Corridorafweging
Via een corridorafweging wordt dieper ingegaan op de plekken waar een verplaatsing van (land)bouwvoertuigen mogelijk een probleem kan verminderen of ter ontlasting van andere wegen (bijvoorbeeld door drukke en smalle dorpskernen). Er zijn situaties dat er een afweging gemaakt moet worden tussen verschillende routes. Vaak speelt hier de vraag of een GOW70 of GOW80 opengesteld kan worden voor doorgaand (land)bouwverkeer, met als doel een probleem elders op te lossen. Dit kan spelen op:
- ETW30-wegen
- ETW50-wegen zonder fietspaden
- ETW60-wegen zonder fietspaden.
Hierbij kan de corridorafweging helpen.
De snelheidsverhoging is er gekomen met het expliciete doel (land)bouwverkeer over de meest geschikte wegen te leiden. Op wegen (GOW80 en GOW70 of GOW50 zonder fietsers) waarop (land)bouwvoertuigen nu verboden zijn, kan de snelheidsverhoging reden zijn om ze wel toe te gaan staan (met 40 km/h). Deze afweging dient in gezamenlijk overleg met alle belanghebbende partijen gedaan te worden.
Tijdens een corridorafweging worden twee of meer alternatieve wegen (mogelijk met verschillende wegbeheerders) met elkaar vergeleken. Het gaat steeds om het mogelijk verplaatsen van (land)bouwvoertuigen van een problematische weg naar een GOW waar ze nu niet zijn toegestaan. Bijvoorbeeld van een 60 km/h-parallelweg naar een GOW80 of van een 30- of 50 km/h-weg met fietsers in een kern naar een rondweg. Of iets een ‘alternatieve route is, is niet precies meetbaar in afstand, omrijfactor of omrijtijd. Soms kan een grote omweg (factor 10 of meer) een probleem oplossen voor een heel klein stukje. Soms kan over een heel grote afstand (kleine omrijfactor, veel tijdverschil) een alternatief bestaan. Kortom: een route is een alternatief als men vindt dat deze een alternatief is.
Binnen de uitgangspunten van Duurzaam Veilig wordt (land)bouwverkeer in principe niet toegestaan op de hoofdrijbaan van een GOW80 en GOW70. Dit vanwege o.a. het grote snelheidsverschil. (Land)bouwverkeer wordt, net zoals (brom)fietsers en voetgangers, afgewikkeld op een parallelvoorziening. De gedachte achter de snelheidsverhoging is om de snelheidsverschillen tussen gemotoriseerd en het (land)bouwverkeer te verkleinen, waardoor deze wegen vaker opengesteld kunnen worden voor (land)bouwverkeer.
Wanneer op huidige erftoegangswegen problemen met (land)bouwverkeer spelen, kan dit reden zijn dat een andere weg (meestal een GOW70 of GOW80) geschikter wordt bevonden als het alternatief (60 parallel of 50 of 30 door kern met fietsers of solitair fietspad). In de afweging om (land)bouwverkeer eventueel te verplaatsen naar een GOW70 of GOW80 moeten alle kenmerken van de wegen in de corridor worden betrokken, dat is maatwerk (zie ‘Bijlage 1 Afwegingskenmerken’). Om te beginnen met deze afweging moet in elk geval voldaan worden aan de volgende drie voorwaarden:
- De situatie op de ETW (weg door de kom of parallelweg) wordt door de wegbeheerder beoordeeld als niet voldoende verkeersveilig (bijvoorbeeld vanwege geringe breedte en/of menging met grote aantallen fietsers);
- Op de ETW (weg door de kom of parallelweg) rijdt relatief veel doorgaand (land)bouwverkeer, dat een andere weg zal kiezen als dat mogelijk wordt gemaakt;
- (Land)bouwvoertuigen hebben een groot aandeel in de problemen op de ETW (weg door de kom of parallelweg), dus problemen verdwijnen/nemen sterk af met het verplaatsen van het (land)bouwverkeer.
Kanttekening corridorafweging
De corridorafweging heeft als uitgangspunt het streven naar verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid en heeft als basis de uitgangspunten van Duurzaam Veilig. Feit is dat diverse situaties in de praktijk nu niet voldoen aan die uitgangspunten. Denk aan grijze wegen, maar ook aan de discrepantie dat bij een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (50 km/h) het fietsverkeer in principe een eigen plek heeft, terwijl fietsers op een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom met 60 km/h door een vrachtwagen kunnen worden gepasseerd. Met een corridorafweging kan dit soort intrinsieke problemen niet worden opgelost. Een suboptimale inrichting van de weg kan hooguit worden meegewogen als criterium in de uiteindelijke beslissing. De corridorafweging gaat in eerste instantie uit van de huidige situatie.
Bij een corridorafweging gaat het steeds om het mogelijk verplaatsen van (land)bouwvoertuigen van een problematische weg naar een weg (meestal een GOW) waar ze nu niet zijn toegestaan. Bijvoorbeeld van een 60 km/h-parallelweg naar een GOW80 óf van een 30- of 50 km/h-weg met fietsers in een kern naar een rondweg of naar een weg zonder fietsers. Het kan ook zijn dat er meer dan twee wegen moeten worden afgewogen.
Verder blijft de afweging zo consistent mogelijk met de situatie die nu eenmaal ook geldt voor personenauto’s en vrachtwagens (ook als die misschien niet optimaal is). Alleen als er een probleem is dat echt met (land)bouwverkeer te maken heeft, moet worden nagedacht over toelating of verplaatsing van (land)bouwvoertuigen.
Overleg tussen wegbeheerders
Vaak speelt de vraag of een GOW70 of GOW80 opengesteld kan worden voor (land)bouwverkeer, met als doel een probleem elders (vaak op een erftoegangsweg) op te lossen. Er is dan een probleem, en dus een reden om in gesprek te gaan. Over het toestaan van (land)bouwvoertuigen op wegen waar het nu verboden is, moet overleg plaatsvinden tussen de beheerders van de wegen die in de corridor tegen elkaar worden afgewogen. Vaak zal het initiatief voor dit overleg komen van de beheerder van de ETW waar het (land)bouwverkeer nu met problemen wordt afgewikkeld.
Uitkomst van dit overleg kán zijn dat het (land)bouwverkeer wordt verplaatst, maar dat er compenserende maatregelen moeten worden genomen of dat verplaatsing pas kan na het nemen van die compenserende maatregelen (zie Hoofdstuk 6 Maatregelen). Op voorhand kan geen uitsluitsel worden gegeven over de uitkomst van het gesprek. Als de uitkomst is dat de situatie met betrekking tot toelating niet verandert, moet worden geconstateerd dat er een probleem is en moet dit voor de langere termijn op de agenda worden gehouden (zie Hoofdstuk 5 Stappenplan Gebiedsgerichte aanpak).