Duurzaam Veilig
Het wegverkeerssysteem is inherent onveilig: het huidige systeem is zodanig vormgegeven dat het mogelijk is dat ongevallen ontstaan en ernstig letsel wordt veroorzaakt. Dat het wegverkeerssysteem inherent onveilig is en dat deze gedachte een uitgangspunt zou moeten zijn om het verkeer veiliger te krijgen, is vooral geïnspireerd op ontwikkelingen in andere sectoren zoals de luchtvaart en de procesindustrie waar dit besef al veel eerder was doorgedrongen.
Kortom: was voorheen vooral een curatieve aanpak van gebleken onveilige locaties gangbaar, Duurzaam Veilig zet daar een proactieve en preventieve aanpak tegenover.
Kortom: was voorheen vooral een curatieve aanpak van gebleken onveilige locaties gangbaar, Duurzaam Veilig zet daar een proactieve en preventieve aanpak tegenover.
Duurzaam Veilig betekent dat het hele verkeerssysteem wordt getoetst aan de eisen uit deze visie. Elementen die niet aan die eisen voldoen (bijvoorbeeld plaatsen waar fietsers en auto's elkaar ontmoeten) worden geëlimineerd. Een duurzaamveiligverkeersysteem is daarmee een systeem dat zo is ingericht dat de verkeersveiligheid minder afhankelijk is van de keuzes van individuele weggebruikers.
Duurzaam Veilig wordt gedefinieerd als een systeem waarbij de mens de maat der dingen is, in een integrale aanpak van de componenten weg, voertuig en mens. De infrastructuur is afgestemd op de capaciteiten en de beperkingen van de mens, het voertuig biedt zowel ondersteuning bij de rijtaak als fysieke bescherming en de mens zelf is voldoende getraind, bovendien wordt zijn gedrag alsnog gecontroleerd.
Duurzaam?
Het woord ‘duurzaam’ is gekozen, geïnspireerd door het Brundland-rapport over duurzame ontwikkeling: een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om in de behoeften van toekomstige generaties te voorzien.
Duurzaam Veilig is begin jaren negentig gelanceerd, werd de jaren daarna geïmplementeerd, en is in 2005 geactualiseerd. De geactualiseerde visie is verschenen onder de naam ‘Door met Duurzaam Veilig’. Deze geactualiseerde visie kenmerkt zich door:
- het voortbouwen op de successen uit het verleden (verder veilig maken van de infrastructuur);
- meer aandacht voor en uitwerking van educatie, regelgeving en verkeershandhaving;
- een zwaarder accent op technologische ontwikkelingen;
- pleidooi voor een systeem van kwaliteitszorg;
- pleidooi voor een integrale aanpak van de verkeersveiligheid voor wat betreft maatregelen, veiligheidsprincipes en beleid;
- wijzen op het belang van goede evaluatie, kennisborging en kennisuitwisseling.
Tabel 1.3. Vijf principes van Duurzaam Veilig
Duurzaam Veilig principe | Beschrijving |
---|---|
Functionaliteit van wegen | Monofunctionaliteit van wegen: stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen in een hiërarchisch opgebouwd wegennet |
Homogeniteit van massa's en/of snelheden en richting | Geen verschillen in snelheid, richting en massa bij matige en hoge snelheden |
Vergevingsgezindheid van de omgeving en van weggebruikers onderling | Letselbeperking door een vergevingsgezinde omgeving en anticipatie van weggebruikers op elkaars gedrag |
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers | Consistentie en continuïteit van wegontwerp zorgen ervoor dat omgeving en gedrag van medeweggebruikers de verwachtingen van de weggebruikers ondersteunen |
Onderkenning door de verkeersdeelnemer van zijn eigen capaciteiten (statusonderkenning) | Vermogen om de eigen taakbekwaamheid te kunnen inschatten |
Duurzaam Veilig wil ongevallen voorkomen en daar waar dat niet kan de kans op letsel nagenoeg uitsluiten. Om de doelen van Duurzaam Veilig te bereiken, wordt de mens als maat der dingen genomen. De mens is immers de centrale spil in het verkeer en bovendien de belangrijkste bron van onveiligheid. De menselijke maat kenmerkt zich door twee eigenschappen:
- de mens maakt, hoe goed opgeleid en gemotiveerd ook, fouten en houdt zich niet altijd aan regels; hierdoor is de mens een belangrijke veroorzaker van ongevallen;
- de mens is fysiek kwetsbaar en dus gevoelig voor letsel.
Duurzaam Veilig is erop gericht fouten en overtredingen minder gemakkelijk te laten optreden of de consequenties ervan op te vangen.
Uitgangspunten voor Duurzaam Veilig zijn:
Uitgangspunten voor Duurzaam Veilig zijn:
- het voorkomen van (ernstige) ongevallen en daar waar dat niet kan het nagenoeg uitsluiten van de kans op ernstig letsel;
- de mens als maat der dingen vanuit diens cognitieve kwaliteiten en beperkingen (zoals feilbaarheid en overtredingsgedrag) en fysieke kwetsbaarheid;
- de integrale aanpak van op de menselijke maat afgestemde elementen mens-voertuigomgeving;
- de proactieve aanpak van hiaten in het verkeerssysteem.
Deze uitgangspunten hebben geleid tot vijf duurzaamveiligprincipes in tabel 1.3.
Functionaliteit van wegen
Het verkeer kent twee verkeerskundige functies: stromen en uitwisselen. Deze functies zijn totaal verschillend en vragen om een eigen inrichting en gebruikseisen. Deze verkeerskundige indeling is geïnspireerd op de functionele indeling van wegen volgens Buchanan die het verkeerssysteem zag als een systeem van ‘rooms and corridors’ [1.73].
Het verkeer kent twee verkeerskundige functies: stromen en uitwisselen. Deze functies zijn totaal verschillend en vragen om een eigen inrichting en gebruikseisen. Deze verkeerskundige indeling is geïnspireerd op de functionele indeling van wegen volgens Buchanan die het verkeerssysteem zag als een systeem van ‘rooms and corridors’ [1.73].
Het duurzaamveiligprincipe van functionaliteit van wegen is gebaseerd op deze verkeerskundige indeling. Volgens deze indeling vervullen wegen elk idealiter slechts een functie (monofunctionaliteit).
Stroomwegen dienen om te stromen en moeten zo zijn ingericht dat het snelverkeer veilig met hoge snelheid van A naar B kan rijden. Dit zijn bij uitstek wegen voor doorgaand verkeer.
Verkeer zou het liefst voor een zo groot mogelijk deel over de stroomwegen moeten rijden. Erftoegangswegen dienen om toegang te verschaffen tot bestemmingen. Op deze wegen is snelverkeer gemengd met kwetsbare verkeersdeelnemers zoals voetgangers en fietsers.
‘Verblijven’ staat centraal en het (snel)verkeer is er te gast. Ook dit vraagt om een eigen, geheel andere inrichting.
Stroomwegen dienen om te stromen en moeten zo zijn ingericht dat het snelverkeer veilig met hoge snelheid van A naar B kan rijden. Dit zijn bij uitstek wegen voor doorgaand verkeer.
Verkeer zou het liefst voor een zo groot mogelijk deel over de stroomwegen moeten rijden. Erftoegangswegen dienen om toegang te verschaffen tot bestemmingen. Op deze wegen is snelverkeer gemengd met kwetsbare verkeersdeelnemers zoals voetgangers en fietsers.
‘Verblijven’ staat centraal en het (snel)verkeer is er te gast. Ook dit vraagt om een eigen, geheel andere inrichting.
Ten slotte zijn er nog verbindingswegen: de gebiedsontsluitingswegen. Dit type wegen heeft een stroomfunctie op wegvakken en een uitwisselfunctie op kruisingen. Dit wegtype verbindt stroomwegen met erftoegangswegen, maar ook stroomwegen en erftoegangswegen onderling.
Hoe de verschillende wegtypen in een netwerk kunnen zijn vormgegeven, is te zien in figuur 1.5.
Homogeniteit van massa, snelheid en richting
Bij een ongeval is de fysieke kwetsbaarheid van de mens in het geding. Letsel dat ontstaat, is gebaseerd op de vrijkomende bewegingsenergie (product van massa en snelheid), de biomechanische eigenschappen van de mens en de fysieke bescherming die het omringende voertuig biedt (hoe meer vrijkomende bewegingsenergie, des te meer letsel).
Hierop is het homogeniteitsprincipe gebaseerd: daar waar verkeersdeelnemers of voertuigen met grote massaverschillen van dezelfde verkeersruimte gebruikmaken, moeten de snelheden zo laag zijn dat een ongeval met de meest kwetsbare verkeersdeelnemers/vervoerswijzen zonder ernstig letsel kan aflopen. Daar waar het verkeer zich met hoge snelheden verplaatst, moeten weggebruikers van elkaar gescheiden worden en zelf doorhun voertuig voldoende beschermd zijn. Onderzoek van botsingen tussen voetgangers en auto's [w1.1] en de Zweedse Vision Zero [1.74] hebben geleid tot de volgende aanbevolen veilige snelheden in verschillende situaties. Deze zijn opgenomen in de geactualiseerde duurzaamveiligvisie, zie tabel 1.4.
Bij een ongeval is de fysieke kwetsbaarheid van de mens in het geding. Letsel dat ontstaat, is gebaseerd op de vrijkomende bewegingsenergie (product van massa en snelheid), de biomechanische eigenschappen van de mens en de fysieke bescherming die het omringende voertuig biedt (hoe meer vrijkomende bewegingsenergie, des te meer letsel).
Hierop is het homogeniteitsprincipe gebaseerd: daar waar verkeersdeelnemers of voertuigen met grote massaverschillen van dezelfde verkeersruimte gebruikmaken, moeten de snelheden zo laag zijn dat een ongeval met de meest kwetsbare verkeersdeelnemers/vervoerswijzen zonder ernstig letsel kan aflopen. Daar waar het verkeer zich met hoge snelheden verplaatst, moeten weggebruikers van elkaar gescheiden worden en zelf doorhun voertuig voldoende beschermd zijn. Onderzoek van botsingen tussen voetgangers en auto's [w1.1] en de Zweedse Vision Zero [1.74] hebben geleid tot de volgende aanbevolen veilige snelheden in verschillende situaties. Deze zijn opgenomen in de geactualiseerde duurzaamveiligvisie, zie tabel 1.4.
[ link ]
Figuur 1.5. Opbouw van de drie functionele wegtypen als basis voor een duurzaam-veiligwegverkeer [1.64]
Tabel 1.4. Aanbevolen veilige snelheden in verschillende situaties
Wegtypen in combinatie met toegestane verkeersdeelnemers | Veilige snelheid (km/h) |
---|---|
Wegen met mogelijke conflicten tussen auto's en onbeschermde verkeersdeelnemers | 30 |
Kruisingen met mogelijke dwarsconflicten tussen auto's | 50 |
Wegen met mogelijke frontale conflicten tussen auto's | 70 |
Wegen waarbij frontale of zijdelingse conflicten met andere verkeersdeelnemers onmogelijk zijn | ≥ 100 |
Fysieke vergevingsgezindheid: de omgeving
Ook het principe van vergevingsgezindheid is belangrijk bij het voorkomen van letsel: een vergevingsgezinde omgeving zorgt ervoor dat, als het toch fout gaat, de consequenties van die fout niet ernstig zijn. Dit is met name belangrijk daar waar snelheden hoog zijn. Bij de uitwerking van dit principe moet worden gedacht aan een veilige (bijvoorbeeld semiverharde) berm, obstakelvrije zones of het botsvriendelijk afschermen van obstakels.
Ook het principe van vergevingsgezindheid is belangrijk bij het voorkomen van letsel: een vergevingsgezinde omgeving zorgt ervoor dat, als het toch fout gaat, de consequenties van die fout niet ernstig zijn. Dit is met name belangrijk daar waar snelheden hoog zijn. Bij de uitwerking van dit principe moet worden gedacht aan een veilige (bijvoorbeeld semiverharde) berm, obstakelvrije zones of het botsvriendelijk afschermen van obstakels.
Sociale vergevingsgezindheid: weggebruikers onderling
Omdat het verkeer een sociaal systeem is waarbij ongevallen voor een deel ontstaan door de interactie tussen verkeersdeelnemers, is het ook van belang dat verkeersdeelnemers rekening houden met elkaars tekortkomingen. Dit is de sociale uitwerking van het principe van vergevingsgezindheid.
Vooral de meer bekwame verkeersdeelnemers zouden door vergevingsgezind verkeersgedrag ruimte moeten bieden voor minder bekwame weggebruikers om ongestraft fouten te kunnen maken.
Omdat het verkeer een sociaal systeem is waarbij ongevallen voor een deel ontstaan door de interactie tussen verkeersdeelnemers, is het ook van belang dat verkeersdeelnemers rekening houden met elkaars tekortkomingen. Dit is de sociale uitwerking van het principe van vergevingsgezindheid.
Vooral de meer bekwame verkeersdeelnemers zouden door vergevingsgezind verkeersgedrag ruimte moeten bieden voor minder bekwame weggebruikers om ongestraft fouten te kunnen maken.
Herkenbaarheid
De centrale gedachte achter de herkenbare inrichting van de weg is dat onveilige handelingen in het verkeer zo veel mogelijk worden voorkomen als verkeersdeelnemers weten wat ze op een bepaalde weg kunnen verwachten van andere verkeersdeelnemers en welk gedrag ze zelf dienen te vertonen. Dit kan worden bereikt door consistentie in het wegontwerp en continuïteit in het wegverloop. Dat houdt in dat de vormgeving de verwachtingen van de weggebruikers over het gehele wegverloop moet ondersteunen en dat het gehele wegontwerp in overeenstemming moet zijn met deze verwachtingen.
De centrale gedachte achter de herkenbare inrichting van de weg is dat onveilige handelingen in het verkeer zo veel mogelijk worden voorkomen als verkeersdeelnemers weten wat ze op een bepaalde weg kunnen verwachten van andere verkeersdeelnemers en welk gedrag ze zelf dienen te vertonen. Dit kan worden bereikt door consistentie in het wegontwerp en continuïteit in het wegverloop. Dat houdt in dat de vormgeving de verwachtingen van de weggebruikers over het gehele wegverloop moet ondersteunen en dat het gehele wegontwerp in overeenstemming moet zijn met deze verwachtingen.
[ link ]
Figuur 1.6. Schematische weergave van de zaken die een rol spelen bij veilige verkeersdeelname [1.75, 1.76]
Dit raakt ook aan het onderwerp geloofwaardigheid. Er moet een geloofwaardige inrichting zijn ten aanzien van de regels die er gelden en het gebruik van de weg.
Verder blijken mensen minder fouten te maken als ze moeten reageren op dingen die ze verwachten dan op dingen die ze niet verwachten [1.57]. Ook maken mensen minder en minder gevaarlijke fouten als ze meer op routine aan het verkeerkunnen deelnemen [1.42, 1.43].
Ook in deze opzichten heeft een herkenbare vormgeving een ondersteunende rol en is ze met name bij hoge snelheden van vitaal belang.
Verder blijken mensen minder fouten te maken als ze moeten reageren op dingen die ze verwachten dan op dingen die ze niet verwachten [1.57]. Ook maken mensen minder en minder gevaarlijke fouten als ze meer op routine aan het verkeerkunnen deelnemen [1.42, 1.43].
Ook in deze opzichten heeft een herkenbare vormgeving een ondersteunende rol en is ze met name bij hoge snelheden van vitaal belang.
Statusonderkenning
Het principe van statusonderkenning wil zeggen dat de verkeersdeelnemer in staat is in te schatten wat hij met zijn competenties bij de gegeven taakeisen van het verkeer aankan. Het verkeer moet duurzaam veilig zijn voor iedereen en niet alleen voor een ‘gemiddelde weggebruiker’. Mensen hebben hun min of meer stabiele eigenschappen (competenties), maar kunnen daarnaast tijdelijk beïnvloed worden door factoren als alcoholgebruik, stress of vermoeidheid [1.75]. De combinatie van competenties en de actuele toestand van de verkeersdeelnemer bepalen hoe bekwaam deze is om de rijtaak goed uit te voeren (zie figuur 1.6). Wat die taak van de weggebruiker vraagt, wordt bepaald door de omgeving, maar voor een deel ook door de weggebruiker zelf, bijvoorbeeld door een hogere of lagere snelheid.
Het principe van statusonderkenning wil zeggen dat de verkeersdeelnemer in staat is in te schatten wat hij met zijn competenties bij de gegeven taakeisen van het verkeer aankan. Het verkeer moet duurzaam veilig zijn voor iedereen en niet alleen voor een ‘gemiddelde weggebruiker’. Mensen hebben hun min of meer stabiele eigenschappen (competenties), maar kunnen daarnaast tijdelijk beïnvloed worden door factoren als alcoholgebruik, stress of vermoeidheid [1.75]. De combinatie van competenties en de actuele toestand van de verkeersdeelnemer bepalen hoe bekwaam deze is om de rijtaak goed uit te voeren (zie figuur 1.6). Wat die taak van de weggebruiker vraagt, wordt bepaald door de omgeving, maar voor een deel ook door de weggebruiker zelf, bijvoorbeeld door een hogere of lagere snelheid.