Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek wegontwerp buiten de bebouwde kom
Deze tekst is gepubliceerd op 14-11-22

Ruimtelijke opgave

De fysieke leefomgeving is in de Omgevingswet gedefinieerd als de natuurlijke omgeving met grote wateren en natuurlandschappen, agrarische cultuurlandschappen, de gebouwde omgeving met steden, dorpen, bedrijventerreinen, netwerken en infrastructuur voor het verkeer van personen, goederen, data, stoffen en energie, en het cultureel erfgoed.
Het veranderen van de fysieke ruimte, bijvoorbeeld door het aanleggen of reconstrueren van een weg, is een ruimtelijke opgave. Denk tijdens elk project 'ruimtelijk': verken oplossingen en werk ze uit, rekening houdend met alles wat zich afspeelt in de fysieke leefomgeving ().
Ruimtelijke opgave als hoger doel
Binnen de ruimtelijke opgave is een optimalisatie van zowel de ruimtelijke kwaliteit als de milieukwaliteit belangrijk. Milieukwaliteit heeft betrekking een gezonde en veilige woon-, werk- en leefomgeving. Het gaat dan om onderwerpen als luchtkwaliteit, geluidshinder, stank, omgevingsveiligheid en bodem- en waterkwaliteit ().
Ruimtelijke kwaliteit draait om mooi en functioneel. De ruimtelijke kwaliteit van een gebied wordt bepaald door:
  • Ecologische aspecten, onder meer de bestaande en de mogelijke (potentiële) natuurwaarden van een gebied en de duurzaamheid hiervan.
  • Esthetische aspecten, deze hebben betrekking op de vorm(geving) van het gebied en de betekenis die hieraan wordt toegekend. Hierbij gaat het om identiteit, landschappelijke karakteristiek en archeologische, natuurhistorische en cultuurhistorische waarden.
  • Economisch-functionele aspecten, hieronder vallen bijvoorbeeld de ordening van verschillende vormen van ruimtegebruik en hun onderlinge samenhang, maar ook de flexibiliteit, de beheerbaarheid en de duurzaamheid van de inrichting van een gebied.
De omgeving moet divers en mooi zijn, een herkenbare identiteit hebben en aangenaam zijn om te ervaren (belevingswaarde). Daarnaast is het belangrijk dat er functionele samenhang is (gebruikswaarde) en dat de ruimte duurzaam, aanpasbaar en beheerbaar is ingericht (toekomstwaarde) zodat deze doorgegeven kan worden aan toekomstige generaties (Ministerie van BZK, 2022). Voor stroomwegen biedt ‘Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van snelwegen’ (MUST, 2013) een handreiking bij het herkennen van de kernkwaliteiten en de ruimtelijke inpassingsopgaven.
Meervoudige projectdoelstelling
De toenemende vraag naar ruimte voor onder andere klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw, vereist dat kwaliteit van de leefomgeving ook centraal staat bij wegontwerp. Om de omgevingskwaliteit (ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit) te kunnen optimaliseren, moeten verschillende disciplines samenwerken in het ontwerpproces. Dus naast bereikbaarheid en verkeersveiligheid, zijn ecologie, landschap en cultuurhistorie, stedenbouw, duurzaam materiaalgebruik en gezondheid belangrijk. Hierbij horen ook belanghebbenden in de omgeving. Dit vraagt om een meervoudige projectdoelstelling en vaak om samenwerking tussen meerdere (opdrachtgevende en uitvoerende) partijen en tussen ontwerpers in het projectteam van verschillende disciplines.
Generieke richtlijnen ruimtelijke kwaliteit
Binnen een ruimtelijke opgave worden drie waarden onderscheiden (gebruiks-, belevings-, en toekomstwaarde) en vier belangen (economische, sociale, ecologische en culturele (erfgoed)) ().
Uit de drie waarden van ruimtelijke kwaliteit en de vier belangen komen generieke richtlijnen voor het ruimtelijk ontwerp voort. Generieke richtlijnen gelden van stedelijk tot landelijk gebied en van stroomweg tot erftoegangsweg. Ze helpen de waarden en belangen in beeld te brengen en de ruimtelijke opgave te bepalen. De generieke richtlijnen liggen aan de basis van specifieke richtlijnen voor bijvoorbeeld beplanting, verharding en meubilair. De concrete en projectspecifieke richtlijnen helpen bij het toetsen van een ontwerpconcept of -alternatief op de bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit.
Voor het ruimtelijk ontwerp gelden de volgende generieke richtlijnen:
WaardeBelangToelichting
GebruikswaardeeconomischHet ruimtelijk ontwerp is gericht op maximale verbondenheid en oversteekbaarheid en minimale doorsnijding van wegen en paden.
sociaalHet wegontwerp anticipeert op de gebruikers in:
  • de omgeving;
  • de bevolkingssamenstelling;
  • mobiliteit van de populatie.
Dit speelt bijvoorbeeld een rol in ruimtereservering voor openbaar vervoer of in de afweging van varianten die verschillen in de mate van aansluiting op lokaal wegennet.
ecologischSpaar, compenseer of realiseer ecologische leefgebieden en netwerken.
Een tracé of inrichting van berm en aangrenzende gronden mag het systeem van bodem en water nooit nadelig beïnvloeden.
cultureelMeer dan een verbinding van A naar B, is de weg en haar omgeving een plek die ruimte biedt om elkaar te ontmoeten. Het ontwerp speelt in op bijzondere vormen van gebruik zoals een scholieren- of recreatieroute.
BelevingswaardeeconomischOntwerp aantrekkelijke wegen met aandacht voor uitstraling, microklimaat en comfort. Het wegontwerp is van standaardprofiel tot materialisatie gericht op een gewenste groep weggebruikers.
sociaalBenut kansen om wegen beter in te richten voor duurzame mobiliteit zoals fietsen en lopen. Houd rekening met kwetsbare weggebruikers.
Creëer daarbij het gevoel van veiligheid en comfort door (doordacht) te ontwerpen:
  • vanuit de menselijke maat;
  • vanuit ooghoogteperspectief;
  • vanuit sociaal wenselijke oogpunt bij het bepalen van afstanden en snelheden.
ecologischRust en eenvoud zijn uitgangspunt voor het wegontwerp, zodat omgevingskwaliteiten maximaal bijdragen aan de beleving.
  • Zet in op zo min mogelijk obstakels, bebording en reclame-uitingen. Pas deze alleen toe wanneer dat functioneel of veiligheidshalve nodig is en combineer ze waar mogelijk ().
  • Zorg voor continuïteit in profiel (bijvoorbeeld vaste bermbreedte) en materiaalgebruik (geen lappendeken van materialen).
  • Zorg voor een positieve zintuigelijke ervaring voor mens en dier, met minimale verstoring door geluid of licht.
cultureelZorg voor een maximale beleving van de identiteit van de omgeving en cultureel erfgoed. Waardevolle landschappelijke en stedenbouwkundige elementen en structuren zijn herkenbaar. Tast kwaliteiten als openheid of contrasten tussen stad en land niet aan, of versterk ze juist.
ToekomstwaardeeconomischHoud in het wegontwerp rekening met voorziene ontwikkelingen in het gebied die van invloed zijn op toekomstige verkeersstromen of ruimtegebruik. Denk na over toekomstige aanpassingen aan de weg. Bijvoorbeeld: indien een extra rijstrook in de toekomst tot de mogelijkheden behoort, calculeer dat dan in bij plaatsing van bomenrijen.
Houd in het wegontwerp rekening met de aantrekkende kracht van infrastructuur op ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van woongebieden of bedrijventerreinen.
sociaalZorg voor draagvlak vanuit de omgeving voor het wegontwerp en houdt rekening met belangen van partijen die niet betrokken zijn in het ontwerpproces.
Zorg dat het wegontwerp geen negatieve effecten heeft op de gezondheid (fijnstof, geluid, enzovoort) van weggebruikers en mensen in de omgeving.
ecologischZorg dat het wegontwerp een positieve bijdrage levert aan de aanpak van de biodiversiteitcrisis en klimaatcrisis.
cultureelHoud in het wegontwerp rekening met toekomstige culturele en maatschappelijke veranderingen op het gebied van mobiliteit.