Gelijkwaardige kruispunten erftoegangswegen 30 km/h
Uitgangspunt bij erftoegangswegen binnen de bebouwde kom is dat het gemotoriseerd verkeer niet harder rijdt dan 30 km/h. Op kruispunten is de voorrang niet geregeld met borden, tekens of verkeerslichten: alle bestuurders van rechts hebben voorrang (en ook een van links komende tram). Maar voetgangers zijn geen bestuurders en hebben dus niet automatisch voorrang. Wel is een voetganger verkeer en geldt de verkeersregel ‘rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor’. Afslaande automobilisten moeten voetgangers die rechtdoor gaan voor laten gaan.
Gezien de beperkte intensiteiten en lage snelheden op deze kruispunten zijn normaalgesproken geen oversteekvoorzieningen voor voetgangers nodig. Breng alleen een zebrapad aan als er sprake is van relatief hoge intensiteiten of van veel (kwetsbare) overstekende voetgangers. Het is dan wel aan te bevelen het kruispunt, inclusief de oversteekpunten, als plateau uit te voeren om de snelheid ter plaatse te remmen (zie subparagrafen 8.1.3 en 8.1.4).
Figuur 8.1. Voorzieningen oversteken op gelijkwaardige kruispunten op erftoegangswegen 30 km/h
ETW 30 km/h | hoofdnet/veel voetgangers | basisnet/weinig voetgangers | nauwelijk/geen voetgangers |
> 400 pae/spitsuur of > 100 pae/spitskwartier | zebrapad (V22) | zebrapad (V22) | geen oversteekvoorziening (V39) |
> 200 pae/spitsuur of > 50 pae/spitskwartier | zebrapad (V22) | geen oversteekvoorziening (V39) | geen oversteekvoorziening (V39) |
> 200 pae/spitsuur en < 50 pae/spitskwartier | geen oversteekvoorziening (V39) | geen oversteekvoorziening (V39) | geen oversteekvoorziening (V39) |