BABW en Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens
Het BABW (Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer) geeft in hoofdzaak de grondslag voor de toepassing van het wegenverkeersrechtelijk instrumentarium ter regulering van het verkeer (bijvoorbeeld verkeersbesluiten). De ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens’ begint met een beschrijving van het doel en het genomen besluit. De uitvoeringsvoorschriften gaan over de juiste wijze van toepassing, uitvoering (hoogte van de borden) en plaatsing/aanbrengen van verkeerstekens en hoe het er dus uiteindelijk op straat komt uit te zien. Hieronder worden enkele bepalingen uit het BABW genoemd die belangrijk zijn voor een stringent en kwalitatief beheer van verkeerstekens.
a. Artikel 12 BABW, hoofdstuk 2, paragraaf 4
Dit artikel bepaalt welke verkeerstekens slechts mogen worden geplaatst of verwijderd krachtens een verkeersbesluit.
Dit artikel bepaalt welke verkeerstekens slechts mogen worden geplaatst of verwijderd krachtens een verkeersbesluit.
b. Artikel 16 BABW, hoofdstuk 2, paragraaf 4
Dit artikel bepaalt dat een verkeersbesluit niet hoeft te worden genomen, indien het verkeersteken wordt geplaatst of verwijderd ter nadere aanduiding dat een verkeersregel van toepassing is, dan wel dat een ander verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt is geplaatst.
Dit artikel bepaalt dat een verkeersbesluit niet hoeft te worden genomen, indien het verkeersteken wordt geplaatst of verwijderd ter nadere aanduiding dat een verkeersregel van toepassing is, dan wel dat een ander verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt is geplaatst.
c. Artikel 19 BABW, hoofdstuk 2, paragraaf 5
Volgens dit artikel hoeft geen verkeersbesluit te worden genomen, indien de betrokken maatregel strekt tot ondersteuning van een verkeersregel of een aldaar geplaatst verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt. De uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Ministeriele regeling (MR)) gaan hoofdzakelijk over de juiste toepassing, uitvoering en plaatsing van de verkeerstekens en hoe het er uiteindelijk op straat uit komt te zien.
Volgens dit artikel hoeft geen verkeersbesluit te worden genomen, indien de betrokken maatregel strekt tot ondersteuning van een verkeersregel of een aldaar geplaatst verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt. De uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Ministeriele regeling (MR)) gaan hoofdzakelijk over de juiste toepassing, uitvoering en plaatsing van de verkeerstekens en hoe het er uiteindelijk op straat uit komt te zien.
Hieronder enkele bepalingen uit de uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens die belangrijk zijn voor een kwalitatief en terughoudend bordenbeheer.
a. Hoofdstuk I, paragraaf 2
Verkeerstekens worden slechts toegepast voor zover dit bepaald nodig is en nadat infrastructurele maatregelen zijn overwogen.
Verkeerstekens worden slechts toegepast voor zover dit bepaald nodig is en nadat infrastructurele maatregelen zijn overwogen.
b. Hoofdstuk II, paragraaf 1
1. Borden worden slechts toegepast indien de inrichting van de weg in overeenstemming is met hetgeen bij de afzonderlijke borden is voorgeschreven.
2. Borden worden niet toegepast indien daarmee een regeling beoogd wordt die overeenkomt met een gedragsregel of een ander verkeersteken. Wanneer het gewenste gedrag voortvloeit uit de weginrichting blijven borden achterwege.
3. Verkeersborden die een gevaar aanduiden worden slechts toegepast indien het gevaar voor weggebruikers onvoldoende of niet tijdig waarneembaar is.
1. Borden worden slechts toegepast indien de inrichting van de weg in overeenstemming is met hetgeen bij de afzonderlijke borden is voorgeschreven.
2. Borden worden niet toegepast indien daarmee een regeling beoogd wordt die overeenkomt met een gedragsregel of een ander verkeersteken. Wanneer het gewenste gedrag voortvloeit uit de weginrichting blijven borden achterwege.
3. Verkeersborden die een gevaar aanduiden worden slechts toegepast indien het gevaar voor weggebruikers onvoldoende of niet tijdig waarneembaar is.
c. Hoofdstuk II, paragraaf 3
Dit artikel is van belang voor het kwalitatieve beheer van verkeersborden, het gaat in op de grootte en de vormgeving en verwijst naar de NEN 3381. Deze norm geeft de afmetingen, de materialen, de kleuren en de lichttechnische eigenschappen van retroreflecterende en gewone materialen voor verkeerstekens op borden. Deze norm is van toepassing op borden ten behoeve van het wegverkeer.
Dit artikel is van belang voor het kwalitatieve beheer van verkeersborden, het gaat in op de grootte en de vormgeving en verwijst naar de NEN 3381. Deze norm geeft de afmetingen, de materialen, de kleuren en de lichttechnische eigenschappen van retroreflecterende en gewone materialen voor verkeerstekens op borden. Deze norm is van toepassing op borden ten behoeve van het wegverkeer.