Wegvakken
Aan het begin van het wegvak dient het naderende verkeer informatie te krijgen over de geldende regels op het komende wegvak.
Grensovergangen
We beginnen bij de grensovergangen waar we Nederland binnenkomen. Daar dienen te worden getoond:
Op autowegen:
Op 80 km/h-wegen:
Overgang/na de invoegstrook
De volgende borden kunnen worden geplaatst op autowegen en 80 km/h-wegen aan het begin van het nieuwe wegvak/na de invoegstrook:
A1 | Maximumsnelheid, in principe niet plaatsen. Alleen indien lager dan wettelijk voorgeschreven of wanneer er grote onduidelijkheid is over het juiste snelheidsregime. | |
B1 | Voorrangsweg | |
C8, C9, C15, C17, C18, C19, C20, C21, C22 | Gesloten verklaring voor specifieke groepen verkeersdeelnemers en voertuigen | |
D4 | Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven. Zowel op autowegen als op 80 km/h-wegen komen situaties voor met oversteken (voor bijvoorbeeld landbouwverkeer) waarbij het verkeer niet op of van de autoweg of 80 km/h-weg van richting mag veranderen. Geadviseerd wordt D04 alleen te plaatsen indien de zijweg deel uitmaakt van het openbare wegennet en/of een straatnaam heeft. Bij overpaden blijft D04 achterwege. | |
F1 | Verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen. Op 80- en 100km/u-wegen heeft ononderbroken asmarkering de voorkeur boven borden F1, wanneer absoluut niet ingehaald mag worden. Als slechts het inhalen van tractoren is toegestaan, moet altijd bord F1+ onderbord OB101 én onderbroken asmarkering aanwezig zijn. |
Daarnaast kunnen zich op wegvakken situaties voordoen waarvoor de weggebruikers gewaarschuwd moeten worden. In stap 4 zijn mogelijke waarschuwingsborden opgenomen, naast een redeneerlijn om realistische toepassing van waarschuwingsborden te bevorderen.