Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Inspiratieboek snelle fietsroutes
Deze tekst is gepubliceerd op 30-01-14

Dwarsprofiel

Solitaire voorzieningen
Breedte fietspad tweerichtingen
De breedte van de snelle fietsroute kan worden opgebouwd uit de volgende elementen:
  • de benodigde breedte voor een rijdende fietser (1 meter) [15];
  • de eis dat comfortabel en veilig kan worden ingehaald (2 x 1 meter).
[ link ]

dwarsprofiel 2 × 3 meter

[ link ]

dwarsprofiel 4 meter

De breedte van het fietspad blijkt samen te hangen met de kans op frontale ongevallen en bermongevallen. Hoe breder het fietspad, des te kleiner de kans dat een fietser een tegenligger of een obstakel in de berm raakt en ten val komt [16].
Tabel 6. Ideaalprofiel snelle fietsroute
Basisbreedte rijloper een richting 3,00 meter 3 x 1,00 meter
Middenbermbreedte > 0,5 meter
Toeslag hoge band of beplanting + 0,5 meter 2 x 0,25 meter
Totaal > 7 meter
Tabel 7. Flexibel profiel solitair of aanliggend fietspad twee richtingen
Basisbreedte rijloper 4,00 meter 4 x 1,00 meter
Toeslag hoge band of beplanting + 0,5 meter 2 x 0,25 meter
Toeslag hoge intensiteit of grote snelheidsverschillen (bromfietsers) + 0,5 tot 1,0 meter > 3.000 fts/etmaal
Reductie lage intensiteit, maar niet bij grote snelheidsverschillen (bromfietsers) – 0,5 tot 1,0 meter < 1.000 fts/etmaal
Het ultieme dwarsprofiel biedt:
  • ruimte om naast elkaar te fietsen;
  • ruimte om in te halen;
  • ruimte ter voorkoming van conflicten met tegenliggers;
  • ruimte ter voorkoming van bermongevallen.
Bij een combinatie van hoge fietsintensiteiten en hoge fietssnelheden, kunnen deze voorwaarden leiden tot een opstelling van breedtematen. Bij lagere intensiteiten of een lagere ontwerpsnelheid (≤ 30 km/h) kan een flexibeler dwarsprofiel soelaas bieden (zie tabel 8).
Tabel 8. Flexibel profiel solitair of aanliggend fietspad een richting (een tweerichtingsfietspad met een rijbaanscheiding bestaat uit twee eenrichtingspaden)
Basisbreedte rijloper3,00 meter3 x 1,00 meter
Toeslag hoge band of beplanting+ 0,5 meter2 x 0,25 meter
Toeslag hoge intensiteit+ 0,5 tot 1,0 meter> 1.500 fts/etmaal/richting
Reductie lage intensiteit– 0,5 meter< 500 fts/etmaal/richting
AANBEVELING

Kantopsluiting
Het is aan te bevelen een vorm van kantopsluiting (een vrijwel vlakke of afgeschuinde trottoirband) toe te passen langs de snelle fietsroute. Deze voorziening kan een aantal functies vervullen:
  • functioneel: vergroten van de effectieve breedte van het pad (invulling geven aan de toeslag tussen de rijloper en de berm, fietsers kunnen meer rechts rijden);
  • herkenbaarheid: mogelijkheid om als herkenbaar element consequent door te laten lopen;
  • constructief: voorkomen schade aan de rand van de rijloper en wortelopdruk;
  • esthetisch: zorgen voor inkadering van de rijloper;
  • veiligheid: geleiding en voorkomen bermongevallen.
Zorg ervoor dat de band niet zelf een obstakel vormt voor fietsers. Een vrijwel vlakke band maakt ook afwateren naar de berm mogelijk.

Herkenbare band op de F35


Obstakelvrije zone
Om veilig en prettig met een relatief hoge snelheid te kunnen fietsen, is een obstakelvrije zone nodig tussen de kant van de rijloper en obstakels in de berm. Een obstakelvrije zone van 1,50 meter zoals die ook bij erftoegangswegen buiten de bebouwde kom wordt gehanteerd, lijkt ook voor snelle fietsroutes een geschikte maat. Let op: anders dan voor auto’s zijn ‘botsveilige objecten’ als lichtmasten voor fietsers wel degelijk een obstakel
Bij krappe bogen kan een grotere maat nodig zijn om voldoende zicht te kunnen bieden. Minimaal is een schrikafstand nodig van 32,5 cm tot losse objecten als lichtmasten en 62,5 cm tot een gesloten wand.
Mengen met autoverkeer: fietsstraat en fietsweg
Bij een lage functie en intensiteit van het gemotoriseerd verkeer is ook op een snelle fietsroute menging van auto- en fietsverkeer mogelijk. Het is dan wel zaak niet de grenzen op de te zoeken van de mogelijkheden voor menging. Een fietsstraat (binnen de kom) of fietsweg (buiten de kom) versterkt de positie van de fiets binnen een gemengd profiel.
-

Fietsstraat Lent rabatstrook

Op een fietsstraat is het autoverkeer te gast. Uitgangspunt is wel dat de snelheid van het autoverkeer tot maximaal 30 km/h wordt beperkt. Op een snelle fietsroute is het wenselijk de maximale intensiteit van het gemotoriseerde verkeer tot circa 500 mvt/etmaal te beperken.
Buiten de bebouwde kom is naast de omvang en snelheid van het (personen)autoverkeer ook de omvang van landbouwverkeer een bepalende factor voor potentiële menging met een snelle fietsroute. Het Fietsberaad heeft een afwegingskader ontwikkeld voor het omgaan met fietsers en landbouwverkeer op en langs gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom (zie tabel 9) [35].
Tabel 9. Mengen of scheiden snelle fietsroute
MengenScheiden
Lage voetgangersintensiteiten Hoge voetgangersintensiteiten
Lage fietsintensiteiten Hoge fietsintensiteiten
BuitengebiedSchoolroute
Bestemmingen langs de route
Binnen de bebouwde kom
Mengen met andere verkeersdeelnemers
Voetgangers
Buiten de bebouwde kom is het goed mogelijk om op de snelle fietsroute ook voetgangers toe te laten. Als er geen voetgangersvoorziening aanwezig is, is het fietspad of de rijbaan ook de voorgeschreven plaats op de weg voor de voetganger. Binnen de bebouwde kom is het doorgaans drukker met fietsers en voetgangers en is een aparte voetgangersvoorziening wenselijk.
Ruiters
Ruiters horen niet thuis op een snelle fietsroute.
Landbouwverkeer
Buiten de bebouwde kom zal op een snelle fietsroute die niet exclusief voor het fietsverkeer is gereserveerd, ook landbouwverkeer voorkomen. Voor de bereikbaarheid van de aanliggende percelen is een beperkte mate van medegebruik van de snelle fietsroute mogelijk. Het combineren van een snelle fietsroute met een verbinding voor doorgaand landbouwverkeer is niet gewenst. In Friesland en Zeeland is gezocht naar mogelijkheden om fietsers en doorgaand landbouwverkeer te scheiden door herverkaveling en door kwaliteitsroutes voor landbouwverkeer te definiëren.