Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer fietsverkeer
Deze tekst is gepubliceerd op 28-10-15

Medegebruikers van fietsvoorzieningen

Behalve ‘normale’ fietsers kunnen ook andersoortige fietsers en weggebruikers voor hun verplaatsing aangewezen zijn op fietsvoorzieningen. Hierna worden de voornaamste groepen kort belicht.
Bakfietsen en fietskarren
Voor bakfietsen gelden in principe dezelfde regels als voor andere fietsen. Bijzonder is echter de bepaling dat bestuurders van fietsen op meer dan twee wielen (waaronder bakfietsen) en fietsen met aanhangwagen die met inbegrip van de lading breder zijn dan 0,75 m, van de rijbaan gebruik mogen maken; dit geldt ook in situaties waar een verplicht fietspad aanwezig is.
Skaters, skeeleraars, rolschaatsers, steppen en skelters
In het RVV 1990 is opgenomen dat personen die zich verplaatsen met behulp van voorwerpen niet zijnde voertuigen, het fietspad, het fiets-/ bromfietspad, het trottoir of het voetpad gebruiken. Zij gebruiken de rijbaan indien de zojuist genoemde voorzieningen ontbreken. Skaters en vergelijkbare weggebruikers mogen dus kiezen of zij gebruikmaken van het voetpad of het fietspad (als beide aanwezig zijn). Waar een trottoir of voetpad ontbreekt, moet de skater gebruikmaken van het fietspad of het fiets-/bromfietspad. Skaters van rechts hebben geen recht op voorrang van bestuurders die van links komen. Als er structureel veel skaters van een fietspad gebruikmaken en er blijken regelmatig conflicten op te treden tussen fietsers en skaters, wordt aanbevolen het fietspad te verbreden, waardoor de kans op onderlinge hinder wordt verkleind. Tot de groep skaters worden ook gerekend de skeeleraars, de rolschaatsers en de mensen met een step, skelter of skateboard.
Snorfietsen
Snorfietsers (Vmax = 25 km/h) zijn wat betreft hun plaats op de weg gelijkgesteld aan fietsers. De regels van het RVV 1990 betreffende fietsen en fietsers zijn tevens van toepassing op snorfietsen en snorfietsers. Het onverplichte fietspad is echter verboden voor snorfietsen met een in werking zijnde verbrandingsmotor. Dit betekent dat elektrische snorfietsen wel gebruik mogen maken van onverplichte fietspaden. Hetzelfde geldt voor situaties waarbij onderborden met het fietssymbool zijn toegepast (bijvoorbeeld bij partieel eenrichtingsverkeer en in voetgangersgebieden waar fietsen zijn toegestaan); daar mogen dus alleen elektrische snorfietsen rijden.
Brommobielen
Een brommobiel is een bromfiets op meer dan twee wielen, voorzien van een carrosserie. Artikel 2a van het RVV 1990 stelt dat de regels betreffende motorvoertuigen en bestuurders en passagiers van motorvoertuigen mede van toepassing zijn op brommobielen en bestuurders en passagiers van brommobielen. Dit betekent dat bestuurders van brommobielen, anders dan bestuurders van ‘normale’ bromfietsen, zich moeten houden aan de regels van het RVV 1990 zoals die gelden voor bestuurders van personenauto’s. Met andere woorden: brommobielen maken gebruik van de rijbaan (en niet van het fietspad of fiets-/bromfietspad) en mogen niet op het fietspad of het trottoir parkeren [14, 15].
Gehandicaptenvoertuigen/scootmobielen
Bestuurders van deze voertuigen worden ingevolge artikel 7 van het RVV 1990 geheel vrijgelaten in de keuze van de plaats op de weg. Zij mogen het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets-/bromfietspad of de rijbaan gebruiken. Als de rijbaan echter is voorzien van een fietsstrook, moet die worden gevolgd.
Ruiters
Ruiters zijn in de zin van het RVV 1990 bestuurders. Hun plaats op de weg is het ruiterpad. Als dit ontbreekt, gebruiken zij de berm of de rijbaan. Aangezien de rijbaan is gedefinieerd als ‘elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets-/bromfietspaden’, gebruiken zij dus niet het fietspad. In de praktijk blijken ruiters echter wel vaak gebruik te maken van het fietspad. In situaties waar dat veelvuldig voorkomt (bijvoorbeeld in de buurt van een manege), verdient het aanbeveling een ruiterpad aan te leggen. Ruiters en hun paarden kunnen voor fietsers namelijk leiden tot discomfort en onveiligheid en vice versa: veel paarden reageren onvoorspelbaar op fietsers.