Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek wegontwerp buiten de bebouwde kom
Deze tekst is gepubliceerd op 28-02-23

Verkeersafwikkeling erftoegangsweg

De capaciteit van erftoegangswegen is ongeveer 4000 tot 6000 motorvoertuigen (mvt) per etmaal voor beide rijrichtingen. Er is een verband tussen de intensiteiten en de benodigde verhardingsbreedte. Bij enkele honderden motorvoertuigen per etmaal levert een rijbaanbreedte van 3,50 meter geen proble­men op. Bij een intensiteit van 1000 of meer motorvoertuigen per etmaal, zal het vaker voorkomen dat voertuigen uit tegengestelde richtingen elkaar passeren. Dan is 3,50 meter krap, en is de kans op bermschade groot en het toepassen van een bredere verharding nodig. Om gevaarlijke manoeuvres te voorkomen, mag de verhardingsbreedte echter niet de indruk wekken van twee rijstroken.
Ook moet de verhardings­breedte zijn afgestemd op intensiteit en samenstelling van het verkeer (zware en/of brede voertuigen). In tabel 9.2 staan enkele indicatieve intensiteitsgrenzen. Deze gelden bij een aandeel vracht­- en landbouwverkeer van circa 12 procent. De maximale intensiteiten bij een klei-/veenondergrond zijn lager dan bij een zandondergrond, omdat een natte berm van klei of veen sneller beschadigd raakt vanwege de geringere draagkracht.
Tabel 9.2 Maximale intensiteiten ter voorkoming van bermschade (indicatief)
Verhardingsbreedte (m)Intensiteit (mvt/etmaal)
zandgrondklei/veen
3,00350300
3,50400350
4,00575500
4,501000800
5,0014001150
5,503000 à 4000
6,05000 à 6000
In specifieke gebieden zoals recreatiegebieden, kunnen de intensiteiten gedurende het jaar sterk fluctueren. Wegen met een landschappelijk karakter of een bijzond­er wegverloop trekken in de zomermaanden veel toeristen (motorrijders, fietsers, dagjesmensen) aan. Deze situatie kan maatgevend zijn in het vaststellen van de verhardingsbreedte, boven het jaargemiddelde.