Aanduidingen langs uitwijkroutes
Nationale stroomwegen vervullen een belangrijke rol in de afwikkeling van het (inter)nationale doorgaand verkeer. De bewegwijzering is ingericht op de situatie waarbij er geen of in beperkte mate sprake is van fysieke belemmeringen die de verkeersafwikkeling nadelig beïnvloeden. In de praktijk kan het voorkomen dat er van een normale verkeersafwikkeling geen sprake meer kan zijn vanwege een ernstig incident op de stroomweg. Een incident kan dusdanig grote gevolgen hebben dat de hoofdrijbaan van de stroomweg volledig afgesloten moet worden. Dan wordt het verkeer omgeleid via een alternatieve route, uitwijkroute genaamd, om de bereikbaarheid van bestemmingen te waarborgen. De uitwijkroute bestaat uit wegen van provincies, gemeenten en/of waterschappen. Uit het oogpunt van incidentmanagement kan een voorbereide permanent aanwezige vorm van routegeleiding langs de uitwijkroute geplaatst worden. In het beste geval zijn voor alle wegvakken tussen twee afritten permanent uitwijkroutes ingericht. Of dat in de praktijk haalbaar is, is afhankelijk van de aanwezigheid en de kwaliteit van eventuele uitwijkroutes.
De uitwijkroutes worden voorzien van permanent aanwezige bordjes met omleidingsnummer en pijl(figuratie). De omleidingsnummers zijn tweecijferige ‘U-nummer’ (‘U’ van uitwijkroute) in combinatie met verschillende pijlvormen in de kleurstelling van de permanente bewegwijzering (witte opschriften op een blauwe achtergrond). De uitwijkroutes worden genummerd in de serie 10 t/m 99. Per uitwijkroute worden twee nummers toegepast, voor elke richting een. Voor de uitwijkroute in stroomopwaartse richting (met de hectometrering mee) worden even nummers gehanteerd en in stroomafwaartse richting oneven nummers. Voorkomen moet worden dat in elkaars nabijheid gelegen routes hetzelfde U-nummer toebedeeld krijgen. Bij werk in uitvoering moet bij de inrichting van tijdelijke omleidingen met omleidingsnummers (zwarte opschriften op een gele achtergrond) gewaakt worden voor het gebruiken van getallen die verwarring met de permanent aanwezige U-verwijzingen opleveren.
De losse U-verwijzingen worden bevestigd aan (de ondersteuningsconstructie van) de permanente wegwijzers. Integratie van de nummers in de permanente wegwijzers verdient geen aanbeveling omdat daar in de meeste gevallen geen ruimte voor beschikbaar is en omdat er geen uniforme locatie op de wegwijzers voorhanden is, wat de herkenbaarheid nadelig beïnvloedt. Om sluipverkeer via de uitwijkroutes te voorkomen, beginnen de uitwijkroutes niet langs de hoofdrijbaan van de stroomweg, maar in de afritten. De eerste verwijzing staat dus in de afrit en niet langs de hoofdrijbaan. De uitwijkroutes eindigen in de toeritten naar de stroomweg.
De losse U-verwijzingen worden bevestigd aan (de ondersteuningsconstructie van) de permanente wegwijzers. Integratie van de nummers in de permanente wegwijzers verdient geen aanbeveling omdat daar in de meeste gevallen geen ruimte voor beschikbaar is en omdat er geen uniforme locatie op de wegwijzers voorhanden is, wat de herkenbaarheid nadelig beïnvloedt. Om sluipverkeer via de uitwijkroutes te voorkomen, beginnen de uitwijkroutes niet langs de hoofdrijbaan van de stroomweg, maar in de afritten. De eerste verwijzing staat dus in de afrit en niet langs de hoofdrijbaan. De uitwijkroutes eindigen in de toeritten naar de stroomweg.