Fietsers
Belangrijk bij rotondes is de afstemming op de gebruikersgroepen. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de positie van de fietsers voor een viertal rotondes: rotondes met gemengde afwikkeling, rotondes met een fietsstrook, rotondes met vrijliggend fietspad en fietsers in de voorrang en rotondes met vrijliggend fietspad en (brom)fietsers uit de voorrang. Daarnaast wordt gedetailleerd ingegaan op de maatvoering van diverse ontwerpelementen.
Rotondes met gemengde afwikkeling
Op rotondes met een gemengde verkeersafwikkeling maken auto- en fietsverkeer samen gebruik van één rijstrook (de rotondebaan) met een beperkte breedte (± 6,00 m). Uit oogpunt van de verkeersveiligheid dient het aantal conflictpunten tussen auto- en fietsverkeer minimaal te zijn. De rotonde met gemengde verkeersafwikkeling heeft een relatief gering aantal conflictpunten: motorvoertuigen moeten achter de fietsers blijven rijden, als zij de rotonde willen verlaten. Hiermee worden de problemen ter hoogte van de afrit (fietsers ‘verdwijnen’ in de dode hoeken van vrachtauto's en bussen) voorkomen. Een gemengde afwikkeling is toelaatbaar tot 6.000 mvt/etmaal (som van de naderingsrichtingen). Bij hogere intensiteiten en/of een hoog percentage vrachtverkeer hebben vrijliggende voorzieningen de voorkeur.
[ link ]
Figuur 11. Rotonde met gemengde afwikkeling
Rotondes met een fietsstrook
Rotondes met een fietsstrook worden met het oog op de verkeersveiligheid afgeraden, omdat een fietsstrook de rijbaan van de rotonde breder maakt. Een bredere rijbaan op de rotonde kan tot hogere snelheden van met name personenauto's leiden.
De situatie verbetert enigszins wanneer er een fysieke scheiding wordt aangebracht tussen de fietsstrook en de rijstrook op de rotonde. Deze scheiding bestaat uit een (smalle) verhoogde tussenberm van 1,00 m breed. Uit veiligheidsonderzoeken is gebleken dat dergelijke rotondes veiliger zijn dan rotondes met een fietsstrook zonder fysieke scheiding. Voor de veiligheid van de fietsers die de rotonde willen oprijden of verlaten, wordt ook in de toe- en afritten van de rotonde een smalle fysieke scheiding aangebracht. Hiermee wordt voorkomen dat fietsers die de rotonde willen oprijden of verlaten, worden klemgereden door vrachtauto's en bussen die de rotonde op- of afrijden. Daarnaast zorgen de geleiders voor een betere geleiding van het fietsverkeer.
Voorwaarde voor het aanbrengen van een fysieke scheiding op de rotonde en de aansluitende wegen zijn een goede zichtbaarheid en herkenbaarheid van deze verhogingen, ook bij sneeuwval. Met andere woorden: de fysieke scheiding moet voldoende lang zijn en duidelijk worden gemarkeerd.
Deze rotondeoplossing verdient nogmaals geen voorkeur. Uit het oogpunt van veiligheid en uniformiteit verdient het aanbeveling om te kiezen voor:
Deze rotondeoplossing verdient nogmaals geen voorkeur. Uit het oogpunt van veiligheid en uniformiteit verdient het aanbeveling om te kiezen voor:
- of gemengde verkeersafwikkeling op de rotonde (som van de intensiteit van motorvoertuigen op naderingsrichtingen minder dan 6.000 mvt/etm);
- of een vrijliggend fietspad.
[ link ]
Figuur 12. Rotonde met fietspad, met een fysieke scheiding op de rotonde en ter plaatse van de toe- en afritten
Vrijliggend fietspad met fietsers ín de voorrang
Rotondes met fietsers ín de voorrang worden in principe toegepast op wegen binnen de bebouwde kom.
Uitgangspunt hierbij is dat de bromfietsers gebruik maken van de rijbaan.
Op een rotonde met een vrijliggend fietspad en fietsers in de voorrang loopt het fietspad volledig rond en evenwijdig aan de rijbaan op de rotonde, waarbij de rode kleur van het fietspad op de oversteek wordt doorgezet. Om de voorrangssituatie goed te kunnen beoordelen is primair de vormgeving van de oversteek van belang (zie paragraaf 6.1). De vorm van het fietspad tussen de oversteken (rond of afgeplat) is minder van belang voor de voorrangsituatie, maar wel van belang voor het comfort voor de fietser. Bij ruimtegebrek kan het fietspad tussen de takken worden afgeplat. Het volledig laten rondlopen van het fietspad accentueert dat het fietspad een onderdeel vormt van de rotonde en dat de fietsers op het fietspad, net als de auto's op de rotonde, voorrang hebben op verkeer dat de rotonde nadert of verlaat.
De opstelruimte voor auto's die de rotonde verlaten, moet zo klein mogelijk worden gehouden. De opstelruimte tussen rotonde en fietsoversteekplaats is ook van betekenis voor het verkeer dat de rotonde nadert. Dit verkeer moet in twee etappes voorrang verlenen: eerst aan de fietsers op het fietspad en vervolgens aan het autoverkeer op de rotonde. De aanbevolen maat voor de opstelruimte tussen rotonde en fietsoversteek is 5,00 m. Dit betekent dat het fietspad ook op 5,00 m buiten de rotonde komt te liggen.
De opstelruimte voor auto's die de rotonde verlaten, moet zo klein mogelijk worden gehouden. De opstelruimte tussen rotonde en fietsoversteekplaats is ook van betekenis voor het verkeer dat de rotonde nadert. Dit verkeer moet in twee etappes voorrang verlenen: eerst aan de fietsers op het fietspad en vervolgens aan het autoverkeer op de rotonde. De aanbevolen maat voor de opstelruimte tussen rotonde en fietsoversteek is 5,00 m. Dit betekent dat het fietspad ook op 5,00 m buiten de rotonde komt te liggen.
Om de voorrangssituatie voor fietsers te benadrukken, dient in het ontwerp een relatie te worden gelegd tussen vrijliggend fietspad en de rijbaan op de rotonde. Dat kan goed worden bereikt door de tussenberm van fietspad en rotonde van een hard oppervlak te voorzien (klinkers of tegels).
[ link ]
Figuur 13. Rotonde met vrijliggend fietspad in de voorrang
Vrijliggend fietspad met (brom)fietsers uit de voorrang
Rotondes met (brom)fietsers uit de voorrang worden in principe toegepast op wegen buiten de bebouwde kom. Het belangrijkste verschil met een rotonde met fietsers in de voorrang is gelegen in de duidelijke linksafbeweging die fietsers vóór de over-steekbeweging moeten maken. Hierdoor wordt de voorrangsplicht voor de fietser zo veel mogelijk ondersteund.
Om de voorrang voor het autoverkeer te benadrukken en juridisch juist te regelen en om te voorkomen dat wachtende auto's de doorgang voor de fietsers blokkeren, verdient het aanbeveling het fietspad uit te buigen en een opstelruimte te creëren van minimaal 10,00 m tussen rotonde en fietsoversteekplaats. Om de scheiding tussen fietspad en rotonde te accentueren kan de tussenruimte in dit geval worden opgevuld met een laagblijvende groenvoorziening.
[ link ]
Figuur 14. Rotonde met vrijliggend fietspad uit de voorrang
Klik [ link ]