Fiets
In de WVW1994 en het RVV 1990 is niet omschreven wat een fiets is. In de praktijk gaat men ervan uit dat een fiets een voertuig is dat door spierkracht wordt voortbewogen, met meestal twee wielen (soms drie), een frame, een zadel, een stuur, een fietsketting en een trapas met pedalen.
Hoewel de fiets zelf in de wetgeving niet is gedefinieerd, staan in de Regeling voertuigen wettelijke eisen waaraan fietsen moeten voldoen. Enkele daarvan zijn:
- zijreflectie op alle wielen;
- gele reflectoren op voor- en achterkanten van pedalen;
- rode achterreflector;
- maximale breedte 0,75 meter voor tweewielige fietsen, 1,50 meter voor fietsen met drie wielen.
De aanwezigheid van verlichting is geen wettelijke voertuigeis. Wel staat in het RVV 1990 de gedragsregel dat een fietser bij nacht, of dag als het zicht ernstig is belemmerd, licht moet voeren.
Standaardfietsen
In figuur 3.6 staan de eigenschappen van een standaardfiets (een traditioneel model fiets) (Stichting FietsParKeur, 2021).
[ link ]
Figuur 3.6 Maatvoering van het normvoertuig standaardfiets
Vetergang is de lichte slingerbeweging die een fietser maakt door het voortdurende corrigeren van onbalans. Houd bij normale omstandigheden en snelheden rekening met een vetergang van 0,30 meter. Zijwind en wegdekverstoringen hebben dan slechts een geringe invloed op de koersafwijkingen. Lage rijsnelheden en mobiel bellen, vergroten de vetergang die kan dan oplopen tot 0,80 meter. Ook voor stoppen en afstappen is een relatief grote breedte nodig. Bij het profiel van vrije ruimte is de vetergang inbegrepen. In figuur 3.6 is rekening gehouden met een gemiddelde vetergang van 0,30 meter.
Fietsers onder de acht jaar hebben vaak een beperkte vaardigheid in het in evenwicht houden van de fiets, zij vertonen een grotere stuurafwijking dan gemiddeld. Ook ouderen hebben als gevolg van beperkingen van het evenwicht vaak een grotere vetergang. Houd bij de aanwezigheid van veel jonge of oudere fietsers dus rekening met een bredere fietsvoorziening.
Houd bij het ontwerp van fietsvoorzieningen naast de vetergang ook rekening met obstakelvrees. Bestuurders houden een zekere afstand aan uit vrees voor een aanrijding met medeweggebruikers, vaste voorwerpen of bewegende objecten. De gewenste obstakelafstand is groter bij grote obstakels dan bij kleine obstakels.
De fiets wordt, in tegenstelling tot veel andere voertuigen, aangedreven door de spierkracht van zijn berijder. Een fietsvriendelijk wegontwerp is erop gericht de energetische verliezen zo gering mogelijk te laten zijn. De volgende weerstandscomponenten zijn onderscheiden:
- wrijvingsverlies: door de lagers en de ketting;
- rolweerstand: door hardheid van de fietsband en de kwaliteit van het wegdek;
- luchtweerstand: door de snelheid van de fietser;
- tegenwind: door meteorologische omstandigheden;
- hellingspercentage.
De componenten 1 t/m 5 leveren samen het totale energieverlies waarmee een fietser te maken krijgt.
Profiel vrije ruimte
Voor het fietsen zijn evenwicht en motoriek erg belangrijk om in balans te blijven en koers te houden. Ga voor fietsvoorzieningen of voorzieningen waar een fietser mag rijden, uit van een breedte van 0,75 meter van fiets met berijder. Voor een fiets met drie wielen is dat 1,50 meter. Dit zijn wettelijk de maximale afmetingen.
Inclusief de noodzakelijke marges ziet het profiel van vrije ruimte van een fiets met berijder eruit zoals aangegeven in figuur 3.7.
[ link ]
Figuur 3.7 Profiel van vrije ruimte van een fiets + berijder
Bijzondere fietsen
Sommige accessoires, zoals een kinderzitje, beïnvloeden de afmetingen en de massa van de fiets. Steeds meer mensen hebben een zogenoemde moederfiets. De maatvoering van de moederfiets wijkt af van de standaardfiets vanwege een extra lage instap, een extra breed stuur, een extra lange bagagedrager, extra ruimte tussen zadel en stuur, enzovoort. Voor het transport van kinderen wint de (elektrische) bakfiets steeds meer aan populariteit. Voor het afleggen van langere afstanden met de fiets wordt steeds vaker een elektrische fiets en soms een ligfiets gebruikt.
Een elektrische fiets (e-bike) met trapondersteuning is een fiets die is voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de fietser ophoudt met trappen.
De fiets met trapondersteuning wordt door de wet niet beschouwd als een motorvoertuig, in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). Hij hoeft daarom niet te zijn verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid. Er is geen kentekenplicht en er geldt geen minimumleeftijd.
De fiets met trapondersteuning wordt door de wet niet beschouwd als een motorvoertuig, in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). Hij hoeft daarom niet te zijn verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid. Er is geen kentekenplicht en er geldt geen minimumleeftijd.
Er zijn ook elektrische fietsen, zoals speed-pedelecs, met een zwaardere elektrische hulpmotor. In de WVW1994 zijn deze voertuigen aangeduid als bromfiets. Zie verder paragraaf 3.1.3 Bromfietsen.
Micromobiliteit
Micromobiliteit is een verzamelnaam voor compacte, lichte, vaak elektrisch aangedreven, vervoermiddelen. Deze voertuigen worden ook wel aangeduid met de verzamelnaam LEV. Dat staat voor light, electric vehicle oftewel licht, elektrisch voertuig. Hieronder vallen voertuigen die nu al in het straatbeeld voorkomen en zijn toegelaten op de openbare weg, zoals e-bikes en bakfietsen (categorie fiets) en brommobielen, speed-pedelecs en segways (categorie bromfiets). Er komen echter steeds meer voertuigen bij. Hierdoor neemt ook de onduidelijkheid over de toelating en de plaats op de (openbare) weg (rijbaan, fietspad, trottoir) toe. Een goed voorbeeld hiervan is de elektrische step.Actuele informatie over bijzondere voertuigen, waaronder micromobiliteit, staat op de website van de Rijksoverheid.