Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Alles over wegbermen
Deze tekst is gepubliceerd op 23-03-16

30 Groenbeheer

Het beheer van bermen, onder andere door maaien, klepelen, snoeien, dunnen en (boom)inspectie

Illustratie

Basisinformatie

Groenbeheer
De vegetatie in de berm dient te worden beheerd. Dit is onder andere nodig om:

  • te zorgen dat weg, wegmeubilair en verloop van de weg goed zichtbaar blijven (overzicht)
  • het groen vitaal te houden
  • onveilige situaties, bijvoorbeeld door omvallende bomen, te voorkomen
  • te zorgen voor een goede afwatering
Belangrijke werkzaamheden die onder groenbeheer vallen zijn:
  • maaien of klepelen van gras of kruidachtige vegetatie
  • snoeien en dunnen van struiken en bomen
  • boomveiligheidsinspectie
  • opschonen van watergangen

Onderhoud van gras en kruidachtige vegetatie
In bermen staat vaak gras of/en kruidige vegetatie. Met name in de zomer vraagt dit om onderhoud.
Dit kan uitgevoerd worden door te:

  • maaien, waarbij de vegetatie op stoppelhoogte wordt afgesneden en het maaisel niet wordt gekneusd
    • voordelen: maaisel is goed af te voeren, is als diervoer te gebruiken, kleine dieren overleven het maaien, verschraling waardoor er (afhankelijk van de grondsoort) meer verschillende soorten planten gaan groeien
    • nadelen: is relatief duur vanwege de verwerking van het maaisel (mogelijk is dit in de toekomst anders als het rendabel wordt om het maaisel te gebruiken als biomassa)
  • klepelen met klepelmaaier, waarbij de vegetatie enkele keren wordt doorgeslagen en daardoor sterk wordt verkort
    • voordelen: is relatief goedkoop, geen verdere verwerking van maaisel nodig
    • nadelen: maaisel is niet als diervoer te gebruiken, kleine dieren in de vegetatie overleven niet, maaisel is moeilijk te verzamelen, veel voedingsstoffen vloeien terug in de berm waardoor vooral gras gaat groeien en er weinig biodiversiteit is

Afvoeren van maaisel
Het afvoeren van het maaisel kost extra werk, maar heeft in veel gevallen de voorkeur. Het voorkomt dat:

  • de bodem extra voedingstoffen krijgt, waardoor er minder biodiversiteit is en er (afhankelijk van de grondsoort) vaker gemaaid moet worden (zie factsheet Ecologische bermen)
  • de vegetatie verstikt en zaden gehinderd worden te ontkiemen
  • de berm hoger wordt, waardoor de bovenste laag op den duur verwijderd moet worden
  • er maaisel op de weg waait
Werken met een afzuiginstallatie of afzuigband bij het klepelen heeft als voordeel dat het maaisel wordt afgevoerd. Nadeel van deze methode is dat ook zaden en diertjes worden weggezogen.

Maaischema
Er wordt bij voorkeur één of twee keer gemaaid (zie factsheet Ecologische bermen). Het is aan te bevelen een maaischema op te stellen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met onder meer:

  • de soort grond (schraal of zwaar)
  • de algemene begroeiing in de berm
  • broedende vogels, hun nesten, eieren en jongen (inventarisatie noodzakelijk)
  • bijzondere soorten in de berm, zowel planten als dieren (inventarisatie noodzakelijk)
  • de praktische uitvoerbaarheid

Onderhoud van struiken en bomen
Het snoeien en dunnen van struiken en bomen vindt plaats buiten het broedseizoen. Bij grotere bomen dient in het kader van de [ link ] niet alleen gelet te worden op nesten van vogels, maar ook op nesten van bijvoorbeeld boommarters en vleermuizen.

De meeste struiken kunnen eens in de vijf of tien jaar helemaal afgezet worden. Dat houdt ze vitaal en kort. Het heeft de voorkeur het afzetten gefaseerd te doen. Op die manier behouden vogels en andere dieren hun nest- en schuilplaats.

Boomveiligheidscontroles kunnen het hele jaar door worden uitgevoerd. Als boomeigenaar heeft de wegbeheerder een zorgplicht. Regelmatig dient geïnspecteerd te worden of de bomen ‘veilig’ zijn, in de zin dat er geen risico is op omvallen of het afbreken van grote takken.

Onderhoud van watergangen
Om een goede afvoer van hemelwater en afstromend wegwater te garanderen, is het van belang dat waterlopen zoals bermsloten worden onderhouden. Het opschonen van watergangen gebeurt bij voorkeur in september en oktober. In die periode is de verstoring en schade voor vissen en amfibieën het geringst.

Het materiaal dat men uit de watergang haalt, dient bij voorkeur direct op de kant te worden gelegd. Pas twee dagen later wordt het verspreid of afgevoerd. Op die manier hebben zaden en dieren de gelegenheid om terug te stromen of te vluchten naar het water. Bovendien neemt zo het gewicht af van het materiaal dat uit de watergang is gehaald, en daarmee de afvoerkosten.

Door vooraf een bodemmonster te nemen, kan worden onderzocht of de bagger vervuild is. Vervuilde bagger dient te worden afgevoerd. Hiervoor geldt speciale wetgeving. Ook als de bagger niet vervuild is, is verspreiden op de kant niet altijd wenselijk. De berm wordt er lelijk van en het kan schadelijk zijn voor de vegetatie.

Samenhang
Aandachtspunten

  • Bermafval = biomassa
    Maai- en snoeiafval kunnen worden gebruikt als grondstof voor producten en voor het opwekken van energie. Met het oog daarop worden er nieuwe maaimachines ontwikkeld die zorgen voor minder zand in het maaisel. Daardoor is het maaisel zuiver genoeg om het direct te gebruiken voor het maken van biogas (zie factsheet Bermen en biomassa).

  • Wet natuurbescherming
    Als er beschermde soorten in de berm aanwezig zijn, moet hier apart rekening mee worden gehouden in het kader van de [ link ] . Ook eist deze wet dat er rekening wordt gehouden met broedende vogels in de berm. Dit vraagt van degene die het werk uitvoert een actieve houding: de soorten dienen opgespoord en gespaard te worden (zie factsheet Wet natuurbescherming).

  • Plaagsoorten
    Maaien kan een manier zijn om invasieve exoten en inheemse plaagsoorten terug te dringen. Door te maaien vóór de bloei wordt bij sommige soorten voorkomen dat zij zich uitbreiden. Een intensief maaibeleid kan bij andere plaagsoorten leiden tot uitputting. Het maaiafval dient afgevoerd en vernietigd te worden. Onzorgvuldig maaien kan juist leiden tot extra verspreiding van een plaagsoort, bijvoorbeeld doordat zaden of worteldelen verspreid worden (zie factsheet Flora – inheemse plaagsoorten en invasieve exoten).

  • Veilig werken
    Bij het uitvoeren van de werkzaamheden dient gelet te worden op de veiligheid van zowel de weggebruikers als degene die het werk uitvoert (zie factsheet Maatregelen Werk in Uitvoering).

  • Schade aan de berm
    Zware onderhoudsmachines kunnen schade toebrengen aan flora/fauna en aan de berm. Door insporing kan de afwatering verslechteren. Het is daarom van belang te kijken hoe schade zo veel mogelijk beperkt kan worden. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het gebruik van lichtere machines of het uitvoeren van het werk vanaf de rijbaan.

  • Afstemmen werkzaamheden
    Het is zinvol af te stemmen wanneer welke bermwerkzaamheden plaatsvinden. Bijvoorbeeld: eerst maaien en het maaisel afvoeren, daarna de watergang uitbaggeren. Als het andersom gebeurt, is het gras lastig te maaien en vervuilt door de bagger die erop ligt.
Afbeeldingen

Maaizuigcombinatie, werkend vanaf de weg.

Klepelmaaier, werkend vanaf de weg.

Het maaien van een talud.
(Foto: de Heer land en water)

Trekker met voor en achter een klepelmaaier.
(Foto: de Heer land en water)

Deze tussenberm moet regelmatig worden gemaaid, anders zijn de anti-parkeermaatregelen niet goed zichtbaar.

Maaien van de berm vanaf de weg.

Meer informatie

Veel provincies en gemeenten geven op hun website aan wat hun maairegiem is.

Voor meer informatie zie de Literatuurlijst.
Heeft u extra informatie over of voorbeelden bij dit onderwerp?
Laat het ons weten via de reageerbutton rechtsboven in de factsheets.