Evenementen

Een evenement is een zich eenmalig in de tijd, op een bepaalde plaats afspelende gebeurtenis, zoals een sportevenement en een popconcert. Het bekendste voorbeeld op het gebied van GTW’s is de Dutch TT in Assen.

Specifieke kenmerken voor een evenement zijn:

1. een eenmalig karakter;
2. een korte doorlooptijd;
3. een relatief beperkt werkterrein.

Per evenement met een verschillende doelgroep verschilt de vervoerswijze van de bezoekers. De bezoekers van de Dutch TT in Assen bijvoorbeeld komen vaak met de motorfiets, maar jongeren die naar een popfestival gaan maken vaak gebruik van het openbaar vervoer. Gezinnen (met kleine kinderen) gaan vaak met de auto naar een evenement.
Bij evenementen met veel bezoekers op GTW’s moet er extra aandacht voor deze vervoerwijze zijn, met name bij het geleiden van de vervoerstromen voor en na het evenement en bij het parkeren.

Er zijn twee soorten evenementen: statische en dynamische. Bij statische evenementen komen de bezoekers op een bepaalde tijd naar een bepaalde plaats en parkeren daar hun voertuig.

Voorbeelden van statische evenementen die veel GTW’s aantrekken zijn:

• Dutch TT races;
• popconcerten;
• WK Superbike races;
• een ontmoetingsdag van eigenaren van een bepaald merk GTW;
• motorcrosswedstrijden.

Bij een dynamisch evenement is het in een grote groep gebruik maken van een bepaald voertuig het doel. Het belangrijkste en bekendste voorbeeld van een dynamisch evenement voor GTW’s is de toertocht.

Met name vergunningverstrekkers denken bij evenementen vaak eerst aan de eventuele (verkeers) overlast. Evenementenorganisatoren stellen daarom vaak een bereikbaarheidsplan op en delen aan bezoekers routekaartjes uit.

Veel bezoekers komen slechts eenmaal bij de locatie van een statisch evenement. Zowel voor bezoekers als voor deelnemers aan een evenement moeten belangrijke knelpunten en attractiepunten op de route naar het evenement duidelijk worden aangegeven. Velen zijn namelijk vaak niet bekend met de verkeerssituatie ter plaatse.
Bij grote stromen GTW’s is het raadzaam deze te scheiden van het autoverkeer. Hierdoor kan een grotere aanvoer- en afvoercapaciteit worden verkregen.

Voorbeelden zijn de Dutch TT en de WK Superbike waar de aanvoer en de afvoer van de motoren gescheiden zijn van die van de auto’s. Dit is ook vertaald in een (tijdelijk) bewegwijzeringsplan.
Om ongewenst gedrag tegen te gaan (bijvoorbeeld sluipverkeer en foutief parkeren) worden vaak hekken geplaatst. Soms is het noodzakelijk dat er wegen afgesloten worden en er tijdelijke stop- en parkeerverboden van kracht zijn.

Niet alleen de routing is van belang. Ook een goede en strategische plaatsing van stallingen en van attractiepunten zoals horeca rondom en op het evenemententerrein dragen bij aan een goede en verkeersveilige personenstroom.

Motoren stellen andere eisen aan parkeergelegenheid dan auto’s.

Een terrein kan zo worden vormgegeven dat verschillende doelgroepen met verschillende vervoerwijzen ervan gebruik kunnen maken. Het terrein kan worden ingedeeld in een aantal parkeervelden. De invalswegen zorgen dan in het meest logische geval voor de hoofdontsluiting. Haaks op deze hoofdontsluiting staan rijbanen die het terrein op lopen. Deze kunnen als eenrichtingsverkeer worden vormgegeven en leiden naar de parkeerstroken langs de rijbanen.

De GTW’s moeten haaks op de parkeerbanen parkeren. De auto’s parkeren op de gereserveerde parkeerstroken in een parkeerhoek van 45° ten opzichte van de parkeerbanen. Als er een parkeerveld is, dan kan een betonnen strook worden aangebracht om de GTW’s beter te laten parkeren. Op de strook kan de motorstandaard worden neergezet. Zo zakt een GTW niet weg in het gras. Deze betonstrook is met 20–30 cm voldoende breed en loopt in het ideale geval over de gehele lengte van een parkeerstrook [L 26].

Bij de Dutch TT in Assen parkeren de meeste GTW’s vlak bij het circuit, op het terrein bij de hoofdtribune. Dit terrein wordt iedere TT als voornaamste stalling voor GTW’s gebruikt. Op deze manier worden ook de stromen auto’s en motoren gescheiden.

Nederland heeft veel plaatselijke motorclubs die regelmatig toertochten in de buurt organiseren. Daarnaast zijn er clubs van bezitters van een bepaald merk bromfiets, scooter of motorfiets. Ook deze clubs organiseren regelmatig een toertocht. De organisator kan op gevaarlijke punten op de route of voor de begeleiding tijdens het rijden verkeersregelaars inzetten. Hiervoor is toestemming van de politie vereist. Uitdrukkelijk moet er op worden gewezen dat een verkeersregelaar geen politie-agent is. Verkeersregelaars moeten een oranje fluorescerende jas dragen met de tekst ‘Verkeersregelaar’ er op.