Linksafvakken (hoofdweg)
De belangrijkste functie van het linksafvak is het voorkomen van blokkering van de doorgaande rijstrook. Afslaand verkeer moet immers de vrije doorgang verlenen aan tegemoetkomend verkeer. De mate van blokkering is afhankelijk van de verkeersintensiteiten.
Verkeersveiligheid
De toepassing van linksafvakken op de hoofdweg van voorrangskruispunten leidt in het algemeen ten opzichte van kruispunten zonder linksafvak tot een ongevallenreductie van:
- 60 procent op driearmige kruispunten;
- 50 procent op vierarmige kruispunten.
De gunstige verkeersveiligheidseffecten van een linksafvak komen door de volgende aspecten:
- De links afslaande weggebruiker kan rustig een geschikt hiaat in de tegemoetkomende verkeersstroom afwachten (ongevallen met langsverkeer). Hoe hoger de intensiteiten van de conflicterende richtingen, hoe groter het effect.
- De doorgaande rijstrook is gevrijwaard van sterk afremmende of stilstaande voertuigen waardoor de kans op kop-staartongevallen minimaal is. De wachtende wegebruiker voelt zich bovendien niet bedreigd en opgejaagd.
- De rechtdoorgaande, achteropkomende weggebruikers hebben genoeg ruimte om de afremmende links afslaande weggebruiker rechts te passeren; zij zullen hem daarom niet links inhalen.
- Het linksafvak verbetert de opvallendheid en de herkenbaarheid van het kruispunt in de hoofdweg.
Een linksafvak tezamen met een rijbaansplitsing op de hoofdweg heeft ook een gunstig effect op de veilige afwikkeling van het fietsverkeer:
- dat parallel aan de hoofdweg de zijweg moet oversteken;
- dat de hoofdweg oversteekt (circa 20 procent veiliger).
Een linksafvak vergroot het kruispuntvlak en daarmee de oversteeklengte voor het voorrangsplichtige verkeer vanaf de zijweg. Dit geringe nadelige effect weegt echter niet op tegen de positieve effecten. Wanneer het realiseren van afslagvakken echter ten koste gaat van de ruimte die nodig is voor een veilige opstelruimte in de middenberm voor fietsers, kan vanwege de verkeersveiligheid het linksafvak achterwege blijven.
Verkeersafwikkeling
Het linksafvak heeft een capaciteitsverhogend effect dat toeneemt naarmate het aantal links afslaande weggebruikers hoger is. Bovendien is de verkeersafwikkeling met name voor het doorgaande verkeer veel vloeiender. Een linksafvak is niet van invloed op de gemiddelde snelheid. Wel neemt het aantal gehinderde doorgaande voertuigen bij aanleg van een linksafvak af. Houd bij twee tegenovergestelde linksafvakken op het kruispuntvlak rekening met ruimte om het tegemoetkomende verkeer voorlangs te laten kruisen.
Dimensionering
De lengte van een linksafvak is beperkt. Een linksafvak heeft vooral de functie van ‘opstelruimte’ en is niet bedoeld als uitrijstrook zoals op stroomwegen. Voorkom wel al te grote rembewegingen op de doorgaande rijstrook, zowel bij relatief grote afbuigende stromen (in verband met doorstroming) als bij kleine afbuigende stromen (in verband met het onverwachte karakter van de rembeweging). De aanbevolen maatvoering (figuur 15.44 en tabel 15.14) is een compromis tussen redelijk comfortabel uitrijden en afremmen en het vermijden van oneigenlijk gebruik.
[ link ]
Figuur 15.44 Vormgeving van een linksafvak op de hoofdweg
Tabel 15.14 Afmeting linksafvak op hoofdweg
v ontwerp (km/h) | l 1 (m) | l 2 (m) |
80 | 35 | 65 |
De lengte van linksafvakken eindigt of begint bij de kop van de rijbaansplitsing of het conflictvlak. Het is altijd beter om kortere linksafvakken aan te leggen dan om ze achterwege te laten, zelfs als de aanbevolen lengte niet mogelijk is. Het hoofddoel is dat het links afslaande verkeer zich buiten de rijstrook voor het doorgaande verkeer kan opstellen. Slechts in uiterste noodzaak kan de lengte worden vergroot. Dit kan bijvoorbeeld als de lengte van de wachtrij van afslaande voertuigen in het linksafvak regelmatig langer is dan het linksafvak. Vergroot dan het rechte gedeelte van het linksafvak (l2).
De breedte van het linksafvak is hetzelfde als de standaardbreedte van een rijstrook, namelijk 2,75 meter.
Rijrichtingscheiding
Het linksafvak is gescheiden van de tegengestelde rijrichting door fysieke elementen (banden) of niet-fysieke elementen (markering). Fysieke elementen voorkomen ongewenst gebruik als inhaalstrook. In situaties met overstekend langzaam verkeer geven fysieke elementen de gewenste ‘rugdekking’ voor het langzame verkeer. Bij een linksafvak in combinatie met een fietsoversteek is ook altijd een rustpunt voor de fietsers in de middenberm nodig om te voorkomen dat fietsers meer dan twee rijstroken ineens moeten oversteken. Leg bij T-kruisingen de fietsoversteek aan de zijde waar niet het linksafvak ligt, om het aantal te kruisen rijstroken op de hoofdweg te beperken (en daarmee is er mogelijk geen rustpunt nodig).