Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek wegontwerp buiten de bebouwde kom
Deze tekst is gepubliceerd op 18-01-23

Rijloper

Erftoegangswegen bevatten niet het element 'rijstrook' maar het element 'rijloper'. De rijloper is dat deel van een in een niveau aangebrachte verharding bedoeld voor het rijdende verkeer. Bij een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom type 1 is dit gedefinieerd als de ruimte tussen de kantmarkeringen. Bij een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom type 2 omvat dit de volledige verhardingsbreedte.
De breedte van de rijloper is afhankelijk van de (combinatie van) maatgevende voertuigen. Dit resulteert in de rijloperbreedtes in tabel 14.3.
Tabel 14.3 Rijloperbreedte (in rechtstanden)
Type 1Type 2
Met fietsverkeerZonder fietsverkeer
(fietspad aanwezig)
Weinig vracht- of landbouwverkeerVeel vracht- of landbouwverkeer
Totale verhardingsbreedte6,00 m5,50 m6,00 m3,50 m - 4,50 m
1)
Rijloper2,40 m4,50 m5,00 m3,50 m - 4,50 m
1)
Fietsstroken≥ 1,70 mn.v.t.n.v.t.n.v.t.
Redresseerstrook (zie § 14.1.3)n.v.t.0,40 m0,40 mn.v.t.
Markering (zie § 14.1.5)0,10 m0,10 m0,10 mn.v.t.
1) Een rijloper < 4,50 m is vanwege de verkeersveiligheid en het voorkomen van (ernstige) bermschade alleen acceptabel als de etmaalintensiteiten laag zijn. Leg dan passeerhavens aan zodat twee personenauto’s elkaar veilig kunnen passeren. Bij een rijloper < 3,50 m kunnen ook fietsers en personenauto’s elkaar niet meer veilig passeren binnen de verharding. Een draagkrachtige berm is daar noodzakelijk.
Een verhardingsbreedte van meer dan 6,00 meter voor een erftoegangsweg past niet bij het beeld van een weg met een verblijfsfunctie. Bij een grotere verhardingsbreedte hoeven voertuigen minder rekening met elkaar te houden bij het passeren en wordt de snelheidslimiet ongeloofwaardig. Vanuit verkeersveiligheid is dit onwenselijk.
Op erftoegangswegen type 2 is de verhardingsbreedte beperkt vanwege de lage verkeersintensiteiten. Hierdoor kunnen:
  • motor- en landbouwvoertuigen elkaar op de verharding niet passeren (ook niet bij zeer lage snelheden);
  • (brom)fietsers en motor- of landbouwvoertuigen elkaar alleen op een veilige wijze passeren bij een lage snelheid en een goed aansluitende en draagkrachtige buitenberm.