Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek wegontwerp buiten de bebouwde kom
Deze tekst is gepubliceerd op 07-12-22

Vluchthavens

Bestuurders van motorvoertuigen op gebiedsontsluitingswegen en regionale stroomwegen moeten de gelegenheid krijgen hun voertuig tot stilstand te brengen zonder dat zij het overige verkeer daarmee hinderen. Een strook ‘halfverharding’ aansluitend op de rijbaan komt al tegemoet aan deze wens. Ook vluchthavens waar een bestuurder zijn voertuig in noodgevallen even neer kan zetten, voorzien in een zekere behoefte.
In de praktijk blijkt dat een groot deel van de gemaakte stops een vrijwillig karakter heeft. Een bestuurder kan een vluchthaven ook gebruiken voor het uitvoeren van een reparatie aan zijn voertuig. Vluchthavens zijn een essentieel onderdeel van de weg, en zijn zeker noodzakelijk langs wegen zonder draagkrachtige berm of zonder vluchtzone. Het standaardontwerp van een vluchthaven staat in figuur 17.15.
[ link ]

Figuur 17.15 Standaardontwerp vluchthaven

Tabel 17.6 Standaardontwerp vluchthaven
GebiedsontsluitingswegRegionale stroomweg
b kantstreep0,15 m0,20 m
c redresseerstrook0,30 m0,60 m
d vluchtzone2,45 m2,50 m
h vluchthaven3,00 m3,40 m
Aandachtspunten
De volgende algemene aandachtspunten zijn van toepassing voor gebiedsontsluitingswegen en regionale stroomwegen:
  • leg de vluchthavens aan buiten de directe invloedssferen van kruispunten, hoogste punten van hellingen, beweegbare bruggen en spoorwegovergangen;
  • leg in bogen kleiner dan 600 meter geen vluchthavens aan omdat dit in de buitenbogen afbreuk kan doen aan de geleiding in de bocht;
  • let er bij situering van vluchthavens in een binnenboog op dat stilstaande voertuigen het rij- of stopzicht niet kunnen belemmeren.
Daarnaast gelden de volgende aandachtspunten per wegcategorie:
  • gebiedsontsluitingswegen:
      -het aantal vluchthavens is enigszins afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. Een onderlinge afstand van circa 1000 meter is wenselijk. Ook een zijweg kan hiervoor dienstdoen, en heeft als voordeel ten opzichte van een vluchthaven dat deze ook geschikt is voor bijvoorbeeld keren (in tegenstelling tot een vluchthaven);
      -in het RVV 1990 is de vluchthaven als volgt gedefinieerd: “door een doorgetrokken streep van de rijbaan van de autosnelweg of autoweg afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor gebruik in noodgevallen.” De gebiedsontsluitingsweg heeftvanwege de onderbroken kantmarkering daarom in juridische zin geen vluchthavens. Bord L14 is slechts informatief en verandert niets aan de juridische status van de vluchthaven. Het kan vanwege de informatieve functie overigens nog steeds toegepast worden.
      -vluchthavens langs gebiedsontsluitingswegen type 1x2 liggen aan beide zijden van de weg tegenover elkaar en enigszins verspringend (tweezijdige ligging, eenzijdig gebruik). Leg niet een vluchthaven aan slechts een zijde van een gebiedsontsluitingsweg. Weggebruikers zijn dan geneigd deze voorziening tweezijdig te gebruiken;
      -parkeerplaatsen zijn langs gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom niet noodzakelijk. De behoefte aan parkeren om te rusten is hier niet of nauwelijks aanwezig en ‘bermrecreatie’ is ongewenst.
  • regionale stroomwegen:
      -de onderlinge afstand van vluchthavens is afhankelijk van de verkeersintensiteit, de aanwezigheid van verzorgingsplaatsen en andere plaatselijke omstandigheden. De richtwaarde voor de onderlinge afstand tussen vluchthavens is circa 1000 meter.