Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer fietsverkeer
Deze tekst is gepubliceerd op 11-05-16

Trambaan

Voor een vrije trambaan geldt dat de vorm van de fietsoversteek afhankelijk is van de snelheid van de tram. De remweg van een tram is aanzienlijk langer dan die van een personenauto. Alleen als op conflictpunten de snelheid van de tram niet hoger ligt dan circa 20 km/h, zijn dezelfde oplossingen toepasbaar als op een kruispunt van een solitair fietspad met een ‘normale’ gebiedsontsluitingsweg of een busbaan (zie 6.3.7.1). Als de tramsnelheid hoger is, kan aan de eis van ‘lage snelheid op conflictpunten’ niet worden voldaan, wat betekent dat de veiligheid onvoldoende is gewaarborgd. In dat geval dient de kruising te worden geregeld door middel van verkeerslichten of is een ongelijkvloerse oplossing nodig.
Wat de situaties rond trambanen uitzonderlijk kan maken, is dat de trambaan vaak tussen of naast de rijbanen voor het gemotoriseerd verkeer ligt en er soms ook trams uit richtingen kunnen komen die voor het overige verkeer niet zijn toegestaan. Dit leidt ertoe dat het ontwerp voor een kruising al gauw complex wordt en niet meer aansluit op het verwachtingspatroon van weggebruikers. In dergelijke complexe situaties is extra beveiliging van de oversteek gewenst. Hierbij kan worden gekozen voor een ‘standaard’ verkeerslichtenregeling of voor een speciaal voor de trambaan (of busbaan) ontwikkeld waarschuwingssysteem. Bij kruisingen met een vrije (snel)trambaan worden vaak zogeheten tramlichten toegepast. Deze bestaan uit een waarschuwingslicht met daarin het tramsymbool; het licht gaat knipperen als er een tram nadert. Tramlichten worden vaak ondersteund met een belsignaal.
Belangrijk bij kruisingen van trambanen en fietsverbindingen is de hoek tussen de tramrails en de rijlijn van de fietsers. Deze hoek dient zo haaks mogelijk te zijn, om te voorkomen dat fietsers met een wiel in een rail komen of bij nat wegdek over de rails uitglijden. Als richtwaarde kan een minimale hoek van circa 60 graden worden aangehouden, maar het heeft uiteraard de voorkeur een grotere hoek te realiseren. Verder moet er op dit soort kruisingen naast de tramrails voldoende manoeuvreerruimte zijn voor fietsers. Bij oversteken over de vrije trambaan zijn voldoende ruime verkeerseilanden tussen trambaan en rijbaan gewenst.