Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn bewegwijzering 2014
Deze tekst is gepubliceerd op 07-01-14

Bewegwijzeringsgerelateerde aanduidingen

Aanduidingen die een relatie met de bewegwijzering hebben, moeten aan dezelfde eisen voldoen als de bewegwijzering ten aanzien van:
  • uniformiteit:
      - systematiek;
      -kleurgebruik;
      -lettertype;
      -kapitaalhoogte;
      -plaatsing;
      -pictogram-/symboolgebruik.
  • continuïteit;
  • leesbaarheid;
  • begrijpelijkheid;
  • kleurgebruik: conform de wegenverkeerswetgeving;
  • de richtlijn.
Voorbeelden van bewegwijzeringsgerelateerde aanduidingen zijn:
  • bijzondere verwijzingen;
  • dynamische route-informatiepanelen (DRIP’s);
  • gebiedsnaamborden;
  • riviernaamborden;
  • provincie- en gemeentegrensborden;
  • bebouwdekomborden;
  • straatnaam- en huisnummerborden;
  • informatiepanelen.
Bijzondere verwijzingen
In de bewegwijzering kunnen enkele bijzondere vormen van verwijzingen worden toegepast in plaats van namen van bestemmingen, zoals ‘Doorgaand verkeer’, ‘Andere richtingen’ en ‘Alle richtingen’. Deze bijzondere begrippen worden niet langs nationale en regionale stroomwegen toegepast. Te allen tijde heeft het vermelden van alle bestemmingen (bebouwde kommen en objecten) de voorkeur. Als de route ook van een routenummer is voorzien, wordt dit nummer toegevoegd.
Doorgaand verkeer
Deze aanduiding kan op een kruispunt worden toegepast om voor de weggebruiker te verduidelijken wat het verloop van de doorgaande route is. De aanduiding dient dan als ondersteuning.
Andere richtingen
Als op een kruispunt in afslaande richting slechts een bestemming wordt vermeld in de bewegwijzering, dan kan als tegenhanger in doorgaande richting worden volstaan met de verwijzing ‘Andere richtingen’ in plaats van het verwijzen van alle bestemmingen. Bijvoorbeeld een T-kruispunt met een verwijzing in afslaande richting naar een toegangsweg tot een industrieterrein. Waar het vermelden van alle bestemmingen zou leiden tot overschrijding van de toelaatbare hoeveelheid informatie kan in de plaats daarvan ook ‘Andere richtingen’ worden aangeduid.
Alle richtingen
Wanneer sprake is van een aantal bestemmingen waarvoor vanaf een bepaald punt voorlopig een richting kan worden gevolgd, kan worden volstaan met de verwijzing ‘Alle richtingen’. Een voorbeeld is een uitvalsweg vanuit het centrum van een stad naar het interlokale wegennet.
Autosnelwegsymbool of A-nummer
Als sprake is van een ring rond, of een randweg langs een stad, kan het autosnelwegsymbool worden toegepast om het verkeer uit de stad via de dichtstbijzijnde uitvalsroute zo snel en efficiënt mogelijk naar de ring of de randweg te geleiden.
A-nummers tussen haakjes worden alleen toegepast als sprake is van meerdere uitvalswegen naar verschillende nationale stroomwegen met verschillende A-nummers die op hetzelfde punt starten.
Dynamische route-informatiepanelen (DRIP’s)
Via deze panelen wordt de weggebruiker op de hoogte gebracht van de actuele (verkeers)situatie op wegvakken stroomafwaarts. Bij de afstemming tussen dynamische panelen en statische bewegwijzering moet vooral worden gedacht aan de volgende punten:
  • Bestemmingen en routenummers op DRIP’s moeten in verband met de continuïteit in overeenstemming zijn met die op de erop volgende statische bewegwijzering.
  • Als een DRIP een alternatieve route met hoofddoel laat zien, dan moet het hoofddoel van die alternatieve route opgenomen zijn in de bewegwijzering langs de alternatieve route, eventueel dynamisch uitgevoerd.
  • De aanduiding op de DRIP is bij voorkeur geen knooppunt, brug of tunnel omdat deze objecten niet op de statische bewegwijzering vermeld staan.
  • DRIP’s worden toegepast in aanvulling op en niet ter vervanging van de bewegwijzering.
DRIP’s kunnen ook worden toegepast om verkeersinformatie aan de weggebruiker te tonen.
Straatnaam- en huisnummerborden
Straatnaamborden vormen samen met de huisnummerborden het laatste element in de bewegwijzering na het entreepunt. Straatnamen moeten daarom goed zichtbaar, leesbaar en herkenbaar zijn. De uitvoering en de plaatsing van de straatnaamborden en huisnummerborden is geregeld in de norm NEN 1772/2010 [8].