Lijntype: verbindende of ontsluitende lijnen

Verbindende lijnen hebben een functie om reizigers snel, gemakkelijk en betrouwbaar te laten reizen tussen twee of meer bedieningsgebieden. Het zijn vaak regionale lijnen of (snel)lijnen op hoofdcorridors. Door zo veel mogelijk vrijliggende infrastructuur te hebben, is een goede en betrouwbare doorstroming mogelijk. Verbindende lijnen hebben een beperkt aantal haltes bij belangrijke (knoop)punten of centraal in belangrijke bedieningsgebieden. Deze haltes moeten goede fietsparkeervoorzieningen hebben zodat reizigers hun fiets kunnen gebruiken als voor- of natransport. De langere reistijd die nodig is voor dit voor- of natransport naar verder weg gelegen centrale haltes, wordt gecompenseerd door relatief weinig haltes onderweg en hogere rijsnelheden.

Ontsluitende lijnen hebben meer een dragende functie: naast meer flexibele en kleinere systemen, zoals een taxi of vervoer op maat, is dit de meest fijnmazige vorm van openbaar vervoer. Binnen wijken of buurten hebben ontsluitende lijnen meerdere haltes en rijden veelal gemengd met ander verkeer. Tegenover kortere loop- of fietsafstanden naar haltes, staan langere reistijden vanwege het tragere karakter van dergelijke lijnen. Ontsluitende lijnen zijn wat betreft exploitatiekosten relatief duur, maar dienen ook bijvoorbeeld sociale beleidsdoelen (zie paragraaf 2.7.1).