Calamiteitendoorsteek (CADO)
Een calamiteitendoorsteek of CADO is een plaats waar de geleideconstructie kan worden ‘geopend’, om bij calamiteiten of wegwerkzaamheden een doorsteek door de middenberm of tussenberm te maken naar een andere rijbaan. Een rijbaan is op die manier toegankelijk voor hulpdiensten. Ook kan bij wegwerkzaamheden het verkeer zo makkelijk worden omgeleid, zonder gebruik te hoeven maken van andere wegen. De CADO moet dan wel zodanig zijn uitgevoerd dat er ook een slinger (uitbuiging van de rijlijn van de ene naar de andere rijbaan) doorheen past. Calamiteitendoorsteken komen over het algemeen alleen voor bij nationale stroomwegen (autosnelwegen) en dubbelbaans regionale stroomwegen, maar ze bestaan ook tussen een hoofdweg en een parallelweg.
Voor de afweging, toepassing, ontwerp, bewaking en gebruik van dit soort doorsteken, heeft Rijkswaterstaat een (interne) richtlijn opgesteld.