Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer bruggen voor langzaam verkeer
Deze tekst is gepubliceerd op 18-03-14

Hellingbanen

Een brug moet toegankelijk zijn voor alle gebruikers. Is de brug alleen bedoeld voor voetgangers, dan kan een trap of serie trappen volstaan om een groot hoogteverschil tussen maaiveld en brugdek te overbruggen. In het geval van een fietsbrug is een hellingbaan nodig om het hoogteverschil al fietsend te overbruggen.

Figuur 5.16. Hellingbaan voor fietsers en trap voor voetgangers bij brug d'r Reëgeboag in Landgraaf

Er kan zowel bij een vaste brug als bij een beweegbare brug behoefte zijn aan een hellingbaan. In eerdere hoofdstukken zijn de afwegingen die spelen bij het bepalen van de positie en hoogte van het brugdek behandeld. Daarmee is ook het te overwinnen hoogteverschil bepaald. Hier gaan we daarom in op alles wat verder van invloed is op het ontwerpen van de optimale hellingbaan:
  • hellingspercentage
  • kosten
  • gebruikscomfort
  • routevrijheid
Omdat gebruikelijke oplossingen mogelijk niet altijd passen binnen de situatie, komen tot slot ook alternatieve oplossingsrichtingen aan bod. Bedenk dat een tunnel ook uitkomst kan bieden, hoewel deze niet behandeld wordt in deze ontwerpwijzer.
Doelgroep
Zoals ook in hoofdstuk 3 benoemd is, is het van belang vast te stellen wie de gebruikers zijn, met bijbehorende eisen en wensen. Wat hellingbanen betreft, is de fietser doorgaans maatgevend. Zoals gezegd, is een trap voor voetgangers directer en prettiger. Voor bijzondere doelgroepen, zoals mindervaliden, zijn er eigenlijk geen wettelijke eisen; en richtlijnen die er zijn, zijn met name opgesteld voor toegang tot gebouwen en/of beperkte hoogteverschillen (tot circa 1 m). Mocht deze groep als maatgevend gelden, dan kunnen dergelijke eisen of richtlijnen (bijvoorbeeld Bouwbesluit, Handboek toegankelijkheid) als inspiratie dienen. Deze richtlijnen kennen enige overeenkomsten met de aanbevelingen voor de fiets. Het belangrijkste verschil is dat er meer rustplateaus wenselijk zijn: een hellingsgraad van 4 procent met elke 0,5 m hoogteverschil een rustplateau. Dit maakt een dergelijke hellingbaan voor fietsers weer minder comfortabel. Mocht een bijzondere doelgroep een doorslaggevende rol spelen, dan kan ook altijd contact gezocht worden met belangenorganisaties met specifieke kennis (bijvoorbeeld NIRT Nederlands Instituut voor Rolstoeltoegankelijkheid).