Sumo: succesvol projecten opzetten, monitoren en evalueren
Er bestaat een stappenplan dat (zeker in de beginfase van een project) helpt om projecten succesvol op te bouwen, te monitoren en te evalueren. Deze Sumo-methodiek [3.8] wordt ingezet bij mobiliteitsmanagementprojecten. Echter, deze methode is breder toepasbaar. Sumo is vooral ontwikkeld voor projecten en programma’s die gedrag beïnvloeden. Het is een eenvoudige methode en flexibel in te zetten. Het is geen vast stramien. Daarmee komt het tegemoet aan de wens om minder uitgebreide analyses uit te voeren en toch grip te krijgen op effecten. Bovendien zijn resultaten van verschillende soorten projecten onderling vergelijkbaar.
Met Sumo worden projecten stap voor stap opgebouwd, gevolgd en geëvalueerd. Bij het opzetten wordt een project systematisch gepland en ingericht. Het gaat om de keuze welke stappen ingezet moeten worden om het gewenste effect te bereiken. Bij het volgen van een maatregel of project worden gegevens over de voortgang systematisch verzameld.
De resultaten worden gebruikt om te bepalen of aanpassingen nodig zijn. Ten slotte wordt bij het evalueren verklaard waarom veranderingen in het gedrag zijn opgetreden.
Met Sumo worden projecten stap voor stap opgebouwd, gevolgd en geëvalueerd. Bij het opzetten wordt een project systematisch gepland en ingericht. Het gaat om de keuze welke stappen ingezet moeten worden om het gewenste effect te bereiken. Bij het volgen van een maatregel of project worden gegevens over de voortgang systematisch verzameld.
De resultaten worden gebruikt om te bepalen of aanpassingen nodig zijn. Ten slotte wordt bij het evalueren verklaard waarom veranderingen in het gedrag zijn opgetreden.
De stappen volgen elkaar logisch op. De methodiek draait niet alleen om de maatregelen, maar juist om de gebruikers en hun gedrag. Sumo sluit aan bij de fasen van gedragsverandering uit het MaxSem-model (zie hoofdstuk 7). Als alleen wordt gekeken naar maatregelen, zoals een nieuwe app of buslijn, dan komt men nauwelijks verder dan het tellen van de gebruikers. Met de stappen van Sumo wordt via ander gedrag toegewerkt naar effecten als minder autokilometers, minder parkeeroverlast en minder uitstoot. Vanaf het begin wordt bepaald wat voor gedrag men wil veranderen. Daardoor kunnen de activiteiten en effectmeting meteen goed worden uitgevoerd.
[ link ]
Tabel 3. Sumo stappen schematisch weergegeven
Alles begint met het berekenen, plannen en onderbouwen van activiteiten. Van voorgestelde maatregelen is de haalbaarheid na te gaan. Sumo helpt om een inschatting te maken of de maatregel leidt tot gewenst gedrag. Tijdens de uitvoering van een maatregel laat Sumo zien wat er gebeurt, zodat bijgestuurd kan worden indien dit nodig is. Met Sumo wordt gemonitord op de juiste activeiteiten zijn uitgevoerd, of deze bekend zijn bij de doelgroep en of voldoende mensen mee doen aan de maatregel. Ten slotte is aan het einde van het project te bepalen of het doel bereikt is. Aan het eind van een project wordt geëvalueerd of de effecten overeenkomen met de doelen. Door op verschillende momenten het Sumo-schema in te vullen, wordt inzichtelijk wat de ontwikkeling binnen het project is geweest ten aanzien van de gedragsverandering en welke factoren daaraan hebben bijgedragen.
Sumo leent zich dus prima voor het opzetten, bijsturen en evalueren van allerlei gedragsprojecten. Bijvoorbeeld op het vlak van beprijzing, duurzame mobiliteit, fietsen, infrastructuur, mobiliteitsmanagement, openbaar vervoer, parkeren, veilig verkeer en verkeerseducatie.
Sumo leent zich dus prima voor het opzetten, bijsturen en evalueren van allerlei gedragsprojecten. Bijvoorbeeld op het vlak van beprijzing, duurzame mobiliteit, fietsen, infrastructuur, mobiliteitsmanagement, openbaar vervoer, parkeren, veilig verkeer en verkeerseducatie.
Op en neer bij SpitsScoren Rotterdam
Sumo is goed in te zetten voor het vooraf inschatten van resultaten.
De verkeersonderneming Rotterdam heeft consortia uitgenodigd om minimaal 530 spitsmijdingen per dag te bereiken. Dat komt neer op vijf procent van het verkeer. Een lager aantal spitsmijdingen levert een boete op, een hoger aantal een bonus.
De verkeersonderneming Rotterdam heeft consortia uitgenodigd om minimaal 530 spitsmijdingen per dag te bereiken. Dat komt neer op vijf procent van het verkeer. Een lager aantal spitsmijdingen levert een boete op, een hoger aantal een bonus.
Het winnende consortium SpitsScoren gebruikte Sumo om zijn voorstel te onderbouwen. Het consortium redeneerde terug vanuit het doel: 530 spitsmijdingen per dag. Ervaring leert dat:
- Deelnemers gemiddeld 4 spitsritten per week maken.
- Deelnemers ongeveer 2,8 dagen per week de spits mijden.
- Ongeveer dertig procent van de deelnemers bijna géén spitsen mijdt.
Dat betekent dat ongeveer 2.150 deelnemers nodig zijn om het doel te halen. Het aantal mensen dat zich na de uitnodigingsbrief aanmeldt, schommelt tussen de 8 en 12 procent. Om het doel te halen, moeten dus tussen de 18.000 en 27.000 mensen aangeschreven worden. Het consortium vond dat aantal hoog. Daarom heeft het de doelgroep extra verleid om mee te doen.
Tijdens het werven van deelnemers hield het consortium bij of het aantal aanmeldingen voldoende was. Bij voldoende aanmeldingen werd de communicatie teruggeschroefd, want een teveel aan deelnemers kon leiden tot budgetoverschrijding. Toen de deelnemers daadwerkelijk gingen spitsmijden, hield het consortium elke maand bij of het aantal spitsmijdingen op koers lag. Wanneer dit inzakte, kon het mensen tijdig herinneringen sturen of extra deelnemers werven.
SpitsScoren liep van oktober 2009 tot augustus 2012. Uiteindelijk leidde het project tot 780 spitsmijdingen per dag door 2.000 deelnemers.
SpitsScoren liep van oktober 2009 tot augustus 2012. Uiteindelijk leidde het project tot 780 spitsmijdingen per dag door 2.000 deelnemers.
Van doel naar aanbod
Sumo start met een probleemanalyse. Daarna worden het doel, de doelgroepen en het gewenste gedrag geformuleerd. Hieruit volgt een aanbod aan de doelgroep.
Van aanbod via gewenst gedrag naar resultaat
Nadat een goed beeld is gevormd van het aanbod aan de doelgroep, wordt een projectplan uitgewerkt. Het aanbod leidt tot een aantal activiteiten voor de doelgroep om het aanbod bekend te maken. Vervolgens wordt ingeschat of het aanbod bekend is geraakt bij de doelgroep, of de doelgroep interesse toont in het aanbod en of de doelgroep tevreden is over de informatie.
In de volgende fase wordt onderzocht hoeveel mensen de intentie hebben om deel te nemen aan de maatregel en hoeveel daadwerkelijk overgaan tot het proberen van het nieuwe gedrag. Ten slotte wordt onderzocht hoeveel mensen tevreden zijn met hun nieuwe gedrag.
Bij het resultaat gaat het erom vast te stellen hoeveel mensen hun nieuwe gedrag blijven vertonen en welk effect dit heeft. Bijvoorbeeld: 256 deelnemers die meedoen aan een maatregel om een e-fiets aan te schaffen, rijden daadwerkelijk een aantal keren per week met de e-fiets naar het werk. Samen besparen zij dagelijks gemiddeld 154 spitsritten waardoor de doorstroming op een bepaalde locatie sterk verbetert.
Aan het eind van een project wordt geëvalueerd of de effecten overeenkomen met de doelen.
Flexibel omgaan met het stappenplan
Sumo schrijft niet voor welke indicatoren ingezet worden om effecten te meten. Het is ook niet verplicht om iedere stap te meten. De onderzoeker is flexibel in de manier waarop Sumo toegepast wordt.