Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn bewegwijzering 2014
Deze tekst is gepubliceerd op 07-01-14

Voorwegwijzers bij turborotondes

Informatie
Voorwegwijzers informeren de weggebruiker op enige afstand voor het beslispunt over de keuzemogelijkheden. Bij turborotondes is de keuze van de juiste rijstrook (en niet die van de bestemming) de eerste beslissing die genomen wordt. Hiervoor is een voorwegwijzer in de vorm van een strookkeuzebord nodig.
De voorsorteerborden (met rijstrookindeling) voor een turborotonde fungeren als de primaire besliswegwijzers en dienen om de weggebruiker de juiste voorsorteerstrook te laten kiezen.
De weggebruiker wordt, bij de nadering van de turborotonde, op de eerste voorwegwijzer geïnformeerd over de richtingkeuze en op de tweede voorwegwijzer over de keuze van de rijstrook (voorsorteervak).
Vormgeving, plaats en afstand van voorwegwijzer bij turborotondes met een aanvoertak met twee rijstroken
Bij de nadering van turborotondes worden twee soorten voorwegwijzers onderscheiden:
  • De eerste voorwegwijzer in de vorm van een bord met een rotondefiguratie met richtingpijlen en bestemmingen.
  • De tweede voorwegwijzer in de vorm van een bord waarop ook de strookkeuze wordt aangegeven, kortheidshalve aangeduid als strookkeuzebord.
Bij nadering vanuit een aanvoertak die uit twee rijstroken bestaat, moeten weefmanoeuvres mogelijk zijn, al dan niet gevolgd door een uitvoeging voordat het beslispunt wordt bereikt.
Als de aanvoertak die uit twee rijstroken bestaat zich verderop niet verbreedt, moeten alleen weefmanoeuvres mogelijk zijn. De tweede voorwegwijzer heeft dan in principe dezelfde lay-out als de primaire besliswegwijzer, maar dan zonder de symbolen voor de verhoogde rijstrookscheidingen (zie figuur 4.11).
[ link ]

Figuur 4.11. Tweede voorwegwijzer langs een aanvoertak met twee stroken tot aan de rotonde

Als de tweestrooksaanvoertak zich verderop wel verbreedt, wordt het beslispunt bereikt via twee manoeuvres: eerst weven en daarna uitvoegen. Dan wordt de tweede voorwegwijzer weergegeven overeenkomstig figuur 4.12.
[ link ]

Figuur 4.12. Tweede voorwegwijzer langs een aanvoertak met twee stroken tot aan de rotonde en een verbreding aan de rechterkant

Herhaling van de voorwegwijzers
De voorwegwijzers worden herhaald als de maximaal toelaatbare hoeveelheid informatie per voorwegwijzer overschreden wordt.
Plaats in het lengteprofiel
De plaatsing van voorwegwijzers wordt gedefinieerd ten opzichte van het nulpunt. Dat is het punt waar de weg zich gaat verbreden naar afzonderlijke voorsorteerstroken. Het beginpunt van de verhoogde rijstrookscheidingen (tussen de opstelstroken voor de verschillende richtingen) markeert pas het volgende beslispunt in de keuze van de richting.
In het geval dat de aanvoertak al uit twee rijstroken bestaat en er geen extra voorsorteerstrook bijkomt, is er geen nulpunt als eerste actiepunt te markeren. De eerste actie bestaat dan uit weven op de aanwezige twee rijstroken. De afstanden worden in dat geval ten opzichte van het begin van de verhoogde rijstrookscheiding op circa 40 meter voor de rotonde weergegeven. De laatste voorwegwijzer wordt dan op 200 meter voor het divergentiepunt geplaatst en de andere voorwegwijzer(s) komt (komen) op 200 meter daarvoor (op een gebiedsontsluitingsweg).
Voor de plaatsing en de uitvoering van de eerste en tweede voorwegwijzers wordt verwezen naar figuur 4.13.
[ link ]

Figuur 4.13. Plaatsing voorwegwijzers bij verschillende vormen van turborotondes