Bus en halte
De interactie tussen de bus en de halte bepaalt in belangrijke mate de toegankelijkheid. De volgende aspecten zijn hierbij van belang:
- vorm van de halte;
- halteerlengte;
- in- en uitrijhoek;
- perronhoogte;
- perronband.
Vorm van de halte
Uit het oogpunt van toegankelijkheid kan het best zo dicht mogelijk tegen het perron worden gehalteerd; dan kan het gemakkelijkst worden voldaan aan de eisen van maximaal 50 mm horizontale en verticale afstand. Halteren op de rijbaan is het eenvoudigst, maar met het oog op doorstroming en verkeersveiligheid kan het noodzakelijk zijn te halteren in een (semi-) haltehaven. Overigens wordt de locatie van haltes in relatie tot de verkeersveiligheid behandeld in andere publicaties dan de onderhavige.
Voor alle haltevormen geldt dat de eerste (voordeur) en de tweede deur van de bus altijd vlak aan het perron en met het juiste hoogteverschil dienen te worden gesitueerd. Bij de achteruitgang (tweede deur) moet altijd een vrije zone zijn om te kunnen manoeuvreren met een rolstoel; normaliter wordt immers via de tweede deuruitgang uitgestapt. Omdat moderne bussen alleen ‘knielen over het voorwiel’ is er nauwelijks ‘hoogtewinst’ bij de tweede deuruitgang. De toegankelijkheid voor rolstoelers is hierdoor een aandachtspunt. Blinden en slechtzienden stappen in bij de voordeur. Daarom dient voor deze groep gebruikers duidelijk te zijn waar de eerste deur van de bus zich bevindt als deze halteert.
Hierna worden de verschillende haltevormen toegelicht.
Hierna worden de verschillende haltevormen toegelicht.
Langshalteren
Langshalteren is een vorm waarbij de bus eenvoudig strak langs het perron kan halteren. De halte dient in een rechtstand te liggen waarbij het recht aanrijden de belangrijkste voorwaarde is. Door het recht aanrijden is het in de praktijk goed mogelijk om de bus binnen de acceptabele horizontale afstand van de perronband te halteren; een voorwaarde is wel dat de rechte aanrijlijn niet gehinderd wordt door obstakels of geparkeerde voertuigen. Voor geparkeerde voertuigen geldt dat de handhaving in de buurt van de halte stringent moet zijn om de in- en uitrijhoek van de langshalteerhalte vrij te houden.
Langshalteren is een vorm waarbij de bus eenvoudig strak langs het perron kan halteren. De halte dient in een rechtstand te liggen waarbij het recht aanrijden de belangrijkste voorwaarde is. Door het recht aanrijden is het in de praktijk goed mogelijk om de bus binnen de acceptabele horizontale afstand van de perronband te halteren; een voorwaarde is wel dat de rechte aanrijlijn niet gehinderd wordt door obstakels of geparkeerde voertuigen. Voor geparkeerde voertuigen geldt dat de handhaving in de buurt van de halte stringent moet zijn om de in- en uitrijhoek van de langshalteerhalte vrij te houden.
Langshalteren biedt diverse voordelen. Het fiets- en het voetpad hoeven niet te worden uitgebogen; hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de halteplaats (perron). Bovendien hoeven er minder parkeerplaatsen en groen te worden verwijderd, indien deze aanwezig waren.
Wel dient de wegbeheerder te voorkomen dat langshalteerhaltes te dicht op elkaar volgen; dat kan namelijk tot ‘opstroping’ leiden en de doorstroming van het verkeer verslechteren. Daarnaast moeten hulpdiensten te allen tijde een halterende bus kunnen passeren (figuur 22).
Wel dient de wegbeheerder te voorkomen dat langshalteerhaltes te dicht op elkaar volgen; dat kan namelijk tot ‘opstroping’ leiden en de doorstroming van het verkeer verslechteren. Daarnaast moeten hulpdiensten te allen tijde een halterende bus kunnen passeren (figuur 22).
[ link ]
Figuur 22. Schets van een langshalteerhaven
Langshalteren kent een variant die ‘langshalteren bij een uitgestoken halte’ wordt genoemd; zie figuur 23. Een uitgestoken halte kan worden toegepast als er sprake is van geparkeerde auto’s langs de rijbaan. Voor het overige kent deze halte dezelfde voor- en nadelen als een gewone langshalteerhalte.
[ link ]
Figuur 23. Schets van een uitgestoken langshalteerhalt
Haltehaven
Als vanwege de doorstroming of verkeersveiligheid niet op de rijbaan gehalteerd kan worden, is een haltehaven noodzakelijk. Deze dient dusdanig te worden ontworpen dat rechtstandig halteren mogelijk is. Hierbij zijn niet alleen de in- en uitrijhoeken van belang, maar ook de lengte van het perron, het afschot, de ruimte voor het aanrijden en de diepte van de halte (figuur 24).
Als vanwege de doorstroming of verkeersveiligheid niet op de rijbaan gehalteerd kan worden, is een haltehaven noodzakelijk. Deze dient dusdanig te worden ontworpen dat rechtstandig halteren mogelijk is. Hierbij zijn niet alleen de in- en uitrijhoeken van belang, maar ook de lengte van het perron, het afschot, de ruimte voor het aanrijden en de diepte van de halte (figuur 24).
[ link ]
Figuur 24. Schets van een haltehaven
Semi-haltehaven
Een variant op de haltehaven is de semi-haltehaven. Dat is een oplossing waarbij niet de bus van de rijbaan afbuigt, maar waarbij de rijbaan om de bushalte heen buigt. De bus kan rechtdoor rijden over de verdrijvingsstrepen (met ontheffing). Ook bij deze vorm kan de bus eenvoudig strak langs het perron halteren.
Dit is een oplossing voor haltes waar de bus langere tijd moet kunnen stilstaan. Er is dan voldoende ruimte om het overige verkeer op een veilige en vlotte manier om de semi-haltehaven heen te geleiden (figuur 25).
Een variant op de haltehaven is de semi-haltehaven. Dat is een oplossing waarbij niet de bus van de rijbaan afbuigt, maar waarbij de rijbaan om de bushalte heen buigt. De bus kan rechtdoor rijden over de verdrijvingsstrepen (met ontheffing). Ook bij deze vorm kan de bus eenvoudig strak langs het perron halteren.
Dit is een oplossing voor haltes waar de bus langere tijd moet kunnen stilstaan. Er is dan voldoende ruimte om het overige verkeer op een veilige en vlotte manier om de semi-haltehaven heen te geleiden (figuur 25).
[ link ]
Figuur 25. Schets van een semi-haltehaven
Er valt ruimte te winnen door een halte bij een kruising te plaatsen. Bij een geregeld kruispunt kan dit wel extra cyclustijd kosten; zie hiervoor onder meer CROW-publicatie 213 ‘Handboek verkeerslichtenregelingen’ [19].