Wettelijke bepalingen, voorschriften en normen
In het RVV 1990 staan de regels voor verkeerslichten die zich richten tot de weggebruikers (). Artikel 64 bepaalt dat verkeerslichten boven verkeerstekens die de voorrang regelen gaan. In de artikelen 68 tot en met 75 staan de gedragsregels bij verkeerslichten.
Voor het plaatsen en het verwijderen van een verkeersregelinstallatie is geen verkeersbesluit van het bevoegd gezag vereist (artikel 12, BABW ()). Meer wettelijke voorschriften over de plaatsing, inrichting, kleur en afmetingen van verkeerslichten staan in de 'Regeling verkeerslichten' ().
Verkeerslichten moeten voldoen aan de eisen in de normen NEN 3322 () en NEN 3384 (). De eerste norm bevat lichttechnische eisen en keuringsmethoden voor verkeersregelinstallaties. NEN 3384 bevat verkeersregeltechnische, elektrische en mechanische eisen en beproevingsmethoden voor elektrische verkeersregeltoestellen voor wegverkeer. De wetten en normen bevatten weinig bepalingen en voorschriften voor:
- het toepassen van verkeerslichten;
- het plaatsen van de verkeerslantaarns;
- de regeltechniek.
De situaties die in de praktijk voorkomen, zijn zodanig verschillend dat (gedetailleerde) wettelijke voorschriften voor de twee eerste punten te beperkend zouden zijn. Voor de regeltechniek gaat dat in minder sterke mate op. Meer informatie over de regeltechniek staat in CROW-publicatie 213 Handboek verkeerslichtenregelingen ().