Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Alles over wegbermen
Deze tekst is gepubliceerd op 23-03-16

7 Gebiedsontsluitingswegen – buiten bebouwde kom

Ontwerp en inrichting van bermen langs gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom

Illustratie

Basisinformatie

Twee typen gebiedsontsluitingswegen (GOW)
De GOW kent twee wegtypen:

  • type I: de dubbelbaans weg met 2x2 rijstroken (met middenberm/fysieke scheiding)

    [ link ]

    Wegtype I globaal ruimtebeslag voor verschillende dwarsprofielen onder standaard omstandigheden)

  • type II: de enkelbaansweg met 1x2 rijstroken (met rijrichtingscheiding)

    [ link ]

    Wegtype II globaal ruimtebeslag voor verschillende dwarsprofielen onder standaard omstandigheden)

Beide wegtypen hebben een buitenberm en in geval van een (brom)fietspad of parallelweg een tussenberm. Ongeacht het type zijn de eisen voor de bermen gelijk.

Ontwerpeisen bermen GOW
In de factsheet Ontwerp wegbermen algemeen staat welke verkeerstechnische ontwerpeisen gelden voor de berm. In geval van een GOW buiten de bebouwde kom komen daar de volgende aspecten bij:

  • Buitenberm
    Ontwerpeisen:
    • obstakelvrije zone: breedte minimaal 4,50 meter, gewenst 6,00 meter (gemeten vanaf binnenkant kantstreep), zie factsheet Obstakelvrije zone
    • vlucht- en bergingszone: breedte 2,40 meter (gemeten vanaf binnenkant kantstreep)
    • boomvrije zone: breedte minimaal 2,40 meter bij beplanting met stamdiameter kleiner dan 80 millimeter, bij een stamdiameter groter of gelijk aan 80 millimeter is de breedte van de beplantingsvrije zone gelijk aan die van de obstakelvrije zone (gemeten vanaf binnenkant kantstreep)
    • het bermoppervlak moet op ongeveer gelijke hoogte aansluiten op de verharding; bij een hoogteverschil van 50 tot 70 millimeter kunnen bestuurders van personenauto’s al bij een snelheid van 80 km/h in de problemen komen


  • Middenberm
    Toepassing van de middenberm bij GOW wegtype I (2x2 rijstroken) is gewenst.
    Ontwerpeisen:
    • de breedte van de berm bedraagt minimaal 3,00 meter en maximaal 6,00 meter (gemeten tussen de verhardingen) en wordt bepaald in samenhang met de breedte van de rijbanen en de benodigde ruimte voor bebakening, bebording, verlichting en linksafvakken
    • er mag geen afschermingsvoorziening (geleiderail of geleidebarrier) staan die de weg het aanzien geeft van een stroomweg
    • eventueel kan beplanting, een houten geleiderail of een (botsveilige) aardewal worden aangebracht

    Voor wegtype II (1x2 rijstrook) is een middenberm niet gewenst in verband met:
    • de benodigde verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering
    • de herkenbaarheid van de enkelbaans gebiedsontsluitingsweg
    • het ruimtebeslag
    • de bereikbaarheid voor hulpdiensten


  • Tussenberm
    Fietsers, bromfietsers en langzaam gemotoriseerd (landbouw)verkeer bevinden zich op een parallel aan de GOW aangelegd (brom)fietspad of erftoegangsweg. De berm tussen de gebiedsontsluitingsweg en deze parallelle voorzieningen is de tussenberm.

    Deze tussenberm dient als vlucht- en bergingszone en om te voorkomen dat uit de koers geraakte voertuigen op de andere weg komen.

    Ontwerpeisen:
    • de breedte van de berm bedraagt minimaal 4,50 meter, gewenst is 6,00 meter
    • de berm wordt verhoogd of op gelijk niveau met rijbaan en fietspad aangelegd
    • er mag geen afschermingsvoorziening (geleiderail of geleidebarrier) staan die de weg het aanzien geeft van een stroomweg
    • eventueel kan beplanting, een houten geleiderail of een (botsveilige) aardewal worden aangebracht
Samenhang
Aandachtspunten

  • Beheer
    Bij elk ontwerp dient men zich te realiseren dat de weg (en de berm) beheerd moeten worden. Overleg met de vakdiscipline Beheer en onderhoud is dan ook noodzakelijk.

  • Inpassing in het landschap
    De buitenberm vormt de geleidelijke overgang tussen de rijbaan en de omgeving. Een GOW wordt ingepast in het landschap dat het doorsnijdt (zie factsheets Landschap en bermen). Het landschap biedt elementen die kunnen worden ingezet om het gewenste verkeersgedrag te bereiken (zie factsheet Natuurlijk sturen).

  • Draagkracht en halfverharding
    Binnen de vlucht- en bergingszone is een goede draagkracht van de berm gewenst. Deze zone kan van een ‘eenvoudige’ (half)verharding worden voorzien. Dit voorkomt schade aan de berm en is veilig voor fietsers en voertuigen bij uitwijkmanoeuvres. Voorwaarde is dat er geen hoogteverschillen zijn tussen verharding en (halfverharde) berm (zie factsheet Halfverharde bermen).

  • Uitzichtdriehoek, oprijzicht en stopzicht
    Bij de veilige inrichting van de berm in geval van een kruispunt spelen uitzichtdriehoek, oprijzicht en stopzicht een rol. Zie voor meer informatie Handboek wegontwerp 2013 Gebiedsontsluitingswegen, paragraaf 6.4.2 en [ link ]

  • Linksafvakken middenberm
    Bij een kleine onderlinge afstand van voorrangskruispunten met linksafvakken en een smalle middenberm zal de totale breedte van de weg variëren. Om esthetische reden wordt dan aanbevolen de breedte van de middenberm zodanig ruim te nemen dat hierin de linksafvakken kunnen worden opgenomen.
Afbeeldingen

Voorbeeld van een GOW type I.

Voorbeeld van een GOW type II, zonder middenberm, met een te smalle obstakelvrije zone.

Meer informatie

Voor meer informatie zie de Literatuurlijst.
Heeft u extra informatie over of voorbeelden bij dit onderwerp?
Laat het ons weten via de reageerbutton rechtsboven in de factsheets.