Het middeneiland bestaat uit twee functionele delen: een overrijdbaar deel met een rammelstrook en een niet-overrijdbaar deel. In dit laatste kunnen borden en eventueel beplanting worden aangebracht. Het overrijdbare deel, met een min of meer ruwe verharding (de rammelstrook), dient om ook vrachtverkeer in de gelegenheid te stellen de rotonde zonder veel hinder te passeren. Het zijn vooral de achterassen en aanhangwagens die over dit verhoogde deel rijden. De overgang van asfalt (of beton) naar de rammelstrook wordt vormgegeven met een schuin oplopende band. Het is van belang dat de verharding zo wordt vormgegeven, dat personenauto's de rammelstrook mijden, terwijl vrachtauto's deze zonder hinder kunnen berijden.
Achtereenvolgens komen in deze subparagraaf aan de orde:
- de rammelstrookband;
- de helling van het middeneiland;
- de verharding van het middeneiland;
- het niet-verharde gedeelte van het middeneiland.
Rammelstrookband
De rammelstrookband moet ervoor zorgen dat personenauto's de rammelstrook mijden en dat vrachtverkeer deze zonder bezwaar kan berijden. Rammelstrookbanden in de vorm van kleine of korte ‘rotondeblokken’ hebben veel last van schade als gevolg van de wielbelasting en de wrijvingskrachten (zie ook figuur 33). Ook wordt schade veroorzaakt door de onderkant van diepladers. Daarnaast moet worden voorkomen dat een te hoge rammelstrookband (in combinatie met een steile helling van de rammelstrook zelf én de rondgaande beweging van de vrachtauto's) tot gevolg heeft dat vrachtauto's omslaan. Vooral de verhouding tussen de hoogte van de band en de toe te passen hellingshoek van de rammelstrook is in het ontwerp van groot belang.

Figuur 33. Schade door schuivende rotondeblokken vanwege een te geringe lengte per element en/of een onvoldoende diepe fundering
Figuur 34 toont een doorsnede van een rammelstrookband. Deze vormgeving voldoet aan diverse wettelijke eisen en beperkt de negatieve eigenschappen van de gangbare ‘rotondeblokken’, die door het wringen van de banden vaak schade oplopen. De banden in dit ontwerp zijn twee meter lang, zodat zij wringingskrachten die de band willen doen roteren, kunnen opvangen (zie ook de figuren 35, 36 en 37). Om breuk te voorkomen dient een goede kwaliteit ongewapend beton te worden toegepast (C43/55). Dan is bij een lengte van twee meter een afmeting van circa 0,40 × 0,40 m nodig. De banden moeten worden gesteld op een cementlaag en worden voorzien van een steunrug van schraalbeton. De cementlaag wordt aangebracht op een funderingslaag van minimaal 0,30 m dik.
[ link ] Figuur 34. Doorsnede rammelstrookband en betonzuilen (basaltonblok) voormiddeneiland

Figuur 35. Rammelstrookband bestaande uit prefab betonbanden en basaltonblokken

Figuur 36. Rammelstrookband bestaande uit in het werk gestorte rotondebandmet printbeton

Figuur 37. Rammelstrookband bestaande uit prefab betonbanden en bestrating
Een alternatief voor een prefab rammelstrookband is een in het werk gestorte rotondeband. Deze moet uiteraard aan dezelfde functionele eisen voldoen. Figuur 38 toont dit alternatief, waarbij de rotondeband is gestort en de rammelstrook in printbeton is uitgevoerd. Dit ontwerp wijkt af van de rotondeband zoals omschreven in de ‘Handleiding cementbetonverhardingen – basisconstructies’ [40], omdat deze laatste te gemakkelijk door personenauto's wordt overschreden.
[ link ] Figuur 38. Doorsnede van een gestorte rotondeband (minipaver)met printbeton als rammelstrook inmiddeneiland
Helling middeneiland
Voor een goede afwatering hoeft de helling van het middeneiland niet steiler te zijn dan 1%. Een helling van 2 à 2,5% is niet alleen niet nodig, maar zelfs onwenselijk vanwege de sleeplijn van met name diepladers. Daarom is in de figuren 34 en 38 een helling van 1% opgenomen. Een dieplader heeft dan net voldoende bodemvrijheid bij gebruik van het overrijdbare gedeelte van het middeneiland. Een steilere helling leidt tot schade en vergroot de kans dat vrachtwagens kantelen. Aanbevolen wordt om een helling van 1%(1:100) toe te passen in combinatie met een rammelstrookband, met een totaal hoogteverschil van maximaal 0,08 m tussen kant asfalt en start rammelstrook.
Als de rammelstrookband in de vormvan rotondeblokken wordt uitgevoerd, is een zelfde overgang van wegdek naar rammelstrook gewenst: 0,07 à 0,08m hoogteverschil over 0,10min knikvorm. Er is vastgesteld dat deze constructie bestuurders van personenauto's er in voldoendemate van weerhoudt om eroverheen te rijden, terwijl vrachtauto's er geen hinder van ondervinden. Verder wordt aanbevolen de rotondeblokken dieper dan de asfaltlaag te funderen, op een zand-cementlaag. Wordt dit niet gedaan, dan zullen de rotondeblokken gaan schuiven en schade veroorzaken aan het asfalt of de bestrating van het middeneiland (zie figuur 33).
Verharding middeneiland
Het verharde deel van het middeneiland wordt uitgevoerd met bijvoorbeeld basaltonblokken of een print in het beton. Dit geeft discomfort bij het overrijden waardoor personenauto's dit deel zullen mijden (zie figuren 39 en 40), terwijl zwaar verkeer of lange voertuigen daarvan zonder bezwaar gebruik zullen maken (zie figuren 41 en 42). Een alternatief is bestrating met klinkers, maar deze schrikt personenauto's minder af. Het is zinvol om in de band van het middeneiland reflectoren aan te brengen. Deze geven bij duisternis nuttige informatie over het verloop van de (turbo)rotonde (zie de figuren 43, 44 en
114).

Figuur 39. Middeneilandmet basaltblokken (Barendrecht, IJsselmondse Randweg – Euroweg)

Figuur 40. Middeneilandmet print in beton (Veghel Corridor - Kennedylaan)

Figuren 41. Lange voertuigen kunnen door de meesturende achteras(sen) zonder problemen de turborotonde passeren en behoeven slechts beperkt gebruik temaken van het verharde gedeelte van het middeneiland. Een dieplader heeft voldoende bodemvrijheid omzonder schade te passeren. Het hellingspercentage van het middeneiland is bij voorkeur 1%.

Figuren 43 en 44. Reflectoren in de band rond hetmiddeneiland geven bij duisternis informatie over het verloop van de turborotonde

Figuren 45 en 46. Op wegen waar demaximumsnelheid hoger is dan 50 km/h, bevat hetmiddeneilandminimaal een aantal rotondeschilden, die de horizon afschermen. Hetmiddeneiland kan daarnaast worden beplant (Bergschenhoek en Oud-Beijerland)
Niet-verhard gedeelte middeneiland
In het niet-verharde deel van het middeneiland worden minimaal rotondeborden (bord D1) geplaatst met daarboven de tekst ‘verhoogde rijstrookscheiding’. Als deze waarschuwing aan de onderzijde van het rotondebord wordt aangebracht, bestaat de kans dat begroeiing de tekst onleesbaar maakt. Op wegen waar de naderingssnelheid boven de 50 km/h ligt, moeten de rotondeborden (ook wel rotondeschilden genoemd) de horizon voor de naderende auto's afschermen.
Op het middeneiland kan ook beplanting worden aangebracht. Bij turborondes wordt geen bewegwijzering op het middeneiland geplaatst, omdat de keuze voor de juiste richting al vóór de rotonde wordt gemaakt. Wel worden wegwijzers aangebracht in de middengeleiders van de takken om bij het verlaten van de rotonde de keuze te bevestigen.
Van belang is dat al het wegmeubilair botsvriendelijk is uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een rotondeschild dat niet in stukken vliegt bij aanrijden, maar in zijn geheel naar achteren klapt. Ook lichtmasten dienen aan botsveiligheidseisen te voldoen.