Hemelwaterafvoer
Bij een open brugdek, bijvoorbeeld opgebouwd uit houten planken met spleten ertussen, loopt het regenwater vrijwel direct van het brugdek af. In alle situaties waarin het ongewenst is dat het regenwater direct vanaf de brug op de onderliggende infrastructuur komt, is hemelwaterafvoer nodig.
De wijze van opvangen en afvoeren van hemelwater verschilt per situatie en is onder meer afhankelijk van het wegprofiel van het aansluitende fiets- of voetpad, het hellingspercentage van het brugdek en de overspanning. Uitgangspunt is in elk geval het water zo af te voeren dat er geen waterhinder ontstaat.
Het aansluitende fiets- of voetpad is voorzien van een verkanting, die ervoor zorgt dat het regenwater naar de zijkant(en) van het pad stroomt. Ook op de brug is zo’n verkanting van doorgaans 2 procent nodig. Bij verkeersstroken voor één gebruikersgroep zijn verkanting op één oor of (naar één zijde) en verkanting in dakprofiel (naar twee zijden) gebruikelijk.
Op de brug betekent deze verkanting meestal dat het water wordt afgevoerd in de richting van de brugrand. Een schampkant (verhoogde rand) van 3 tot 10 cm zorgt er dan voor dat het water niet over de brugrand stroomt, maar in de lengterichting van het brugdek.
[ link ]
Figuur 9.21. Goot en verhoogde rand voor hemelwater afvoer
Afschot
Essentieel is hiervoor wel dat het brugdek een zeker afschot heeft, zodat het water automatisch richting de afvoerpunten stroomt. De afvoerpunten bevinden zich vaak bij de landhoofden of steunpunten.
Een afschot van 1 procent in de lengterichting van de brug is voldoende om de waterafvoer te garanderen. Een zeer extreme regenbui kan bij dit percentage nog wel tot wateroverlast leiden op het brugdek. Of dit een probleem is, moet de opdrachtgever per brug afwegen.
Een afschot van 1 procent in de lengterichting van de brug is voldoende om de waterafvoer te garanderen. Een zeer extreme regenbui kan bij dit percentage nog wel tot wateroverlast leiden op het brugdek. Of dit een probleem is, moet de opdrachtgever per brug afwegen.
Let op! Bij een lager hellingspercentage zijn ingewikkelde berekeningen nodig om aan te tonen dat de brug het regenwater in voldoende mate door stuwing afvoert. Een afschot van minder dan 1 procent is sterk af te raden, want het laten uitvoeren van de benodigde berekeningen door een gespecialiseerd ingenieursbureau kost veel geld en tijd. Meer over de aan te houden rekenwaarden voor de neerslaghoeveelheden is te vinden in RWS Rapport 10 Regenwaterafvoer deel I neerslag hoeveelheden [55].
Om het wegstromen van het regenwater beter te reguleren, is het mogelijk een geul aan te brengen in het brugdek, tussen de schampkant en het fiets- of voetpad. Vooral bij hevige regenbuien vergroot een dergelijke geul het gebruikscomfort.
Uitzonderingen
Voor bruggen waarbij het water over grote afstand moet worden afgevoerd, kan het aanleggen van een onderdeks afwateringssysteem een optie zijn. Aandachtspunt hierbij is het beheer en onderhoud.
Op bruggen met een negatieve toog verzamelt het water zich op het laagste punt. Voor een dergelijke brug moet er minimaal op het laagste punt een waterafvoer aanwezig zijn.
Voor langzaamverkeersbruggen is een hemelwaterafvoerberekening niet vereist, tenzij de opdrachtgever de ROK (Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken van Rijkswaterstaat) van toepassing verklaart.
Een gespecialiseerd ingenieursbureau kan toetsen of het brugdek voldoet aan de richtlijnen uit de ROK [45]. Dit maakt een project al snel overbodig complex en werkt kostenverhogend.
Een gespecialiseerd ingenieursbureau kan toetsen of het brugdek voldoet aan de richtlijnen uit de ROK [45]. Dit maakt een project al snel overbodig complex en werkt kostenverhogend.
Afvoerpunten
De afvoerpunten bevinden zich doorgaans bij landhoofden en steunpunten. Bij de landhoofden kan het hemelwater direct van de brug worden afgevoerd of via het onderliggende talud. Aandachtspunt hierbij dat er geen vocht bij de oplegblokken komt. Ook kan het hemelwater bij de landhoofden naar het aansluitende wegprofiel worden afgevoerd via een voegprofiel of ingebouwde hemelwaterafvoer. Buiten de landhoofden wordt het hemelwater dan afgevoerd als de rest van het hemelwater wat wordt afgevoerd van het wegprofiel, middels kolken of in de berm. Aandachtspunt hierbij is dat het hemelwater zo moet worden afgevoerd dat er geen uitspoeling plaatsvindt.
Bij de steunpunten kan het water worden afgevoerd met een geïntegreerde hemelwaterafvoer of een ‘waterspuwer’, afvoergat. Dit laatste geldt ook voor de andere plekken waar water kan worden afgevoerd.
Bij de steunpunten kan het water worden afgevoerd met een geïntegreerde hemelwaterafvoer of een ‘waterspuwer’, afvoergat. Dit laatste geldt ook voor de andere plekken waar water kan worden afgevoerd.
Openingen, maaswijdte
In situaties waar gebruikers met smalle hakken, krukken of een stok worden verwacht, wordt aangeraden om spleten of gaten in loopoppervlak met maaswijdte of spleetbreedte van meer dan 20 mm te voorkomen [54].
Schampkant
De schampkant is een verhoogde rand van het brugdek. De functie van deze rand is primair het opvangen van het hemelwater. Daarnaast zorgt de schampkant er ook voor dat steenslag dat losraakt van de slijtlaag niet op of in de onderliggende infrastructuur belandt.
De hoogte van de schampkant varieert van 3 tot 10 centimeter.
De hoogte van de schampkant varieert van 3 tot 10 centimeter.