Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Bebording autowegen en 80 km/h-wegen
Deze tekst is gepubliceerd op 29-10-15

Verkeersborden (A t/m L en BB01 t/m BB10)

We hebben eerder aangegeven welke borden geplaatst dienen te worden en welke borden in principe kunnen worden geplaatst. In deze paragraaf geven we aan welke verkeersborden kunnen voorkomen op autowegen en 80 km/h-wegen en welke borden achterwege kunnen blijven.
Klik op de nummers in de RVV-nummerkolom voor meer informatie over het bord.
Type bord Functie bord RVV-nummer Opmerkingen
A-snelheid Snelheidslimiet (dynamisch, statisch) A1, A2, A3 A1, nieuwe snelheid altijd tonen met bord nieuwe snelheid in plaats van einde bord oude snelheid. Statisch bord A2 niet meer toepassen.
Adviessnelheid A4, A5 Niet toepassen op wegvakken. Toepassen bij gevarenpunten (krappe boog).
Een met bord A4 aan te geven adviessnelheid ligt ten minste 20 km/h lager dan de snelheidslimiet op het direct daaraan voorafgaande weggedeelte [ link ]
B-voorrang Voorrangsweg B1 Aan begin autoweg en 80 km/h-weg, bij een grensovergang en na elke aansluiting buiten de bebouwde kom. Ingevolge de [ link ] wordt dit bord niet geplaatst op autowegen na vloeiende toeritten.
Bord B1 houdt tevens een parkeerverbod in op de rijbaan van een voorrangsweg buiten de bebouwde kom.
Einde voorrangsweg B2 Wordt in de praktijk zelden toegepast. Wanneer B6 of B7 is geplaatst kan B2 achterwege blijven.
Voorrangskruispunt B3, B4 en B5 Toepassen op 80 km/h-wegen die niet als voorrangsweg zijn aangeduid. In principe zijn 80 km/h-wegen (GOW) altijd voorrangswegen (handboek wegontwerp).
Verleen voorrang aan bestuurders op kruisende weg B6 Verkeer op afrit en bij kruispunt dient voorrang te verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Stop en verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg B7 Verkeer op afrit en bij kruispunt dient te stoppen en voorrang te verlenen bestuurders op de kruisende weg.
C - gesloten verklaring Eenrichtingweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee C2 Op afrit indien deze direct naast de toerit ligt. In combinatie met fluorescerend onderbord ‘ga terug’ (C02OB705f). Bij een vloeiende aansluiting van een toerit naar een enkelbaans autoweg en ook bij toeritten vanaf verzorgings- en/of parkeerplaatsen.
Eenrichtingsweg C3
Gesloten voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h C8
Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen, alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen C9
Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen C15
Gesloten voor voetgangers C16 Bord bij toerit weglaten. Boodschap zit al in G3. Wel plaatsen bij solitaire afrit bij wegen waarop voetgangers zich mogen bevinden.
Gesloten voor voertuigen die uitkomen boven gestelde maatvoering (lengte, breedte, hoogte) C17, C18, C19 Plaatsen op autowegen of 80 km/h-weg op actiepunt vóór laatste afrit waarna de beperking geldt en op onderliggende wegennet (OWN) vóór oprit naar autowegen of 80 km/h-weg. Vooraanduiding door middel van L10.
Gesloten voor voertuigen die uitkomen boven gesteld gewicht (aslast en totaal massa) C20, C21 Plaatsen op autowegen of 80 km/h-weg op actiepunt vóór laatste afrit en op OWN vóór oprit naar autowegen of 80 km/h-weg waarna de beperking geldt. Vooraanduiding door middel van L10.
Gesloten voor voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen C22 Plaatsen voor ingang van de tunnels waar de beperking geldt.
D - Rijrichting Rotonde, verplichte rijrichting D1 Op middeneiland van rotonde, eventueel voorzien van pijlplanken BB18-1r.
Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft D2, D3 Plaatsen op middengeleider bij gecombineerde op- en afrit en bij verkeersheuvels.
Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven D4 t/m D7 Met name bij 80 km/h-wegen, als fysieke maatregelen niet mogelijk zijn.
E - Parkeren en stilstaan Parkeerverbod E1 t/m E8 Kan bij 80 km/h-wegen (GOW) worden toegepast (met uitzondering van E3).
F - Overige geboden en verboden Verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen F1, F2 Niet toepassen, kan door doorgetrokken asmarkering worden vervangen, tenzij inhalen tractoren en/of brommobielen is toegestaan.
Verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen F3, F4 (dynamisch, statisch)
Einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden F8 Passen we alleen toe bij elektronische borden. Alleen einde van specifieke maatregel weergeven. Bij einde maximumsnelheid, bord met nieuwe maximumsnelheid plaatsen.
G - Verkeersregels Autoweg G3, G4 G3, plaatsen bij begin autoweg, bij grensovergang en bij de toerit naar autoweg .
G4, plaatsen bij einde autoweg en op de afrit.
H - Bebouwde kom Begin/einde bebouwde kom H1, H2 Kan op autowegen bij afrit/toerit en op kruispunten en wegvakken op 80 km/h-wegen.
Plaatsing van dit bord alleen brengt met zich mee dat de algemene snelheidslimiet van 50 km/h van kracht is. Het onderbord H1 van bord A1/50 km plaatsen is daardoor niet nodig.
Plaatsen bord bebouwde kom is bevoegdheid van de gemeente en niet van de wegbeheerder.
J - Waarschuwing Waarschuwing voor bocht naar rechts Zie voor alle J-borden de redeneerlijn.
L - Informatie
Hoogte onderdoorgang L1 Terughoudend zijn met toepassing. Niet toepassen, tenzij gerede kans op schaderijdingen, met hoge economische schade.
Doorgaande rijstroken met splitsing en voorsorteren L4 Toepasbaar bij eind afrit voor VRI of turborotonde, waarbij de rijstrookindeling onverwacht is.
Doorgaande rijstroken met einde rijstrook L5 Altijd op autowegen toepassen in combinatie met Ritsen (over 300 m en Vanaf hier ritsen).
Doorgaande rijstroken met splitsing L6 Niet meer toepassen.
Doorgaande rijstroken L7 Niet toepassen in combinatie met opgaande bewegwijzering.
Verkeersbord geldt alleen voor aangegeven rijstrook L10 zie C17 t/m C21
Verkeerstunnel L13
Vluchthaven L14 Let op: Niet plaatsen na vooraankondiging bewegwijzering. Dit kan tot onverwachte koerscorrecties leiden als weggebruiker denkt al te kunnen uitvoegen, terwijl het daar om een vluchthaven gaat.
Vluchthaven met noodtelefoon en brandblusapparaat L15 Wordt in principe alleen in tunnels toegepast.
Let op: Niet plaatsen na vooraankondiging bewegwijzering. Dit kan tot onverwachte koerscorrecties leiden als weggebruiker denkt al te kunnen uitvoegen, terwijl het daar om een vluchthaven gaat.
Dichtsbijzijnde uitgang in het bord aangegeven richting en afstand L19 Plaatsen indien nodig.
Ontsteek uw lichten L202, L203 Plaatsen indien nodig.
Zwaailicht? Maak ruimte L213 Alleen toepassen bij smalle of ontbrekende vluchtstroken.
Grensbord L401, 402, L403
Korte invoegstrook (korter dan 200m) BB05
(Nood) vluchthaven; Niet parkeren of stilstaan BB06 Niet toepassen. Voorkeur voor L14.
Radiofrequentiebord BB10 Weglaten langs de weg. Mogelijk wel plaatsen op verzorgings- of parkeerplaatsen.