Buurtbus
De buurtbus vervult op steeds meer plekken in Nederland een rol in het openbaar vervoer. Met een kleine bus, vrijwillige chauffeurs (namens een buurtbusvereniging) en een vaste dienstregeling, wordt op verbindingen met beperkte vraag toch openbaar vervoer aangeboden.
Halteren
De buurtbus stopt in principe bij een bushalte. Hij mag ook op andere plekken stoppen om reizigers te laten in- en uitstappen. Om langs de route te kunnen instappen, kunnen reizigers hun hand opsteken. En om tussen twee haltes te mogen uitstappen, kunnen reizigers overleggen met de chauffeur. Beperk dit tot wegen met weinig verkeer vanwege het comfort (hogere in- en uitstap door ontbreken halteperron), de duidelijkheid (wanneer mag het wel of niet) en de veiligheid (kan het veilig of niet).
Halteperron
Bij de meeste buurtbushaltes volstaat een kort halteperron van ongeveer vier meter lang. De trottoirhoogte kan de gebruikelijke 12 of verhoogde 18 centimeter zijn, afhankelijk van het type buurtbus. Per concessie stelt de concessieverlener eisen. Afhankelijk van die eisen kan de maatvoering bepaald worden.
Die 18 centimeter is de landelijke norm voor betere toegankelijkheid in het openbaar vervoer voor mensen die slecht ter been zijn, in een rolstoel zitten of met een rollator lopen. Ook reizigers met veel bagage of een kinderwagen kunnen dan comfortabeler en sneller in- en uitstappen. Bij een buurtbus met een lage vloer heeft een halteperron van 18 centimeter de voorkeur. Een buurtbus met een lage vloer kan stoppen naast een halteperron van 12 centimeter hoog en een van 18 centimeter hoog. Het type buurtbus met de instapdeur voor de vooras kan niet vlak naast een verhoogd halteperron van 18 centimeter stoppen omdat die deur dan vastloopt.
Het is belangrijk te kijken naar het soort buurtbus wat de concessieverlener eist.
Constructie perron
Gebruik voor de constructie van het eilandperron een perronband met een doorlopende voet in de haltehaven. Alleen zo kan gegarandeerd worden dat de hoogte van het perron ten opzichte van de haltehaven onder alle omstandigheden gelijk blijft. Ook dient de band glad te zijn aan de zijde waarlangs de bus de perronband benadert. Stroeve perronbanden brengen schade toe aan de band van de bus. Met lijngoten watert de halte an direct langs de perronband af. Kolken zijn niet wenselijk; ze veroorzaken hoogtevariatie ten opzichte van het perron. Een andere optie is om de afwatering op de scheiding van haltehaven en rijbaan in te passen.