Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer voetgangers
Deze tekst is gepubliceerd op 16-09-23

Trappen

Bijna iedereen kan kleine hoogteverschillen overbruggen (bijvoorbeeld via op- en afritten en verlaagde trottoirbanden). Bij grotere hoogteverschillen kan gebruik worden gemaakt van een trap. Aangezien een trap voor een toenemend aantal mensen niet toegankelijk is, is op looproutes als alternatief een helling aanwezig (zie paragraaf 7.3.2). Een trap moet logisch en herkenbaar in de looproute gesitueerd zijn, zodat omlopen niet nodig is.
Maatvoering
De maatvoering van een trap is belangrijk voor de bruikbaarheid (zie voorzieningenblad V9). Het gemak waarmee een trap kan worden gebruikt, hangt samen met de verhouding tussen de hoogte (optrede) en diepte (aantrede) van de treden. Voor een trap die prettig in het gebruik is, gelden de volgende maten:
  • optrede: tussen de 0,15 en 0,18 meter;
  • aantrede: ≥ 0,30 meter.
In principe geldt hierbij de vuistregel dat de som van de aantrede, plus twee keer de optrede, 0,60-0,65 meter moet zijn. Dit zorgt voor een prettig en veilig loopritme. Afwijkende verhoudingen, zoals extra grote aantreden of wisselende op- en aantreden, kunnen zorgen voor een onprettige loop of zelfs struikelgevaar. Verder dient een trap voldoende ruimte te bieden om elkaar te kunnen passeren.
Gebruiksgemak
Met steun en begeleiding van een leuning, is een trap voor veel mensen begaanbaarder, veiliger en prettiger. De leuning geeft letterlijk houvast en kondigt het begin en eind van de trap aan. Bij het begin en einde van trappen en op bordessen moet de leuning horizontaal doorlopen voorbij de eerste en laatste optrede over de lengte van de aantrede (zie voorzieningenblad V9).
Het materiaal van de trap moet voldoende stroef zijn, zodat mensen niet uitglijden. Breng bij gladde materialen een antislipstrook aan; deze kan het beste worden gecombineerd met de markering van de treden. De markering op de traptreden is contrasterend waardoor een betere diepte-inschatting mogelijk is.
Korte trappen en opstapjes
Trappen van slechts een of enkele treden komen veel voor. Vanwege de begaanbaarheid, veiligheid en het gebruiksgemak dienen ook trappen die uit slechts een of enkele treden bestaan, te zijn voorzien van leuningen of een ander soort steun- of grijppunt. Weeg zorgvuldig af of korte trappen en opstapjes met steun- en grijppunten tot obstakelvorming leiden in de openbare ruimte. De aanwezigheid van een leuning, contrasterend in kleur, attendeert mensen al op afstand op een trap. Breng ook hier kleurcontrast aan om te voorkomen dat mensen korte trappen over het hoofd zien.