Landhoofden
Op het landhoofd landt de brug aan. Het landhoofd verdeelt de krachten uit het brugdek over de fundering en zorgt voor een stabiele overgang tussen de brug en het aansluitende talud en wegprofiel.
Hiervoor kan een landhoofd worden uitgerust met vleugelwanden en stootplaten.
Hiervoor kan een landhoofd worden uitgerust met vleugelwanden en stootplaten.
Wanneer het landhoofd van een brug zich in een talud bevindt, zorgen vleugelwanden naast de opleggingen ervoor dat er geen grond uit het talud over de oplegging ‘stroomt’. Deze vleugelwanden bevinden zich onder het brugdek.
Figuur 9.11. Landhoofd met vleugelwanden ter afscherming van de opleggingen, Nesselande Rotterdam
Wanneer het landhoofd uit het talud steekt worden vleugelwanden ook toegepast om de grond onder het aansluitende wegprofiel op te sluiten (figuur 9.11). Op de foto zijn de hekwerken doorgetrokken over de vleugelwanden van de landhoofden.
Figuur 9.12. Uit het talud stekend landhoofd met vleugelwanden, Purmerend
Vleugelwanden zijn overbodig wanneer het landhoofd zo in het talud is geplaatst dat de opleggingen vrij blijven en de stabiliteit van het aansluitende talud en wegprofiel is gewaarborgd.
Zonder landhoofden
Een licht belaste voetgangersbrug die aanlandt op een zeer stabiel talud, kan ook direct steunen op de funderingspalen en aanlanden op het talud, zonder land hoofden. Stootplaten en vleugelwanden zijn dan uiteraard ook niet nodig.
Let op! Soms bevindt een landhoofd zich direct boven kabels en leidingen die niet te verplaatsen zijn. De landhoofden en ondersteunende palen mogen geen bedreiging vormen voor de kabels en leidingen. Het landhoofd kan de leiding of kabel overkluizen. Dit leidt meestal tot aanmerkelijk duurdere landhoofden. Rekening houden met aanwezige kabels en leidingen bij het bepalen van de mogelijkheden voor de inpassing van de nieuwe verbinding is dus van groot belang. Het kan ook voorkomen dat er geen grondlichamen mogen worden aangebracht op een kabel- of leidingtracé.