Definities (land)bouwvoertuigen

In Artikel 1 van de 'Regeling voertuigen' staan de definities van de verschillende (land)bouwvoertuigen. In de 'Regeling voertuigen' is Artikel 1.1a toegevoegd om genieriek aan te geven dat blijkens het kentekenregister een voertuig tot een bepaalde categorie behoord.

Artikel 1.1a
In deze regeling wordt onder aanhangwagen, ambulance, bedrijfsauto, bromfiets, bus, dolly, driewielig motorrijtuig, gelede bus, gepantserd voertuig, kampeerwagen, landbouw- of bosbouwaanhangwagen, landbouw- of bosbouwtrekker, lijkwagen, middenasaanhangwagen, mobiele kraan, mobiele machine, motorfiets, motorrijtuig met beperkte snelheid, oplegger, opleggertrekker, ov-auto, overige voertuig voor speciale doeleinden, personenauto, taxi, voor rolstoelen toegankelijk voertuig en verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk:

a. mede verstaan een voertuig dat blijkens het kentekenregister een zodanig voertuig is;
b. niet verstaan een ander van de genoemde voertuigsoorten.

Trekkers

Landbouw- of bosbouwtrekkers (LBT’s) : voertuig van de voertuigcategorie T of C
Trekker ( [ link ] ): een landbouw- of bosbouwvoertuig op wielen (categorie T) of rupsbanden (categorie C), met motor, ten minste twee assen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet minder dan 6 km/h, die voornamelijk voor tractiedoeleinden is bestemd en in het bijzonder is ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde verwisselbare uitrustingsstukken die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd, of voor het trekken van aanhangwagens of uitrustingsstukken voor de land- of bosbouw; het kan zijn aangepast om een lading te vervoeren voor landbouw- of bosbouwdoeleinden en kan zijn uitgerust met een of meer zitplaatsen voor meerijders.

De kaderrichtlijn 2003/37/EG is vervallen en vervangen door de [ link ] . De verordening kent twee snelheidscategorieën (land)bouwvoertuigen die worden aangegeven met de letters a of b. Aan de voertuigen van de categorie T, R of S worden de letters a of b toegevoegd. De letter a staat voor voertuigen ontworpen voor een snelheid van ten hoogste 40 km/h. De letter b staat voor voertuigen ontworpen voor een snelheid van meer dan 40 km/h. Met de inwerkingtreding van de verordening (EU) 167/2013 is de categorie T5 als aparte categorie vervallen.

Motorrijtuig met beperkte snelheid (MMBS) en Mobiele machine (MM)

De [ link ] maakt per 1 januari 2021 onderscheidt tussen een mobiele machine (MM) en een motorrijtuig met beperkte snelheid (MMBS). Voertuigen die vóór 1 januari 2021 in gebruik zijn genomen, kunnen tot 1 januari 2022 in de zogenoemde conversie worden geregistreerd zoals ze nu ook worden gecategoriseerd en gebruikt, namelijk als ‘motorrijtuigen met beperkte snelheid’ (MMBS’en). Voertuigen die ná 1 januari 2021 in gebruik zijn genomen of na 1 januari 2022 worden geregistreerd, kunnen worden gekwalificeerd en geregistreerd als ‘mobiele machines’ (MM’s).

Mobiele machine (MM) , (per 1 januari 2021):
een motorvoertuig dat speciaal is ontworpen en gebouwd voor het uitvoeren van werkzaamheden, en niet is bedoeld voor personen- of goederenvervoer over de weg;
Motorrijtuig met beperkte snelheid (MMBS) , (voor 1 januari 2021):
motorrijtuig met beperkte snelheid (categorie Z): motorvoertuig met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan:
1. 25 km/h, niet ingericht voor het vervoer van personen en;
  1. ingericht voor het bij op korte afstand van elkaar gelegen plaatsen afleveren of ophalen van goederen (categorie Z1); of
  2. voorzien van een stuurwiel en een trekinrichting, dat uitsluitend wordt gebruikt in de periode van 1 juli tot en met 30 november, een combinatie vormt met één of meer aanhangwagens die zijn ingericht voor het dragen van voorraadkisten of –kratten, en als samenstel, inclusief lading of uitrusting, niet breder is dan 1,3 m (categorie Z1);
    [TDv(-H1]Ik vermoed ook gewoon categorie Z1 in dit geval, ik weet niet of de RDW apart gaat categoriseren.
2. 45 km/h,
  1. niet ingericht voor het vervoer van personen en wel ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden buiten wegen, aan wegen of aan werken op, in, langs en boven wegen (categorie Z2);
  2. voorzien van niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, dat een combinatie vormt met één of meer aanhangwagens die zijn ingericht voor het vervoer van personen (categorie Z3).

Aanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (LBTA):

De [ link ] onderscheidt twee categorieën getrokken voertuigen die worden voortbewogen door LBT’s, MMBS’en of MM’s:

landbouw- of bosbouwaanhangwagen:
een voertuig van de voertuigcategorie R, zijnde een in de land- of bosbouw gebruikte aanhangwagen die voornamelijk is bestemd om door een landbouw- of bosbouwtrekker te worden getrokken en voornamelijk is bedoeld voor het vervoeren van ladingen of het bewerken van materialen, waarbij de verhouding tussen de totale technisch toelaatbare massa in beladen toestand en de massa in onbeladen toestand van dit voertuig gelijk is aan of groter is dan 3,0.
Het betreft aanhangwagens waarbij de transportfunctie de belangrijkste functie is. Voorbeelden zijn een kipper of een silagewagen.

verwisselbare getrokken uitrustingsstuk:
een voertuig van de voertuigcategorie S, zijnde een in de landbouw of bosbouw gebruikte aanhangwagen die:

-	is ontworpen om getrokken te worden door een landbouw- of bosbouwtrekker

-	en die de landbouw- of bosbouwtrekker een andere of extra functie geeft,

-	van een vast gemonteerd werktuig is voorzien of is ontworpen om materiaal te bewerken,

-	en die een laadplatform kan omvatten dat is ontworpen en gebouwd om de voor deze doeleinden benodigde gereedschappen en hulpstukken te dragen en om het tijdens het werk geproduceerde of benodigde materiaal tijdelijk op te slaan,

-	en waarbij de verhouding tussen de totale technisch toegestane maximummassa in beladen toestand en de massa in onbeladen toestand van dit voertuig kleiner is dan 3,0.

Verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk

Aan LBT’s en MMBS’en kunnen verwisselbare uitrustingsstukken worden gekoppeld, waardoor het voertuig een specifieke functie krijgt voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. Bij LBT’s worden verwisselbare gedragen uitrustingsstukken aan de driepuntshefinrichting aan de achter- of de voorzijde gekoppeld. De begripsbepaling in de Regeling voertuigen is:

Verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk :
inrichting die is ontworpen om door een voertuig te worden gedragen en waarmee aan het voertuig een extra functie wordt gegeven.

Voorbeelden hiervan bij (land)bouwvoertuigen zijn: in de hefinrichting gedragen machines zoals een ploeg, rotorkopeg of zaaimachine. Ook een voorlader is een verwisselbaar uitrustingsstuk.

Voorbeelden van LBT’s, LBTA's, MM’s en MMBS’en:

[ link ] Tractor (LBT) met silagewagen (LBTA)	[ link ] Maaidorser (MMBS of MM) 1)	[ link ] Hakselaar (MMBS of MM) 1)
[ link ] Bietenrooier (MMBS of MM) 1)	[ link ] Mobiele graafmachine (MMBS of MM) 2)	[ link ] Tractor (LBT) met grootpakpers (LBTA)
[ link ] Voorlader (LBTA)	[ link ] Tractor (LBT) met kipper (LBTA)	[ link ] Maiszaaimachine (LBTA)
[ link ] Rotorkopeg (LBTA)	[ link ] Wiellader (LBTA)	[ link ] Teruggevoerde personenauto (MMBS)

1) Deze voertuigen zijn ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden buiten de wegen 2) Deze voertuigen zijn ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden aan wegen of aan werken op, in, langs en boven wegen.

Interesse?

Definities (land)bouwvoertuigen