Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Mobiliteit en gedrag
Deze tekst is gepubliceerd op 22-12-14

Eenduidige verkeerssignalen

Het communiceren van een duidelijke en eenduidige boodschap aan de weggebruiker om zo gewenst gedrag te bevorderen, gaat ook op voor afzonderlijke verkeerselementen. Vermeden moet worden dat dezelfde verkeerselementen worden gebruikt voor verschillende boodschappen (een doorgetrokken lijn mag niet worden gepasseerd, behalve als de vluchtstrook als spitsstrook wordt gebruikt). Of dat verschillende verkeerselementen worden gebruikt voor dezelfde boodschap (snelheidsbeperkingen worden op dynamische borden soms aangegeven zonder rode rand en op verkeersborden met rode rand). Beide manieren wekken onduidelijkheid bij de weggebruiker op en kunnen ervoor zorgen dat weggebruikers ongewenst gedrag gaan vertonen.
[ link ]

Figuur 47. Door de onduidelijke overgang en het materiaalgebruik van deze tijdelijke oplossing, rijden veel fietsers op het tijdelijke voetpad

[ link ]

Figuur 48. De snelheidsbeperking wordt hier zonder rode rand aangeboden. Dit maakt het voor weggebruikers onduidelijk wat er bedoeld wordt.

[ link ]

Figuur 49. De snelheidsbeperking wordt hier met rode rand aangeboden. Dit maakt het voor weggebruikers duidelijk wat er bedoeld wordt.

Een dynamisch signaal dat wordt gebruikt om aan te geven of een rijstrook open is en dat uitstaat, geeft een dubbelzinnige boodschap. Het is voor de automobilist onduidelijk of het signaal uitstaat (en dat de rijbaan niet gebruikt mag worden) of kapot is. Daarom wordt aangeraden om voor iedere boodschap van de dynamische borden een apart signaal te creëren; één voor 'rijbaan open', één voor 'rijbaan gesloten' en één voor 'bord is kapot'.