Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Kader verkeersborden autosnelwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 02-02-23

Noodzakelijke bebording met brandstofverkooppunt op verzorgingsplaats

Figuur 16 uit bijlage 1 geeft de te plaatsen bebording weer. Hieronder volgt per onderdeel een korte toelichting.
5.10.5.1 Aanvoerweg
De aanvoerweg is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom met geldt een maximumsnelheid van 80 km/h. Dit hoeft niet apart met een A1-bord te worden aangegeven.
De aanvoerweg start bij het puntstuk van de uitvoegstrook met ht UIT-bord. Een G2-bord (einde autosnelweg) wordt niet geplaatst (zie § 5.10.3). Vanaf het puntstuk dient de rijsnelheid teruggebracht te zijn van 130, 120 of 100 km/h naar 90 km/h om vervolgens via één snelheidsstap 50 km/uur af te pellen naar 30 km/h bij de ‘poort 30-zone’. Voorafgaand aan de 30-zone wordt een bord A1-50 geplaatst om aan de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeerstekens te voldoen. Bij normale remvertraging heeft men van 90 km/uur bij het puntstuk naar 50 km/uur ± 150 meter lengte nodig. Van 50 km/uur naar 30 km/uur is de benodigde lengte 50 meter. De 50 meter tussen A01-50 en de poort 30-zone is wettelijk nodig.
Op de achterzijde van het portaal wordt het bord C2 met tekst “Ga terug” geplaatst.
5.10.5.2 Poort op zonegrens met 30-zone
Het instellen van een 30-zone voor de gehele verzorgingsplaats is verplicht. Binnen de bebouwde kom is het gebruikelijk om bij het 30-zonebord op de verharding dwars op de rijrichting een dubbele streep aangebracht + het cijfer ‘30’. Dit om te benadrukken dat men een verblijfsgebied inrijdt. Bij een verzorgingsplaats is de dubbele markering dwars op de rijbaan gewenst en kan met wegenverf of in witte klinkers in de bestrating worden aangebracht. Het cijfer ‘30’ wordt niet aangebracht; dit vanwege de hoge intensiteiten, hogere passeersnelheden, meer wrijving en minder veilig voor motorrijders. Daarnaast vergt het onderhoud extra kosten.
Op het portaal van de 30-zone wordt de naam van de verzorgingsplaats aangegeven: zwarte letters op een witte ondergrond; vergelijkbaar aan een buurtschap. De verzorgingsplaats is geen bebouwde kom waardoor blauwe borden H1 en H2 niet geplaatst mogen worden.
De breedte van het portaal met naambord is afgestemd op de breedte die nodig is om de naam van de verzorgingsplaats weer te geven. Uitgangspunt is dat de naam op één regel wordt weergegeven in RWS-Ee-lettertype, niet gekernd/aangespatieerd. Indien de breedte van het naambord, vanwege de lengte van de naam, problemen oplevert met aanwezige bermbreedte, kan overwogen worden om RWS-Dd-lettertype of RWS-Cc-lettertype toe te passen (ook dan niet gekernd/aangespatieerd). Bij voldoende bermbreedte en een breed naambord kan overwogen worden om een breder portaal toe te passen. Afbreken van de naam en verdelen over twee regels is niet gewenst.
Een drempel + RVV-bord J38 is optioneel en wordt uitsluitend toegepast indien voldoende lengte beschikbaar is op de aanvoerweg én indien geconstateerd is dat weggebruikers de verzorgingsplaats toch nog met een blijvend hoge snelheid oprijden.
5.10.5.3 Noodzakelijke bebording bij afvoerweg na brandstofverkooppunt
Volgens het schema in figuur 6 (zie § 5.10.2) kan men vanuit het brandstofverkooppunt direct richting toerit van de autosnelweg rijden zonder via het parkeerterrein te gaan. Hier dient de 30-zone weer te worden opgeheven en rijdt men op de afvoerweg; deze afvoerweg is een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (maximumsnelheid 80 km/uur). Dit hoeft niet apart met een A1-bord te worden aangegeven.
5.10.5.4 Noodzakelijke bebording bij afvoerweg nabij toerit autosnelweg
Nabij de toerit van de autosnelweg komen alle wegen vanuit de verzorgingsplaats samen. Hier dient het 30-regime opgeheven te worden via einde-borden. Op deze wegvakken (afvoerweg) geldt dan een maximumsnelheid van 80 km/h omdat men de 30-zone verlaat en zich buiten de bebouwde kom bevindt. Op het kruispunt tussen de afvoerweg vanuit het brandstofverkooppunt en de afvoerweg vanuit het parkeerterrein dient de voorrang geregeld te worden ten gunste van de afvoerweg vanuit het brandstofverkooppunt. De RVV-borden B5 (voorrangskruispunt) en B6 (verleen voorrang) zijn hiertoe noodzakelijk. Optioneel kan hier RVV-bord C4r (eenrichtingsweg) worden geplaatst op het einde van de afvoerweg vanuit het brandstofverkooppunt. Hiermee wordt de weggebruiker verplicht rechtsaf richting autosnelweg te rijden en niet richting het brandstofverkooppunt. Op de afvoerweg wordt dat tevens RVV-bord D04 (verplichte rijrichting) geplaatst en wordt dan gecombineerd met RVV-bord B05 (voorrangskruispunt). Plaatsing van deze borden is aanvullend en ter beoordeling en verantwoordelijkheid van het district.
Bij een verzorgingsplaats met of zonder brandstof/elektriciteits verkooppunt wordt vóór de toerit de maximumsnelheid aangegeven zodat degenen die de verzorgingsplaats verlaat weet welke snelheid op de hoofdbaan geldt. Na een stop/ bezoek op de verzorgingsplaats kan men vergeten zijn welk snelheidsregime van kracht is op de autosnelweg. Dit is vanwege de wisselende snelheidsregimes op het wegennet niet altijd voorspelbaar.
De aan te geven snelheidsaanduiding is dezelfde als stroomopwaarts langs de hoofdbaan aanwezig is. In figuur 16 (en figuur 18) in bijlage 1 is A1-100 met OB 6-19h opgenomen doch kan ook een andere configuratie hebben. De positie van dit bord is in figuur 16 en 18 weergegeven. Bij een ingesloten verzorgingsplaatst wordt dit bord niet op de verzorgingplaatst zelf geplaatst, maar ná de invoegstrook op de hoofrijbaan; dit conform het Kader Bebordingsprincipes 130 km/h. In figuur 17 is deze daarom grijs aangegeven.