Fietsparkeerbebording en verwijzing in dezelfde stijl in Amersfoort Rechterfoto: Verwijzing vanaf het fietspad naar de fietsenstalling |
Ad 3 Campagnes
Het inzetten van campagnes is een andere manier om fietsers bewust te maken van de beschikbare en gewenste fietsparkeerlocaties, zie ook het kader met het voorbeeld van de campagne in Zwolle.
Voorbeeld campagne: Zwolle
De gemeente Zwolle heeft een campagne uitgevoerd om te laten zien dat de binnenstad van Zwolle voor iedereen toegankelijk is. Een onderdeel hiervan was het fietsparkeren. (Mobiele) fietsenstallingen in de stad werden zowel online als offline gepromoot. Gastheren en -vrouwen vroegen fietsers om te parkeren in de bewaakte stalling. Uit de evaluatie bleek dat de meeste fietsers hieraan wilden meewerken. De meest genoemde redenen om toch op straat te parkeren waren: ze parkeren hun fiets maar kort; er staan ook al andere fietsen; er staat nergens dat het verboden is.
Ad 4 Motiveren (fietscoaches)
Naast het informeren over beschikbare fietsparkeervoorzieningen is het ook belangrijk om fietsers te motiveren om daar te parkeren. In Amsterdam is uit praktijkervaringen gebleken dat een positieve boodschap beter werkt dan een negatieve. Zij hebben geëxperimenteerd met spandoeken met de tekst ‘Parkeer niet hier, maar in de fietsenstalling’.
[ link ]
Figuur 4.7. Bord om fietsers te attenderen om ergens anders te parkeren
Motivatie kan door fietscoaches in te zetten (zie kader ‘Beïnvloeding gedrag’), waarmee de fietsparkeerder feedback ontvangt over zijn gedrag. Via sociale beïnvloeding gaan mensen sneller het gewenste gedrag vertonen. In het voorbeeld van Veenendaal Centrum is dat gedaan door het inzetten van lokfietsen. Verder kunnen belonings- en probeeracties mensen verleiden om op de gewenste locatie te parkeren.
Beïnvloeding gedrag
- Klaar met je fiets
De gemeente Amsterdam had in maart t/m augustus de pilot ‘Klaar met je fiets’ waarbij inwoners werden gestimuleerd om ongebruikte fietsen (weesfietsen) in te leveren bij de gemeente( [ link ] ). Een van de doelen was ook om inwoners ervan bewust te maken dat het achterlaten van een verweesde fiets in de openbare ruimte asociaal is. De pilot bestond uit een campagne die inwoners oproept hun fiets gratis te laten ophalen, en de ophaalservice zelf. In de pilotperiode werden meer dan 1.300 fietsen opgehaald. De pilot is omgezet in een structurele service die de gemeente aanbied. Jaarlijks worden tussen de 500 en 800 fietsen ingeleverd. - Rode loper
Een goed voorbeeld is de toepassing van de rode loper in Groningen. Op locaties met een hoge fietsparkeerdruk waar ook een looproute is, is de looproute van een rode loper (een rood tapijt) voorzien. Deze maatregel blijkt effectief om fietsparkeren op de looproute tegen te gaan. - Fout parkeren station Veenendaal Centrum
Bij het treinstation Veenendaal Centrum waren de stallingen aan de stadskant vaak vol, terwijl de stallingen aan de andere kant nog veel onbenutte capaciteit had, met als gevolg veel foutparkeerders aan de stadskant en lege plekken aan de andere kant. Belangrijke redenen om dat te doen bleken gewoonte, haast en gemak. Aan de stadskant kwam een tijdelijke parkeervoorziening omdat dit kansrijker leek dan fietsers te bewegen aan de andere kant te parkeren. Om fietsers te motiveren daar te parkeren, werden de volgende maatregelen ingezet: flyers met complimenten voor de fietser dat hij de fiets heeft gepakt, een aankondiging van de nieuwe stalling inclusief de voordelen, ‘lokfietsen’ in de nieuwe stalling om het goede voorbeeld te geven en fietscoaches. Het aantal foutgeparkeerde fietsen verminderde met 48 procent (CROW, 2015b).