Voorrangskruispunten gebiedsontsluitingswegen 50 of 30 km/h
Leg een voorrangskruispunt aan waar een relatief rustige gebiedsontsluitingsweg en een erftoegangsweg elkaar kruisen. Overweeg verkeerslichten of een ongelijkvloerse kruising als de gebiedsontsluitingsweg drukker is. De keuze van de oversteekvoorziening verschilt voor de hoofdweg en de zijwegen.
Zijwegen
De gebiedsontsluitingsweg krijgt altijd voorrang op de erftoegangsweg, ongeacht of hier een maximumsnelheid van 50 of 30 km/h van toepassing is. Dit betekent ook dat overstekende voetgangers die parallel lopen aan de voorrangsweg (en dus de zijweg oversteken) altijd vrije doorgang moeten krijgen. Naderende bestuurders vanuit de zijweg moeten immers sowieso hun snelheid verlagen en voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg. Dat kan met zebrastrepen en bebording, of met een uitritconstructie (zie voorzieningenblad V28 en V29). Een voordeel van een uitritconstructie is, dat deze de snelheid van het gemotoriseerd verkeer remt. Dat is gunstig voor voetgangers die de langs gebiedsontsluitingsweg lopen, omdat bij het in -of uitrijden van een uitrit alle weggebruikers een vrije doorgang hebben. Ook hoeven zij in deze situatie geen hoogteverschillen te overbruggen.
Voorrangsweg
De keuze van de voorziening om de voorrangsweg over te steken hangt van de situatie af. Als er sprake is van een intensiteiten van minder dan 1400 pae/h) dan is een zebrapad wenselijk indien er veel voetgangers oversteken, wat zeker het geval is wanneer de oversteekplaats deel uitmaakt van het hoofdnet voor voetgangers. Zowel in situaties met en zonder zebrastrepen moet de veiligheid voor overstekende voetgangers worden vergroot door de oversteekplaats op een plateau te leggen. Daarmee is de snelheid ter hoogte van de oversteekplaats maximaal 30 km/h. De oversteekbaarheid wordt een stuk beter door een middeneiland van tenminste 2,5 meter breed aan te leggen. Zonder middeneiland is de oversteekbaarheid slecht bij een intensiteit van meer dan 800 pae/h. Bij een auto-intensiteit van meer dan circa 1.400 pae/h is ook een weg met een middeneiland slecht oversteekbaar voor voetgangers. De gemiddelde wachttijd bedraagt dan meer dan 10 seconden en de situatie wordt al snel onveilig. Overweeg in dat geval een VRI of ongelijkvloerse kruising. Dit is ook het geval indien er 2 rijbanen of meer per richting overgestoken moeten worden.
Figuur 8.2. Voorzieningen oversteken op voorrangskruispunten op gebiedsontsluitingswegen 50 of 30 km/h
GOW 50 of 30 km/h | hoofdnet/veel voetgangers | basisnet/weinig voetgangers | nauwelijk/geen voetgangers |
te kruisen arm voorrangsweg > 1400 pae/h | VRI of ongelijkvloers | VRI of ongelijkvloers | geen oversteekvoorziening |
te kruisen arm voorrangsweg <1400 pae/h | zebrapad (V22 en V35) | oversteekvoorziening maar geen zebrapad (V24 en V39) | geen oversteekvoorziening |
te kruisen arm: zijweg | uitrit of zebrapad | uitrit of zebrapad | geen oversteekvoorziening |