Onderhoudsgevoelige onderdelen
Een brug heeft vaak een aantal onderhoudsgevoelige onderdelen, zoals voegovergangen en slijtlagen. Dergelijke onderdelen hebben een levensduur die korter is dan die van de brug zelf. Daarom vragen ze extra onderhoud.
Oplegblokken
Oplegblokken brengen ter hoogte van de oplegging alle krachten die op het brugdek werken over naar de landhoofden en steunpunten. Er zijn diverse typen verkrijgbaar. Belangrijk is vooral dat oplegblokken vaak een levensduur van circa veertig jaar hebben. Dit betekent dat tijdens de levensduur van de brug vervanging nodig is. Daarnaast is gedurende de levensduur van de oplegblokken periodieke inspectie nodig.
Om inspectie mogelijk te maken, moeten de oplegblokken bereikbaar zijn. De Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK) van Rijkswaterstaat [45] schrijven een ruimte van 0,2 m tussen het oplegvlak en de onderzijde van het dek voor, ProRail hanteert 0,15 tot 0,2 m als richtlijn.
Is de afstand tussen de voorzijde van het landhoofd en het hart van de oplegblokken groter dan 0,75 m, dan adviseren de ROK een hoogte van 0,6 m, zodat de oplegblokken voor de inspecteur in alle gevallen met de arm bereikbaar zijn.
Bij vervanging van een oplegblok wordt het brugdek omhoog gevijzeld. Het brugontwerp moet daarom voorzien in posities waar plaatsing van vijzels mogelijk is.
Is de afstand tussen de voorzijde van het landhoofd en het hart van de oplegblokken groter dan 0,75 m, dan adviseren de ROK een hoogte van 0,6 m, zodat de oplegblokken voor de inspecteur in alle gevallen met de arm bereikbaar zijn.
Bij vervanging van een oplegblok wordt het brugdek omhoog gevijzeld. Het brugontwerp moet daarom voorzien in posities waar plaatsing van vijzels mogelijk is.
Bij lekkage in het voegovergangsprofiel of bij het ontbreken daarvan, kunnen dooizouten de oplegging bereiken. Oplegblokken liggen om deze reden vaak afzonderlijk op een (betonnen) opstort.
Voegovergangen
Voegovergangen zorgen voor een vlak brugdek en geleiding van hemelwater over de dilatatievoeg heen naar de landhoofden. Vaak is een voegovergang een rubberen voegprofiel, ingeklemd tussen brug en landhoofd. Dit rubberen voegprofiel is vanaf de bovenzijde te inspecteren en indien nodig te vervangen. Er zijn ook andere voegovergangen mogelijk, zoals bitumineuze voegovergangen. Deze flexibele voeg wordt ter plaatse van de dilatatievoeg aangebracht in het asfalt.
Een zogenaamde integraalbrug heeft slechts aan één zijde van de brug een dilatatie voor het opvangen van krimp en uitzetting van de totale brug. Aan de andere zijde en bij de tussensteunpunten is het sprake van een vaste verbinding met het brugdek. Hoewel deze oplossing onderhoudsarm is, vergt ze wel een grotere inspanning van de constructeur. Een opdrachtgever kan de inspanning hiervoor honoreren door beperking van het aantal voegen te waarderen middels de EMVI-criteria. Kanttekening hierbij is wel dat de kennis over integraalbruggen niet altijd voldoende aanwezig is bij de beoordelende partij. Daarom is afstemming nodig om latere complicaties in het project te voorkomen.
Hekwerken
Afhankelijk van de te verwachten gebruikers kan een hekwerk gevoelig zijn voor beschadiging of aanrijding. In dat geval is het slim als het hekwerk een modulaire opbouw heeft, zodat eenvoudig alleen het beschadigde deel te vervangen is.
Verder is ook het hekwerk gevoelig voor krimp en uitzetting. Zowel handregel als hekwerkvulling moet voldoende ruimte hebben om uit te zetten en te krimpen.
Rvs-spankabels hebben periodiek na-spanning nodig. De spanners moeten daarom goed bereikbaar zijn. Hierbij is vandalisme wel een aandachtspunt, het kan uit dat oogpunt de voorkeur hebben spanners af te dekken zodat ze uit het zich liggen.
Verder is ook het hekwerk gevoelig voor krimp en uitzetting. Zowel handregel als hekwerkvulling moet voldoende ruimte hebben om uit te zetten en te krimpen.
Rvs-spankabels hebben periodiek na-spanning nodig. De spanners moeten daarom goed bereikbaar zijn. Hierbij is vandalisme wel een aandachtspunt, het kan uit dat oogpunt de voorkeur hebben spanners af te dekken zodat ze uit het zich liggen.
Figuur 7.2. Ingemetseld en daardoor moeilijk vervangbaar hekwerk
Slijtlaag
Een slijtlaag geeft een glad brugdek de uit veiligheidsoogpunt benodigde anti-slipstructuur. Met name op dekken van metaal, hout of composiet is een slijtlaag nodig. Ook op beton is een slijtlaag mogelijk, al kan een betonnen dek ook voldoende stroefheid krijgen door het dek op te ruwen of een laag asfalt aan te brengen. Een slijtlaag bestaat doorgaans uit een chemische laag (epoxy of polyurethaan) waarin een steenslag wordt gestrooid. Dit steenslag is verkrijgbaar in verschillende grofheden en kleuren. Door gebruik raakt het steenslag los van de chemische laag, waardoor het periodiek nodig is een nieuwe slijtlaag aan te brengen.
Het is aan te raden de slijtlaag in het brugontwerp op te sluiten tussen voldoende hoge randen, schampkanten. Deze markeren de gewenste positie van de slijtlaag en voorkomen dat losgeraakt steenslag zich verspreidt over andere delen van het dek en het naastliggende gebied.
Let op! Houd ook rekening bij de keuze en levensduur van materiaal met weerstand tegen dooizouten en de wijze van onderhoud of vervanging. Bij werken boven oppervlaktewater dient de kwaliteit van het oppervlaktewater gewaarborgd te blijven; vervuiling als gevolg van werkzaamheden (bij bijvoorbeeld aanbrengen van een slijtlaag of bijwerken/opnieuw aanbrengen van coating bij hekwerk) of gekozen materialisering of detaillering (bijvoorbeeld uitspoeling) dient voorkomen te worden.
Meer informatie over de benodigde stroefheid van het brugdek is te vinden in hoofdstuk 9.
Stootplaten
Een stootplaat zorgt voor een soepele overgang tussen brugdek en aansluitende weg. De stootplaat bevindt zich onder de wegverharding en is eenzijdig scharnierend aan het kunstwerk bevestigd. Vanwege de ligging onder het maaiveld, zijn stootplaten niet te inspecteren.
Wel is het mogelijk stootplaten op te halen als ze te veel verzakt zijn door zetting van de grond. De platen worden dan teruggebracht in hun oorspronkelijke positie. Dit is een ingrijpende handeling die het verkeer tijdelijk stremt.
Of stootplaten verzakken, is sterk afhankelijk van de ondergrond. Middels grondonderzoek (vaak in combinatie met funderingsadvies) kunnen verwachte (eind)zettingen worden bepaald, uitzonderlijke situaties daargelaten. Het is in elk geval goed om rekening te houden met de mogelijkheid dat ophalen nodig is. Meer over stootplaten staat in hoofdstuk 9.
Wel is het mogelijk stootplaten op te halen als ze te veel verzakt zijn door zetting van de grond. De platen worden dan teruggebracht in hun oorspronkelijke positie. Dit is een ingrijpende handeling die het verkeer tijdelijk stremt.
Of stootplaten verzakken, is sterk afhankelijk van de ondergrond. Middels grondonderzoek (vaak in combinatie met funderingsadvies) kunnen verwachte (eind)zettingen worden bepaald, uitzonderlijke situaties daargelaten. Het is in elk geval goed om rekening te houden met de mogelijkheid dat ophalen nodig is. Meer over stootplaten staat in hoofdstuk 9.
Beweegbare brug
Een beweegbare brug heeft in aanvulling op het bovenstaande nog meer onderdelen die om extra aandacht vragen. Het gaat dan om:
- land- en waterseinen
- sluitbomen
- aandrijfsystemen, elektromechanische of hydraulische cilinders
- aansturingssystemen
Verlichting
Ook verlichting heeft onderhoud nodig, zoals vervanging van de lichtbron of het armatuur. Belangrijk aandachtspunten bij verlichting zijn de integratie van bekabeling en de aansturing van de verlichting. Verder is verlichting gevoelig voor vervuiling door insecten.
Meer over verlichting in paragraaf 9.10.
Meer over verlichting in paragraaf 9.10.