Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Alles over wegbermen
Deze tekst is gepubliceerd op 23-03-16

33 Faunavoorzieningen

Maatregelen om dieren veilig een weg te laten passeren: bovenlangs, onderlangs of gelijkvloers

Illustratie

Basisinformatie

Waarom faunavoorzieningen
Wegen doorsnijden ons landschap en daarmee ook het leefgebied van dieren. Zeker bij grotere wegen (rijkswegen, provinciale wegen) kan dit ertoe leiden dat:

  • er barrières ontstaan voor de trek
  • er barrières ontstaan voor het bereiken van het foerageergebied
  • het leefgebied van dieren te klein wordt
  • (groepen) dieren geïsoleerd raken
  • dieren de oversteek riskeren en worden aangereden
  • de veiligheid van weggebruikers in het geding komt door een aanrijding met een dier of door het ontwijken ervan (zie factsheet Dieren in de berm)
Faunavoorzieningen worden aangelegd om dieren veilig de weg te laten passeren. Zo worden individuele dieren gered. Dat is belangrijk voor het in stand houden van de populatie en daarmee voor het gehele ecosysteem. Het is ook veiliger voor de weggebruiker.

Ecologische Hoofdstructuur en Natuurnetwerk Nederland
Ambitie van de Rijksoverheid is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te versterken en te ontwikkelen tot een Natuurnetwerk Nederland. Men wil dit Natuurnetwerk in 2027 gerealiseerd hebben. Het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) speelt hierbij een belangrijke rol. Het MJPO heeft als doel barrières op te heffen en ecologische verbindingen te herstellen door de aanleg van diverse faunavoorzieningen. Rijkswaterstaat en de provincies zijn betrokken met het MJPO.

Soorten faunavoorzieningen
Faunavoorzieningen worden aangelegd door Rijkswaterstaat en provincies, en (in veel mindere mate) door gemeenten, waterschappen en natuurbeschermende organisaties.

Faunavoorzieningen zijn onder te verdelen in drie soorten:

  • voorzieningen over de weg heen
  • voorzieningen onder de weg door
  • gelijkvloerse faunavoorzieningen

Faunavoorzieningen – bovenlangs
Voorbeelden van faunavoorzieningen die over de weg heen gaan zijn:

  • Ecoduct/wildwissel/natuurbrug
    • voor grote zoogdieren (zwijnen, herten, reeën), kleinere zoogdieren (vossen, dassen, marters, wezels, hermelijnen, egels, konijnen, muizen), amfibieën, reptielen en insecten
    • viaduct voor dieren dat is ingericht als natuur, verbindt de twee leefgebieden aan weerszijden van de weg
    • voorbeeld: over de A50 bij De Woeste Hoeve (uit 1988, eerste in Nederland)

  • Boombrug
    • voor eekhoorn en boommarters
    • smalle brug hoog boven de weg, tussen bomen
    • voorbeeld: boven de A12 bij Driebergen/Maarn (uit 2004, eerste in Nederland)

Faunavoorzieningen – onderlangs
Voorbeelden van faunavoorzieningen die onder de weg door gaan zijn:

  • Faunatunnel/wildtunnel
    • voor middelgrote dieren (dassen), voor kleine zoogdieren, amfibieën, reptielen en/of insecten
    • ondergrondse oversteekplaats, vaak door middel van een buis
    • voorbeeld: onder de Nijmeegsebaan in Groesbeek (uit 2013)

  • Herpetoduct
    • voor reptielen en amfibieën
    • faunatunnel met veel lichtinval en onder meer stobbenwallen
    • voorbeeld: bij de Elspeetsche Heide (uit 2009, eerste in Nederland)

Faunavoorzieningen – gelijkvloers
Voorbeeld van faunavoorzieningen die zich op hetzelfde niveau als de weg bevinden zijn:

  • Faunapassage met elektronische signalering
    • voor met name grote zoogdieren (zwijnen, herten, reeën)
    • oversteekplaats voor dieren, weggebruikers worden via ledborden geïnformeerd als ze langzamer moeten gaan rijden omdat er een dier oversteekt
    • voorbeeld: proeflocaties in de provincie Gelderland
  • Virtueel hekwerk
    • voor met name grote zoogdieren (zwijnen, herten, reeën)
    • dieren worden afgeschrikt en verjaagd met geluid en visuele waarschuwingen zodra er een voertuig nadert
    • voorbeeld: proeflocaties in de provincie Gelderland

Geleidende beplanting
In de buurt van een faunavoorziening staat meestal geleidende beplanting. Doel daarvan is de dieren naar de voorziening te leiden. De samenstelling en structuur van deze begroeiing moet zijn afgestemd op de diersoorten waarvoor de faunavoorziening is bedoeld. De geleidende beplanting staat deels in de berm en maakt in dat geval deel uit van het beheer van de berm.

Rasters
Behalve geleidende beplanting zijn er vaak rasters of schermen. Deze hebben een dubbele functie:

  • voorkomen dat dieren op de weg komen
  • dieren geleiden naar de faunavoorziening
Ook deze rasters staan meestal in de berm en moeten beheerd en onderhouden worden. Ze mogen niet overgroeien, omdat sommige dieren dan over het raster kunnen klimmen. Bovendien zijn bij overgroeiing eventuele beschadigingen aan het raster bij inspectie niet goed zichtbaar. Vaak zitten er in het raster terugkeervoorzieningen. Hierdoor kan een dier dat aan de wegzijde terecht is gekomen veilig terugkeren naar het groen.
Samenhang
Aandachtspunten

  • Beheer/onderhoud
    Denk bij ontwerp en aanleg van de faunavoorziening al na over het beheer en onderhoud. Welke werkzaamheden moeten er uitgevoerd kunnen worden? En wat is daarvoor nodig, bijvoorbeeld wat betreft bereikbaarheid? Kijk daarbij niet alleen naar de faunavoorziening zelf, maar ook naar geleiding, rasters, enzovoort.

  • Ontwerp en kosten
    Faunavoorzieningen kunnen al bij het ontwerp van de infrastructuur worden meegenomen.
    Dat is vaak goedkoper dan wanneer de voorziening wordt aangebracht wanneer de weg al in gebruik is. Bovendien is het beter voor de dieren als de voorziening er meteen al is.

  • Schoonmaak
    Faunatunnels kunnen volraken met vuil en/of water. Regelmatig controleren en schoonmaken is nodig om de tunnels goed te laten functioneren.

  • Maaien
    Werkzaamheden zoals maaien en klepelen kunnen schade veroorzaken aan faunavoorzieningen. Duidelijke instructies aan de uitvoerder van het maaiwerk zijn daarom belangrijk, evenals inspecties.

  • Monitoring
    Het effect van faunavoorzieningen wordt onderzocht en gemonitord. Diverse onderzoeken geven aan dat er door de faunavoorzieningen minder verkeersslachtoffers zijn onder de dieren en dat populaties groeien. Niet altijd is de werking van de voorziening duidelijk. Monitoring en onderzoek blijven daarom belangrijk.
Afbeeldingen

Raster met terugkeervoorziening voor diverse diersoorten.

Ecoduct Mollebos, A12 bij Driebergen/Maarn
(foto genomen vanaf ecoduct).

Ecoduct A50 bij Terlet.
(Foto: Sergé Bogaerts, RWS)

Raster met terugkeervoorziening voor dassen.
(Foto: Sergé Bogaerts, RWS)

Dassenraster en faunapassage.
(Foto: Olga van de Veer, provincie Gelderland)

Meer informatie

Voor meer informatie zie de Literatuurlijst.
Heeft u extra informatie over of voorbeelden bij dit onderwerp?
Laat het ons weten via de reageerbutton rechtsboven in de factsheets.