De aansprakelijkheid van de wegbeheerder
Wanneer een weg niet voldoet aan de verwachtingen van de weggebruiker en er vindt naar aanleiding van onvolkomenheden aan de weg een ongeval plaats, dan is de wegbeheerder in eerste instantie verantwoordelijk. De wegbeheerder is zonder meer aansprakelijk wanneer de weg de oorzaak is van een ongeval. Het kan hierbij gaan om slecht onderhoud of om een verkeerde aanleg van de infrastructuur. Op de wegbeheerder rust de risicoaansprakelijkheid.
Wegbeheerders mogen in hun eigen beheersgebied zelf bepalen hoe een weg wordt aangelegd en hoe de infrastructuur wordt uitgevoerd. Pas nadat er zich een incident (bijvoorbeeld een ongeval) heeft plaatsgevonden, vindt er toetsing plaats. In de praktijk kan dit ook niet anders.
Wegbeheerders mogen in hun eigen beheersgebied zelf bepalen hoe een weg wordt aangelegd en hoe de infrastructuur wordt uitgevoerd. Pas nadat er zich een incident (bijvoorbeeld een ongeval) heeft plaatsgevonden, vindt er toetsing plaats. In de praktijk kan dit ook niet anders.
De aansprakelijkheid van de wegbeheerders is in Nederland zo geregeld dat de wegbeheerder te allen tijde aansprakelijk is tenzij hij duidelijk kan aantonen dat hem niets te verwijten is. Daarnaast kunnen wegbeheerders ook aansprakelijk worden gesteld wegens nalatigheid. Toch zijn wegbeheerders minder gemakkelijk aansprakelijk te stellen dan men zou verwachten.
De mogelijke aansprakelijkheid van de wegbeheerder is belangrijk bij ongevallen en schade. Het gaat hierbij om fysieke gebreken aan de weg, maar bijvoorbeeld ook om onvoldoende veiligheidsmaatregelen bij wegwerkzaamheden.
Tekortkomingen aan de weg
In Artikel 6:174 BW is de aansprakelijkheid van de wegbeheerder bij tekortkomingen aan de weg geregeld. De wegbeheerder zal moeten aantonen dat hij niet schuldig of nalatig is geweest bij tekortkomingen.
“De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer zich dat gevaar verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend” [L 12; art. 6:174 BW].
Tekortkoming van de wegbeheerder
In artikel 6:162 BW is de aansprakelijkheid geregeld als de weg wel in orde is, maar bijvoorbeeld niet goed of niet op tijd is schoongehouden. In tegenstelling tot artikel 6:174 BW rust hier de bewijslast op de gedupeerde, hij moet aantonen dat de wegbeheerder nalatig is geweest.
“Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt welke hem kan worden toegerekend is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen wegens een ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een recht vaardigingsgrond.” [L 12; art. 6:162 BW]
Gevaarlijk wegdek voor gemotoriseerde tweewielers
Hiernaast is er artikel 174 waarin een extra (risico)aansprakelijkheid voor bezitters van ‘opstallen’ naast algemene aansprakelijkheid uit onrechtmatig handelen staat beschreven. Artikel 174 is dan ook van toepassing op wegbeheerders.
Als een wegdek goed is onderhouden of er is geen sprake van zogenaamde nalatigheid, dan is een wegbeheerder niet aansprakelijk voor gevaarlijke situaties die ontstaan door onvermijdelijke weersomstandigheden. Bij dreigend gevaar van gladheid heeft de wegbeheerder een zogenaamde waarschuwingsplicht. Hij zal via de media de weggebruikers op de hoogte moeten stellen van mogelijke risico’s. Hiernaast heeft de wegbeheerder de plicht om ontstane of te verwachten gladheid te bestrijden en te voorkomen.
De wegbeheerder heeft dus veel eigen verantwoordelijkheid. Deze komt naar voren in de keuze van het wegontwerp en de toepassing van materialen (verharding, bebakening en markering). Juridische regels beschrijven het toepassen van de verkeerstekens, maar de uitvoering ervan in materialen staat vrij. Het zal de verkeersveiligheid ten goede komen wanneer de wegbeheerders tezamen streven naar een eenduidige vormgeving van de weg en naar een uniforme toepassing, plaatsing en uitvoering van materialen.
Voorbeeld
Een bestuurder rijdt met zijn motor door een bocht. Helaas ziet hij pas op het allerlaatste moment zand op de weg. Voordat de motorrijder er erg in heeft, ligt hij op de grond. De bestuurder komt er gelukkig ongeschonden van af, maar de motor heeft aardig wat schade opgelopen. Een vlak bij de bocht wonende boer snelt te hulp. Samen pakken ze de motor op en raken in gesprek over het zand op de weg. Kort naast de boerderij is namelijk een zandafgraving en de zandauto’s die van die zandafgraving door de bocht bij de boerderij rijden, verliezen daar allemaal wat zand. De boerin vertelt dat ze zelf met haar auto ook een keer behoorlijk in de slip is geraakt. De boer deelt mede dat hij reeds diverse keren over het zand op de weg heeft geklaagd bij de gemeente, maar dat er nog steeds niets is veranderd. De bergingswagen komt en even later zit de motorrijder bij zijn verzekeringsagent het schadeformulier in te vullen. De motorrijder is alleen WA verzekerd en hij vraagt aan zijn verzekeringsadviseur of de schade niet te verhalen is. Hij vertelt wat de boer allemaal over het zand heeft gezegd. De tussenpersoon besluit om de wegbeheerder aansprakelijk te stellen. De verzekeraar van de gemeente wijst echter in eerste instantie de zaak af omdat het zand door een vrachtwagen zou zijn verloren en hij verwijst de zaak naar het waarborgfonds. De verzekeraar van de motorrijder is het hier niet mee eens en vraagt aan de motorrijder of er wellicht getuigen zijn. Deze herinnert zich het gesprek op de boerderij en vraagt aan de boer en diens echtgenote of ze een getuigenverklaring willen afleggen. De boer en zijn vrouw willen dat doen en al gauw kan de motorrijder de verklaringen inleveren bij zijn assuradeur. Uit de getuigenverklaringen blijkt zonder meer dat de gemeente op de hoogte was van het zand dat in de bocht lag, maar ook dat de gemeente daaraan niets heeft gedaan. Op grond hiervan is de gemeente aansprakelijk en moet de gemeente de schade dan ook betalen. [W12]