Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Leidraad fietsparkeren 2023
Deze tekst is gepubliceerd op 05-08-22

Bijlage I Fietsparkeerkencijfers

Om te bepalen wat de fietsparkeerbehoefte is en hoeveel parkeerplaatsen aangelegd moeten worden, zijn fietsparkeerkencijfers ontwikkeld. Gebruik fietsparkeerkencijfers ook om de te verwachten fietsparkeervraag te bepalen als de voorziening waarvoor het fietsparkeren moet worden geregeld nog niet aanwezig is, bijvoorbeeld bij nieuwbouw of functieverandering van een gebouw.
De kencijfers staan los van de normen in het Bouwbesluit en andere wettelijke bepalingen. De fietsparkeerkencijfers dienen als hulpmiddel voor bijvoorbeeld het bepalen van fietsparkeernormen en zijn bedoeld voor solitaire voorzieningen. Ze zijn dus niet geschikt voor gebieden met grote menging van voorzieningen, zoals binnensteden.
De huidige fietsparkeerkencijfers van 2025 zijn op de volgende punten verbeterd ten opzichte van de voorgaande fietsperkeerkencijfers van 2019:
  • Het aantal voorzieningen is uitgebreid en daardoor aansluitend bij de voorzieningen van auto parkeerkencijfers
  • De kencijfers zijn geactualiseerd naar de actuele vraag
  • Er is, gelijk met de auto parkeerkencijfers, een complete onderverdeling naar stedelijkheid gemaakt
  • En er is een differentiatie gemaakt voor bezoekers vraag naar fietsparkeren aan de hand van de stedelijkheid
Werkwijze
Doorloop onderstaande stappen voor het juist toepassen van de fietsparkeerkencijfers.
Stap 1. Basisgegevens verzamelen
  • Bepaal de voorziening
  • Bepaal de locatie
Stap 2. Zoek bijbehorende voorziening op in tabellen
  • Zoek het bijbehorende kencijfer van de betreffende voorziening op in de tabellen.
  • Bepaal de rekeneenheid (aantal m2 bvo/werkplekken/woning enzovoort).
Opmerking:
Houd rekening met de opmerkingen in de tabel (aantal balies, wel/geen terras enzovoort).
Stap 3. Bepaal het benodigde aantal fietsparkeerplaatsen voor…
  • Reguliere gebruikers, en;
  • Bezoekers (indien nodig).
Stap 4. Kies een kencijfer binnen de bandbreedte
  • Zijn er hoge ambities voor het stimuleren van het fietsgebruik?
      -Zo ja, kies voor een kencijfer aan de bovenkant van de bandbreedte
      -Zo nee, kies voor een kencijfer onderin de bandbreedte
  • Zijn er andere bijzonderheden? (bv. de locatie is gunstig ten opzichte van ov, het is een wijk met veel jonge gezinnen met bakfietsen).
Stap 5. Samenvatting en vaststellen aantal fietsparkeerplaatsen
Als er verschillende eenheden zijn, kan het aantal parkeerplaatsen per eenheid verschillen. Het benodigde aantal fietsparkeerplaatsen is het gemiddelde van die uitkomsten.
Algemene opmerkingen bij tabellen fietsparkeerkencijfers
De gepresenteerde kencijfers zijn gemiddelden per voorziening voor heel Nederland. De kencijfers zijn gebaseerd op huidig/feitelijk gebruik, want de tellingen zijn uitgevoerd op bestaande locaties. Standaard is een marge van +20% in de kencijfers verwerkt (uitgezonderd woningen). Deze extra parkeercapaciteit is gewenst, omdat fietsers de lege plekken ook moeten kunnen vinden (frictieleegstand). Daarnaast is er zo enige flexibiliteit om een beperkte groei van het fietsgebruik te kunnen opvangen.
Weesfietsen, foutief geplaatste fietsen en buitenmodelfietsen zorgen ervoor dat niet alle plaatsen gebruikt kunnen worden. Buitenmodelfietsen zijn fietsen die niet in het fietsparkeersysteem (het rek) te plaatsen zijn. In de kencijfers wordt hiermee geen rekening gehouden en geen onderscheid gemaakt naar type fietsen (bijvoorbeeld kratfietsen, moederfietsen, bakfietsen). Verwijder weesfietsen periodiek, controleer op foutief gestalde fietsen en biedt stallingssystemen voor buitenmodelfietsen, zodat de capaciteit optimaal kan worden benut. De publicatie ‘Buitenmodelfietsen in stationsstallingen: Verkenning en oplossingen’ (CROW-Fietsberaad, 2016a) gaat uitgebreid in op het parkeren van deze buitenmodelfietsen.
In de praktijk is er vaak sprake van een grote spreiding in de behoefte aan fietsparkeerplekken. In de kencijfers is, voor zover de data dit toelaten, een onderscheid gemaakt naar locatie (centrum, rest bebouwde kom, enzovoort). Bij basisscholen is er onderscheid naar de grootte van de school. De fietsparkeerbehoefte is daarnaast afhankelijk van het verzorgingsgebied en de ov-bereikbaarheid. Over het algemeen zal de parkeerbehoefte bij voorzieningen met een groot verzorgingsgebied en goede ov-bereikbaarheid lager in de bandbreedte liggen.
Voor werklocaties is zo veel mogelijk onderscheid gemaakt tussen werknemers en bezoekers. Aan de fietsparkeerplekken voor werknemers worden hogere eisen gesteld (bij voorkeur inpandig). Bezoekers zetten hun fiets bij voorkeur direct naast de (hoofd)ingang.